Door succes krachtig te belonen wil het Filmfonds de komende vier jaar een internationale doorbraak voor de Nederlandse film forceren en het publieksbereik vergroten. Het fonds reserveert het merendeel van zijn subsidie voor producenten met bewezen succes en voor de talentvolste regisseurs en schrijvers. Dit is de kern van het beleidsplan Ruimte voor Talent dat het fonds voor de periode 2009-2012 bij minister Plasterk heeft neergelegd.

Het fonds zal meer geld uittrekken voor eigenzinnige, opvallende filmplannen . Scherpe selectie maakt dat in alle categorieën meer geld gaat naar minder films. Om gerenommeerde productiehuizen te versterken reserveert het fonds tweederde van het maakgeld bij de Regeling Lange Speelfilm voor de twaalf beste . Omdat blijkt dat de kans op succes van een film sterk samenhangt met ervaring van de producent, wordt toekenning van realiseringssubsidie voorbehouden aan producenten die minimaal twee speelfilms hebben geproduceerd. Voor jong talent ontwikkelt het fonds met de omroep een extra programma.

Voor animatie wil het Filmfonds, mogelijk samen met het Stimuleringsfonds, een intendant benoemen. Deze moet onder meer lange animatiefilms ontwikkelen en meer kortere films realiseren. Het budget van animatie gaat omhoog.

Documentaire krijgt een hoger budget voor meer films en jong talent. Het fonds stelt een adviseur op het gebied van E-Cultuur aan en start een snelloket met een laagdrempelige procedure voor jonge makers. De internationale coproductie zal worden uitgebouwd.

Het Filmfonds heeft jaarlijks 37 miljoen euro beschikbaar voor Nederlandse speelfilms in alle soorten en genres, zowel artistieke als publieksfilms. Nederland bevindt zich met dit bedrag aan overheidssteun voor film per hoofd van de bevolking nog steeds onder het Europees gemiddelde.

Bron: Nederlands Fonds voor de Film