Michael Douglas blikt in documentaire De verloren zoon terug op zijn acteercarrière en vertelt hoe hij uit de schaduw van zijn beroemde vader Kirk kroop.

Toen Michael Douglas aan het begin van de jaren zestig ging studeren aan de universiteit van Californië in Santa Barbara, had hij nog geen idee wat hij wilde doen met zijn leven. Als lanterfantende hippie bekommerde hij zich om de slachtoffers van de oorlog in Vietnam, maar richting geven aan zijn eigen bestaan lukte hem niet echt.

Toen het moment aanbrak om zijn hoofdvak te kiezen, koos hij gemakshalve voor theater, want dat was tenslotte de wereld die hij al kende door zijn ouders, de succesvolle acteurs Kirk en Diana Douglas. ‘Ik koos het niet uit een brandend verlangen acteur te worden, het was gewoon het makkelijkste wat ik kon verzinnen om te doen, waarbij ik nog steeds zou kunnen genieten van mijn hippiebestaan’, vertelt de acteur in Michael Douglas – De verloren zoon (originele titel: Michael Douglas: The Child Prodigy), een intrigerend portret van Michael dat wordt uitgezonden in Close up.

Douglas werd geboren in 1944 in New Brunswick, een voorstadje van New York, waar zijn ouders werkten als toneelacteurs op Broadway. Aangetrokken door de flitsende filmwereld van het Hollywood uit de jaren vijftig, verhuisde het echtpaar echter vrij vroeg in Michaels leven naar Californië, waar met name vader Kirk uitgroeide tot een van ’s werelds bekendste acteurs uit die tijd – denk aan zijn hoofdrollen in films als Spartacus en Paths of Glory.

Acteren was dan misschien niet zijn grote roeping, Michaels talent voor het vak was onmiskenbaar. Hij leerde vooral veel van zijn eerste grote klus, een hoofdrol in de televisieserie The Streets of San Francisco (1972-’76). Jarenlang stond hij vijf dagen per week op set, waardoor hij snel de industrie leerde kennen en bovendien van de plankenkoorts afkwam die hem in zijn vroege theaterjaren nog weleens kwelde.

Douglas groeide uit tot acteur van formaat, vooral geroemd om zijn Oscarwinnende hoofdrol in het controversiële Wall Street (1987). Maar wat sommigen misschien niet zullen weten is dat de acteur zijn eerste succes boekte als producent, van het met prijzen overladen One Flew Over the Cuckoo’s Nest (1976). Zijn vader kocht ooit de rechten van het gelijknamige boek, maar zijn pogingen om er een toneelstuk of film van te maken mislukten.

Tekenend voor de carrière van Douglas als kind van een groots acteur is dat zijn verdiensten steeds werden gezien in het licht van zijn vaders succes. Dat frustreerde hem, al bewees hij met One Flew Over the Cuckoo’s Nest al vroeg in zijn loopbaan dat hij gemakkelijk uit de schaduw van zijn vader zou treden. Het winnen van zijn twee Oscars en de recente toekenning van een ere-onderscheiding op het afgelopen filmfestival in Cannes vormen de bevestiging: dat succes heeft vader Kirk nooit gekend.

Close up: De verloren zoon

dinsdag 6 juni

NPO 2 22.40-23.30

Meer over Michael Douglas