Gezeten voor een reusachtige boom vertelt een oude man aan een groepje kinderen over de kleine Maki die ontsnapt aan een Franse slavenhandelaar (een herinnering aan het dubieuze Franse koloniale verleden). Hij gebruikt kleine poppetjes om het verhaal te illustreren, wat zowel een eerbetoon is aan de kracht van eenvoudige animatie als een hulpmiddel om de kleinste kijkers de draad niet te laten verliezen.

Nadat Maki is ontsnapt wordt hij achtervolgd door de slavenhandelaar, die hem zou hebben doodgeschoten als een giraffenmoeder zich niet in de baan van het schot had geworpen. Aan de stervende giraffenmoeder belooft Maki dat hij voor haar veulen, Zarafa, zal zorgen. Hij wordt daarbij geholpen door de stoere bedoeïen Hassan die, zoals Maki later ontdekt, op zoek is naar een giraffe die de Pascha van Egypte aan de Franse koning kan geven om de Fransen te bewegen mee te vechten tegen de Turken.

In navolging van de Kirikou-films van de Franse grootmeester Michel Ocelot heeft het duo Rémi Bezançon en Jean-Christophe Lie geen 3D en CGI nodig om van begin tot eind te betoveren. Met Ocelot delen ze ook een fascinatie voor Afrika waar het eerste deel van het verhaal zich afspeelt. Schitterende landschappen, tot leven gebracht met slimme visuele effecten, en het uitstekend passende, rustige tempo waarmee het verhaal verteld wordt, zorgen voor een animatie die jong en oud voor zich in zal nemen.

Lie's samenwerking met Sylvain Chomet aan Les triplettes de Belleville is dan weer te herkennen in de karikaturale gezichten van de Franse hofhouding, die er tot plezier van de kijker bekaaid vanaf komt: de snobistische en racistische Franse koning en z'n gevolg krijgen aan het eind van het verhaal de volle lading van een volgevreten nijlpaard over zich heen. Zonder een moment opdringerig te zijn biedt Zarafa naast stilistisch meesterschap en Maki's spannende avontuur zo ook een blik op Frankrijks gewelddadige verleden en de koninklijke freakshow die toen de boel bestuurde.