Na achttien jaar gevangenschap wordt RAF-terrorist Jens Kessler (Sebastian Koch) plotseling vervroegd vrijgelaten. Berouw toont hij echter niet: 'De wereld was beter af geweest als we hadden gewonnen.'

Op uitnodiging van zijn zus brengt Jens zijn eerste dagen in vrijheid door in een vervallen landhuis in Brandenburg, waar zijn voormalige strijdmakkers op hem wachten. Een gelukkige reünie lijkt het niet te gaan worden. Iedereen is nerveus. En bang voor Jens. Want allen leiden ze inmiddels brave burgerleventjes , terwijl de oude revolutionaire idealen van de Rote Armee Fraktion lang geleden zijn afgezworen.

Zo is Jens' voormalige geliefde Inga ( Katja Riemann) getrouwd met een welgestelde ondernemer. En oud-kameraad Henner (Sylvester Groth) kende grote successen met het boek dat hij over zijn terroristenjaren schreef. Jens ziet het vol afschuw aan. 'Waarom moeten jullie altijd iets te vreten hebben,' schreeuwt hij tijdens een bezoek aan de slager.

Das Wochenende is gebaseerd op het gelijknamige boek van Bernhard Schlink. Zijn eerdere roman Der Vorleser uit 1995, in het Engels verfilmd als The Reader, verhaalde over een voormalige bewaakster van een concentratiekamp. Met Das Wochenende (2008) behandelde Schlink een nieuw zwart hoofdstuk uit de Duitse geschiedenis: de golf van aanslagen gepleegd door links- extremistische terreurgroepen in de jaren zeventig en tachtig. En net als in Der Vorleser stond de worsteling met het verleden centraal.

Regisseur Nina Grosse is echter minder geïnteresseerd in grote verhalen. Waar Inga in de roman slechts als een geest door het verhaal rondwaart – ze pleegde zelfmoord – krijgt ze in de interpretatie van Grosse levend en wel de hoofdrol toebedeeld . Een keuze die niet goed uitpakt. Want door vrijwel alle aandacht op Inga en haar hernieuwde gevoelens voor Jens te richten, ontwikkelt Das Wochenende zich vooral tot een flets familiedrama – Jens' verloren zoon doet later zijn intrede – en een liefdesgeschiedenis die maar niet wil boeien.

Ergens op de achtergrond speelt nog wel de vraag wie Jens al die jaren geleden verraadde, maar Grosse lijkt het niet echt iets te kunnen schelen. En ook de vraag waarom Jens nooit spijt betuigde voor de moorden die hij pleegde, wordt wel eens gesteld, maar zelfs dan ontbreekt het vuurwerk. Vanwege de dialogen, die vaak te bedacht of te literair klinken, maar ook vanwege het makke spel van de ervaren cast. En telkens als het interessant dreigt te worden, verplaatst het verhaal zich weer.

De sobere en weinig inventieve beeldstijl – Grosse was de laatste jaren vooral actief als regisseur van Tatort-afleveringen en televisiefilms, en dat is te zien – is wat dat betreft toepasselijk: Das Wochende is een zoutloos kamerspel.