Tien jaar lang hebben tweelingbroer en -zus Milo en Maggie elkaar niet gesproken. Maar dat hun speciale verbond nog niet verbroken is, blijkt wel als ze op vrijwel hetzelfde moment besluiten een einde aan hun leven te maken. Hij door zijn polsen door te snijden, zij door een overdosis pillen.

De mislukte zelfmoordpogingen vormen het begin van hun moeizame hereniging. Met tegenzin trekt Milo – naar eigen zeggen 'another tragic gay cliche' – in bij zijn zus in upstate New York, die nog altijd in het stadje woont waar ze samen opgroeiden. Waarom ze elkaar al die jaren gemeden hebben blijft onuitgesproken, maar gezamenlijk lijken ze voorzichtig de wereld weer aan te kunnen. Totdat Milo aanpapt met een oudere man uit zijn verleden, en de getrouwde Maggie een affaire begint met haar duikinstructeur. En de ellende weer van vooraf aan begint.

Regisseur Craig Johnson (True Adolescents), die het op Sundance bekroonde script samen met Black Swan-scenarist Mark Heyman schreef, baseerde The Skeleton Twins op de hechte band met zijn eigen zus. En dan vooral op hun gedeelde, eigenzinnige humor. De mooiste scènes zijn dan ook die waarin broer en zus samen aan het lachgas gaan bij de tandarts , of al playbackend dansen op jaren-tachtig-hit 'Nothing's Gonna Stop Us Now' van Starship.

Sleutel tot het succes van die prettig gestoorde komische intermezzo's is de casting: Milo en Maggie worden gespeeld door komieken en Saturday Night Live-alumni Bill Hader ( Forgetting Sarah Marshall) en Kristen Wiig ( Bridesmaids), die elkaar in het dagelijks leven ook als broer en zus beschouwen. En dat zie en voel je.

Minder overtuigend is echter het drama. Al ligt dat niet zozeer aan de acteurs: met name Hader, die niet eerder een serieuze filmrol speelde, is absoluut een ontdekking. En ook Luke Wilson is geweldig als 'grote labrador' Lance, de naïeve en veel te blije echtgenoot van Maggie.

Het probleem ligt vooral bij de dramatische ontwikkelingen zelf, die nooit zo uitzichtloos en beklemmend voelen dat ze de meerdere zelfmoordpogingen rechtvaardigen. Zoals ook de plichtmatige soundtrack, beeldtaal en onderwatersymboliek wel heel netjes aansluiten bij het gros van de Amerikaanse indiefilm.

Een plezierig tussendoortje, meer niet.