Drie dwaallichtjes stuiteren zwaar ademend een berg af. Het is vroeg in de ochtend en donker. De zwaarbesneeuwde helling weerkaatst net genoeg maanlicht om te zien dat het kinderen zijn met lampjes op hun hoofd. Te voet op weg van hun afgelegen bergboerderijen in het Zwitserse Napf-gebergte naar de krakende kabellift. Daarna brengt een busje ze naar het dal, waar hun school ligt. Het eerste oranjeroze ochtendlicht klimt over de kim terwijl het busje afdaalt naar het nog geen 800 zielen tellende Romoos.

Voor haar lange-documentairedebuut Die Kinder vom Napf volgde de Zwitserse filmmaakster/schrijfster Alice Schmid (1951) vier seizoenen lang de vijftig boerenbergkinderen die naar de Romoosse school gaan. Hé, waar hadden we zoiets eerder gehoord? Juist: bij Etre et avoir, de met prijzen overladen Franse publieksfavoriet van tien jaar geleden over het laatste jaar van een leraar op een kleine plattelandsschool.

Dat niveau haalt Schmid niet helemaal. Maar ze weet in haar film wel een kleurrijke kinderwereld te schetsen, die in klaterend ‘Schwyzerdütsch’ vertelde verhalen over een schapen verscheurende wolf  en het ontstaan van de donder laat bengelen tussen werkelijkheid en magisch-realisme. Meer dan op school zien we de kinderen thuis, rondom de boerderij spelen op Alpenweides en helpen bij het boerenwerk. ‘Goed gedaan Lenzi,’ zegt een meisje tegen haar lievelingskoe die net een kalf heeft geworpen. Bibberend van angst zit een meisje uit het dal voor het eerst in de zuchtende en steunende lift naar boven. Als de kinderen over hun belevingswereld vertellen, doen ze dat recht in de camera. ‘Als ik volgend jaar zou regeren zou ik… RedBull drinken of alles aan God overlaten.’

Schmid combineert bezigheden uit het alledaagse kinderleven met een aantal betoverende shots van het landschap en een geluidsband die dat landschap haast aanraakbaar maakt. Met knerpende sneeuw, de jagende wind, schreeuwende sperwers, een dreigende hoorn en kibbelende ezels in de mist.

Die Kinder vom Napf is prachtig, schattig, idyllisch en zoet. Een perfecte kerstfilm dus, voor het hele gezin. Er valt geen onvertogen woord, harmonie voert de boventoon. Maar dat maakt het ook een nogal tandeloze film. De donkere ondertoon die in de verhalen en berggeluiden schuilt, wordt nergens ingelost. En zo bijzonder is koekjes bakken, muziek maken, volksdansen, kippen vangen en koeien ophalen nou ook weer niet.