Lajos Balázsovits

The Prince and the Pauper

Verenigde Staten​/​​Verenigd Koninkrijk 2000. Historische film van Giles Foster. Met o.a. Aidan Quinn, Alan Bates, Jonathan Hyde, Jonathan Timmins en Robert Timmins.

Mary, Mother of Jesus

Verenigde Staten 1999. Biografie van Kevin Connor. Met o.a. Christian Bale, Pernilla August, Melinda Kinnaman, David Threlfall en Simone Bendix.

Op 16-jarige leeftijd probeert Maria heel toegewijd de joodse bevolking bij te staan, die vervolgd en verdreven werd door de Romeinen. Maria is erg verliefd op Jozef, een 30-jarige timmerman. Maria hoort dat de messias weldra op aarde zal verschijnen, en krijgt zelf het bezoek van de engel Gabriël

Requiem

Hongarije 1981. Drama van Zoltán Fábri. Met o.a. Edit Frajt, Lajos Balázsovits, László Gálffi en György Kálmán.

Door het toeval wordt Netti (Frajt), een getrouwde vrouw, geconfronteerd met een voor haar dierbaar doch tragisch verleden. De ontmoeting met de jongeman Hannover Istv[KA1]an (Bal[KA1]azsovits) die bij haar de herinneringen heeft opgeroepen brengt haar tot het besluit een nieuw leven te beginnen. Een ingetogen, ontroerend drama dat F[KA1]abri een Zilveren Beer in Berlijn (1982) opleverde voor het beste scenario. Het scenario is van regisseur Fábri naar de novelle van István Örkény. Het camerawerk is van Gryörgy Illés. Dolby.

Magyar rapszodia

Hongarije 1979. Historische film van Miklós Jancsó. Met o.a. György Cserhalmi, Lajos Balázsovits, Gábor Koncz, Bertalan Solti en Udo Kier.

Deze film is het eerste deel van een geplande trilogie over de Hongaarse geschiedenis van de eerste helft van deze eeuw. Alleen de eerste twee delen zijn uiteindelijk tot stand gekomen en volgen de loopbaan van Istv[KA1]an Zsadanyi wiens persoon is gebaseerd op Endre Bajcsy-Zsilinksky, een Hongaarse politicus (1886-1944). Dit deel schetst de aristocratische en reactionaire achtergrond van István, waarbij hijzelf wordt gekenmerkt door een afwisseling van bruutheid en menselijkheid. Samen met ALLEGRO BARBARO is deze film een prachtig verbeeld stukje Hongaarse geschiedenis.

Elve Vagy Halva

Hongarije 1979. Avonturenfilm van Tamas Rényl. Met o.a. Lajos Balázsovits, György Cserhalmi, Dzs[KA11]o Garas en Djoko Rosic.

Het geromantiseerde verhaal over Gáspár Noszlopy, een voormalige hoge regeringsambtenaar van de Oostenrijkse keizer Franz Joseph, die zich in 1848 inzette voor de vrijheid en onafhankelijkheid van Hongarije. Blut und Bodengeschiedenis onder het kleurloze communistische regime gemaakt en gebracht als onderhoudende avonturenfilm.

Allegro barbaro

Hongarije 1979. Historische film van Miklós Jancsó. Met o.a. György Cserhalmi, Lajos Balázsovits, Gabór Koncz, Bertalan Solti en Udo Kier.

Het tweede en laatste deel van een als trilogie geplande verfilming van een stuk Hongaarse geschiedenis van de eerste helft van deze eeuw. De hoofdpersoon Istv[KA1]an Zsadanyi trouwt met een communistische boerendochter (zijn eigen petekind) en werpt zich op als beschermer van de boeren tegen de machthebbers en de nazi's. Dit wordt hem niet in dank afgenomen omdat hij zelf voortkomt uit de klasse der grootgrondbezitters en parlementariër is. Het geheel is in beeld gebracht middels zeer opmerkelijk camerawerk. Deel I is: MAGYAR RAPSZODIA.

Szerelem, Elektra

Hongarije 1974. Drama van Miklós Jancsó. Met o.a. Mari Tör[KA11]ocsik, József Madaras, György Cserhalmi, Lajos Balázsovits en Mária Bajcsay.

László Gyurkó's visie op de Griekse sage, verwerkt in een toneelstuk, is het uitgangspunt. Het is een reeks van visuele indrukken geworden, waarin de techniek van de lange shots het meest extreem is toegepast: de hele film bestaat uit slechts tien opnamen. In de vorm van een happening werden voor dit schouwspel twee honderd dansers en professionele volkskunst-ensembles bijeengebracht. Jancsó heeft aan het stuk een revolutionaire wending gegeven.

Még kér a nép

Hongarije 1971. Historische film van Miklós Jancsó. Met o.a. Andrea Drahota, Lajos Balázsovits, András Bálint, Gyöngyi Bürös en József Madaras.

Het historische gegeven van dit meesterwerk is de eerste georganiseerde boerenopstand in Hongarije aan het eind van de vorige eeuw, met stakingen en een agrarisch proletarische beweging die bloedig werd onderdrukt. De titel verwijst naar de socialistische `psalmen` die tijdens deze gebeurtenissen werden gezongen en ook in de film voorkomen. Kenmerkende stijlmiddelen zijn zeer lange shots, veel totaalopnamen en een onafgebroken beweging van mensen. Bekroond met de prijs voor de beste regie in Cannes (1972) in een choreografisch geheel.