Twintig jaar geleden ging de baanbrekende serie The Sopranos in première op de Amerikaanse televisie. Hoogleraar Paul Levinson: 'Ik voorspel dat er over honderd jaar nog steeds naar The Sopranos wordt gekeken.'

Well, you woke up this morning / Got yourself a gun / Your mama always said you’d be the chosen one.
Op zondag 10 januari 1999 zendt HBO in Amerika de eerste aflevering van The Sopranos uit. Het moment zal de geschiedenis ingaan als het begin van een nieuw televisietijdperk. Al heeft niemand dit op dat moment door.

Die eerste drie zinnen van ‘Woke up This Morning’ van de Britse band Alabama 3, het inmiddels iconische nummer onder de openingstitels van The Sopranos, waarin Tony Soprano in zijn SUV de Lincoln Tunnel verlaat en New Jersey binnenrijdt, vormen de start van wat we tegenwoordig peak television noemen. Soprano zal het startsein blijken voor een reeks uiterst populaire difficult men (onder wie Walter White en Don Draper) en in de twee decennia die volgen, zal televisie veranderen van het achtergestelde broertje van Hollywood in dé plek voor prestigeprojecten en uitzonderlijk acteerwerk.

Maar ook dat weet nog niemand begin januari 1999. Sterker nog, er zijn op dat moment maar weinig mensen te porren voor de serie.

Niet omdat de dramaserie van David Chase, over de depressieve maffiabaas die na een paniekaanval zijn heil zoekt bij een psychiater, niet goed wordt ontvangen. De critici die de eerste drie afleveringen van The Sopranos vooraf op VHS toegestuurd hebben gekregen, jubelen. Maar hun enthousiasme blijkt moeilijk over te brengen op het tv-kijkend publiek.

‘De serie heeft op zo veel manieren grenzen verlegd. Van taalgebruik en naaktheid tot de manier waarop we televisiekijken.’

Paul Levison

James Gandolfini en Dominic Chianese in The Sopranos

Pionieren

Tv-critici Matt Zoller Seitz en Alan Sepinwall wijten in hun nieuwe boek The Sopranos Sessions – waarin ze de serie uitvoerig bespreken en diepgaande gesprekken voeren met maker David Chase – de sceptische houding van de kijkers aan een drietal factoren.

Televisie wordt in die tijd niet gezien als iets dat kunst kan zijn. ‘Onafhankelijke bioscoopfilms konden kunst zijn, dit was al veertig jaar algemeen bekend. Tv? Niet direct.’

Ten tweede zijn gangsterfilms op dat moment zeer populair in Hollywood. Klassiekers als The Godfather Part III en Goodfellas zijn dan pas enkele jaren oud. Dat Goodfellas-actrice Lorraine Bracco (Dr. Jennifer Melfi) een van de hoofdrollen in The Sopranos speelt, doet daarnaast veel mensen vermoeden dat de serie een tv-bewerking van Goodfellas is.

En tot slot zou een van de bekendste gezichten uit het gangstergenre, Robert De Niro, niet lang na het debuut van The Sopranos te zien zijn in de bioscoopfilm Analyze This – een komedie over een maffiabaas in therapie. ‘De film stond gepland voor maart 1999, drie maanden na de première van The Sopranos, en de trailers draaiden op dat moment al in de bioscopen. Sommige schrijvers gingen er daarom vanuit dat The Sopranos ook een licht verteerbare komedie zou zijn,’ schrijven Zoller Seits en Sepinwall.

Dat de maffiabaas in The Sopranos een forse, kalende man is (de dan nog redelijk onbekende James Gandolfini) die in de openingstitels niet náár New York rijdt, maar vanuit die stad naar het ‘saaie’ New Jersey hielp vast ook niet.

Toch duurt het niet lang voor de tv-kijker doorkrijgt dat er op de zondagavond bij HBO iets bijzonders gebeurt. En als Tony Soprano vijf weken na die première een man wurgt tijdens een tripje met dochter Meadow is duidelijk dat The Sopranos – ondanks de nodige humor – geen licht verteerbaar serietje is over een gangster die zijn leven wil beteren.

The Sopranos was aan het pionieren,’ zegt Paul Levison, hoogleraar media en televisiewetenschappen aan Fordham University. ‘De serie heeft op zo veel manieren grenzen verlegd. Van taalgebruik en naaktheid tot de manier waarop we televisiekijken. Allemaal dingen die nu normaal zijn.’ De hoogleraar durft te stellen dat we de enorme hoeveelheid kwaliteitsseries die we nu hebben, te danken hebben aan The Sopranos.

De beroemde wurgscène uit seizoen 1 van The Sopranos

Don’t stop

‘Niet sinds I Love Lucy is een serie zo vaak en zo grondig gekopieerd,’ schrijven ook Zoller Seits en Sepinwall. ‘Tot het punt dat televisie in 2019 amper lijkt op de televisie waar Tony Soprano in zijn SUV in 1999 kwam binnenrollen.’

Dingen die de tv-kijker in 1999 schokten, maar dankzij The Sopranos zijn ingeburgerd, aldus de critici: verhaallijnen die een heel seizoen of hele serie in beslag nemen in plaats van een aflevering. Antihelden en schurken in de hoofdrol. Plotpunten en een moraal waarover te twisten valt. Schoonheid puur voor de schoonheid. ‘In 1999 voelde dit alles schaamteloos brutaal, van het feit dat de hoofdrol naar een onbekende ging tot de manier waarop de serie haar publiek trainde het onverwachtse te verwachten en zelfs te eisen.’

Dat laatste deed The Sopranos tot aan het einde.

Op zondag 20 juni 2007 wordt in Amerika de seriefinale uitgezonden. In de laatste vier minuten van ‘Made in America’ komt de familie Soprano samen in het restaurant Holsten voor het avondeten. Tony kiest op de jukebox Don’t Stop Believin’ van Journey uit en praat met zijn vrouw, Carmela, en zijn zoon A.J., terwijl dochter Meadow buiten probeert haar auto achteruit in te parkeren. Mensen komen binnen. Andere eters lachen. Een man die alleen aan de bar zit, kijkt meerdere malen nerveus over zijn schouder en gaat daarna naar de wc. De Soprano’s eten gemoedelijk een uienring. Als het Meadow na talloze pogingen eindelijk is gelukt om te parkeren, steekt ze over naar het restaurant en dan schakelt de camera weer naar haar vader. Het belletje boven de deur rinkelt, Tony kijkt op, Journey is nog bezig met ‘Don’t Stop’ en ... het beeld gaat op zwart.

James Gandolfini en Edie Falco in The Sopranos

Klap op de tv

‘Ik heb het einde live gekeken,’ zegt hoogleraar Levinson. ‘Ik was in Cape Cod waar de televisieontvangst niet best was en begon te vloeken toen het scherm op zwart ging. Ik wist zeker dat het aan mijn ontvangst lag.’ Levinson is niet alleen.

Overal in Amerika geven mensen een harde klap op hun tv-toestel aan het einde van aflevering 21 van seizoen zes. En als eenmaal duidelijk wordt dat het geen fout is, maar een bewuste keuze van maker David Chase, barst de discussie los. Betekent dit dat Tony Soprano dood is, neergeschoten door de persoon die binnenkwam of een van de meerdere verdachte personen in het restaurant? Een vraag die Chase tot op heden niet wil beantwoorden. (De discussie woedt nog steeds.)

‘Bedenk je eens hoeveel lef daarvoor nodig was, hoeveel arrogantie,’ zegt Levinson opgetogen. ‘Ook in de lijst van beste seriefinales aller tijden staat The Sopranos bovenaan.’ Levinson is ervan overtuigd dat de serie, op wat moderne snufjes na – ‘Een familie als deze zou tegenwoordig non-stop op sociale media zitten’ – ook twintig jaar later nog standhoudt en niet onderdoet voor al die geweldige televisie die sindsdien is verschenen.

En hij doet er met plezier een schepje bovenop. ‘Toen The Beatles uit elkaar gingen, voorspelde ik dat we vijftig jaar later nog naar ze zouden luisteren. Direct na het einde van The Sopranos zei ik dat de serie net zo lang zal blijven voortleven als het werk van Shakespeare.’ Hij licht toe: ‘Zodra je een bepaald niveau van succes en diepte bereikt en de mensheid op een bepaalde manier weet te raken, verdwijn je niet meer. Ik voorspel dat er over honderd jaar nog steeds naar The Sopranos wordt gekeken.’ Hij lacht. ‘En gedebatteerd over dat einde!’

Meer over The Sopranos