Company Orheim, een ingetogen drama over de verstrekkende gevolgen van alcoholisme, brengt weinig dat we binnen het genre niet al eerder zagen, maar zit vol scherpe observaties en is feilloos uitgewerkt.

Company Orheim is de completering van een trilogie gebaseerd op de in Noorwegen immens populaire boeken van Tore Renberg. Het verhaal speelt zich grotendeels af voor de twee andere delen, The Man Who Loved Yngve en I Travel Alone, die eveneens werden verfilmd.

Als Jerle ( Rolf Kristian Larsen, die hetzelfde personage ook in de andere films speelt ) in 1996 een telefoontje krijgt van zijn moeder met de mededeling dat zijn vader is overleden, veroorzaakt dat een flashback naar zijn jeugd. Sonic Youth, op zijn vale T-shirt, maakt plaats voor de klanken van Ultravox als hij elf jaar teruggraaft in zijn herinneringen. Een tijd waarin hij getooid met spijkerjack en walkman leefde voor muziek en het heimelijk kijken naar meisjes. Het levert fraaie decors op; van de karig ingerichte huiskamers tot de posters in de platenzaak, alles ademt tot in de kleinste details de jaren tachtig.

Jerles vader Terje ( Kristoffer Joner) is in die tijd geobsedeerd met een Noorse eenheid van verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog, genaamd Company Orheim, en modelleert de ideale versie van zijn gezin naar dit clubje. Een illusie, dankzij zijn in alcohol gedrenkte duistere kant die steeds meer een dreigende schaduw over de familie werpt. Regisseur Arild Andresen bouwt de dramatische spanning zorgvuldig op, geleidelijk worden de buien van Terje erger en zien we Jerle verder vluchten in muziek en politiek activisme.

Andresen verspilt daarbij geen tijd met het opblazen van sentimenten. Als de kwade dronk het overneemt wordt de situatie in volle vaart intens, met de camera dicht op de huid, om direct erna vooruit in de tijd te springen en te tonen hoe het mechanisme van de familie verder functioneert. Door de vader tussendoor ook van zijn goede kanten te laten zien is de ellende des te schrijnender.

Het feit dat je ondanks zijn fysieke en psychologische mishandeling toch enige sympathie voor Terje op kan brengen is te danken aan de sterke regie en het verbluffende acteerwerk van Kristoffer Joner. Bij zijn personage woedt achter de ogen een hevige strijd tussen woede, schaamte en angst en sijpelt onmacht uit elke porie. Joners Oscarwaardige optreden en een slot dat subtiel de juiste snaren betokkelt om een lichte condensvorming op de ogen te bewerkstelligen, maken van Company Orheim een prettig vervelende film.