Lucille LaVerne: cast.
Er zijn 7 films gevonden.

Kentucky Kernels

1934 | Komedie

Verenigde Staten 1934. Komedie van George Stevens. Met o.a. Bert Wheeler, Robert Woolsey, Mary Carlisle, Spanky McFarland en Noah Beery sr.

Wheeler en Woolsey nemen de kleine Spanky mee naar het diepgelegen zuiden om een erfenis te bemachtigen, maar komen midden in een familievete terecht. Goed spel van het team, met een slapstick-finale.

The Last Trail

1933 | Western

Verenigde Staten 1933. Western van James Tinling. Met o.a. George O'Brien, Claire Trevor, El Brendel, Lucille LaVerne en Matt McHugh.

De derde verfilming van het boek van Zane Grey en de zoveelste Grey-western van O`Brien en opnieuw een verhaal dat al eerder door Tom Mix (1927) was opgenomen. O'Briens versie van het uit 1909 daterende boek geeft bepaald geen nieuwe dimensie aan het werk. De actie is redelijk als O'Brien de prairie weer moet aanvegen met een bende tuig.

Pilgrimage

1933 | Drama

Verenigde Staten 1933. Drama van John Ford. Met o.a. Henrietta Crosman, Heather Angel, Norman Foster, Marian Nixon en Lucille La Verne.

Ongewone film, prachtig geregisseerd door John Ford, over een oude vrouw die de romance van haar zoon verbreekt door hem de oorlog (WO I) in te sturen, daar spijt van krijgt, maar troost vindt in een bezoek aan Frankrijk. Sentimentaliteit werkt tot op een bepaald moment en wordt dan overdreven; bevat niettemin enkele gedenkwaardige scènes.

Wild Horse Mesa

1932 | Western

Verenigde Staten 1932. Western van Henry Hathaway. Met o.a. Randolph Scott, Sally Blaine, Fred Kohler, James Bush en George 'Gabby' Hayes.

Een uitstekende herverfilming van Zane Grey's boek, door Frank Clark en Harold Shumate bewerkt en door Hathaway met zorg voor de onderlinge relaties gemaakt. Arthur Todd deed het fijne camerawerk. Kohler is de schoft die met prikkeldraad probeert paarden te vangen, Scott de held die dit wil verhinderen maar niet kan voorkomen dat Kohler vertrapt wordt onder de hoeven van de woedende paarden. Het was een van de tien Grey-westerns die Scott maakte voor Paramount tussen 1932 en 1935, de eerste westerns na zijn filmdebuut in 1929. In 1962 zou hij met de western RIDE THE HIGH COUNTRY zijn schitterende carrière beëindigen.

The Great Meadow

1931 | Western

Verenigde Staten 1931. Western van Charles Brabin. Met o.a. Johnny Mack Brown, Eleanor Boardman, Guinn 'Big Boy' Williams, Russell Simpson en Anita Louise.

Mislukte, groots opgezette western over de tocht van een aantal pioniers door het gebergte van Virginia naar Kentucky, dwars door het gebied van Indianen, die o.a. de moeder van Johnny Mack Brown scalperen, reden voor hem achter de Indianen aan te gaan. Maar het is een tamme vertoning, met slechte dialogen. Brabin heeft in de eerste plaats schuld, hij is ook de scenarist die de roman van Elizabeth Madox Roberts bewerkte. Jammer voor Brown, want zijn BILLY THE KID was ook al een flop geworden. William Daniels en Clyde De Vinna waren de cameramannen en zij deden hun werk goed. De flop deed Brabin (1883-1957) geen goed: MGM gaf hem geen prestigieus werk meer en in 1934 eindigde zijn carrière.

Sinner's Holiday

1930 | Drama

Verenigde Staten 1930. Drama van John G. Adolfi en John Adolfi. Met o.a. Grant Withers, Evalyn Knapp, James Cagney, Joan Blondell en Lucille LaVerne.

Een voorspelbaar melodrama, maar belangwekkend om te zien vanwege het tijdsbeeld (met fijne Coney Islandsfeer) en als filmdebuut van Cagney en Blondell die hun oorspronkelijke theaterrollen opvoeren als bijrollen van sterren Withers en Knapp. Het verhaal gaat over romantiek, moord en een overbezorgde moeder die een automatenhal heeft.

Orphans of the Storm

1922 | Drama, Avonturenfilm, Zwijgende film, Actiefilm

Verenigde Staten 1922. Drama van D.W. Griffith. Met o.a. Lillian Gish, Dorothy Gish, Joseph Schildkraut, Lucille LaVerne en Sheldon Lewis.

Griffiths epische film over de wreed van elkaar gescheiden zusjes, van wie de een blind is en opgevoed wordt door dieven, en de andere onschuldig is en misbruikt wordt door wellustige aristocraten. Een ongeloofwaardig gegeven. Met sprongen naar de Franse Revolutie, grootse decors, en een climax met een redding- op-het-kantje-af. Ondanks de rammelende situaties en lengte een oogverblindende film. Het scenario is van Gaston de Trolignac (D.W. Griffith) naar het toneelstuk [KL]Les Deux Orphelines[KLE] van Adolphe Philippe d`Ennery en Eug[KA2]ene Cormon (1874). Het camerawerk is van Hendrik Sartov, Paul Ellen en G.W. 'Billy' Blitzer.