Gaston Smet: cast.
Er zijn 3 films gevonden.

Janssens tegen Peeters

1940 | Komedie

België 1940. Komedie van Jan Vanderheyden. Met o.a. Toontje Janssens, Charles Janssens, Louisa Lausanne, Jef Bruyninckx en Louisa Colpijn.

Een volksklucht met waarin het wel en wee van twee families centraal staan: de dochter van bakker Peeters gaat trouwen met de zoon van herbergier Janssens. Naijver zorgt voor ruzie maar de jongelui trouwen toch in het geheim. Als het jonge paar een afstammeling verwacht, volgt pas de verzoening tussen beide gezinnen. Vooral in het Antwerpse destijds onverklaarbaar populair, zo erg dat hetzelfde jaar nog een vervolgfilm in elkaar werd gebokst.

Janssens en Peeters, dikke vrienden

1940 | Komedie

België 1940. Komedie van Jan Vanderheyden. Met o.a. Charles Janssens, Louisa Lausanne, Jef Bruyninckx, Toontje Janssens en Polus.

Het vervolg op JANSSENS TEGEN PEETERS met de verdere domme lotgevallen van een aangetrouwde bakkers- en herbergiersfamilie. De bakkerij van de familie Peeters wordt door faillissement bedreigd maar met de hulp van Janssens wordt een gezamenlijk restaurant geopend. Vanderheyden had de ambitie een filmreeks Janssens-Peeters te maken net zoals als de Andy Hardy-reeks met Mickey Rooney. Door celluloïdschaarste tijdens de bezetting moest hij gelukkig dit project laten varen.

De Witte

1934 | Komedie

België 1934. Komedie van Jan Vanderheyden. Met o.a. Jef Bruyninckx, Magda Janssens, Jef Van Leemput Sr, Gaston Smet en Nora Oosterwijck.

Een verfilming van Ernest Claes` volkse roman, waarvan de buitenopnamen te Zichem werden gemaakt en de binnenopnamen te Berlijn. Vanderheyden kreeg assistentie van de gerenommeerde theaterkomiek Willem Benoy. Het succes van deze film stelde Vanderheyden in staat een hele reeks Vlaams-volkse films te maken, tot in 1943 toe, soms ook geregisseerd door Edith Kiel, de scenario-schrijfster van deze film. De op de tv vertoonde versie is gedeeltelijk opnieuw gemonteerd tot 103m. Het verhaal vertelt vooral de fratsen die de twaalf-jarige knaap uithaalt op school, thuis met zijn ouders en broers, op het veld waar hij moet werken, op de kermis. De film verwaarloost het weergeven van de armoede in een landelijk dorp, waar het harde werk en de ontbering de mensen ongevoelig en liefdeloos maakte. De dualiteit in de psyche van de vlaskop in het boek (een wrokkende, bittere Witte) vindt men niet terug in de film, die in 1994, naar aanleiding van zijn zestig-jarig bestaan, op nieuwe kopieën en met een nieuwe geluidsband, opnieuw in de bioscopen werd uitgebracht.