Akos Farkas

In eigen handen

1950. Walter Smith en Akos Farkas.

Ergens in Nederland

Nederland 1940. Komedie van Ludwig Berger. Met o.a. Lily Bouwmeester, Jan de Hartog, Cruys Voorberg, Matthieu van Eysden en Max Croiset.

Jan de Hartog wordt opgeroepen voor de mobilisatie, waardoor hij en zijn vrouw Bouwmeester na allerlei verwikkelingen meer begrip voor elkaar krijgen. Opnieuw een vakkundige film van Berger (na PYGMALION) met stevig camerawerk van Akos Farkas. Nederland begon het filmen eindelijk te leren en pal daarop kwam de bezetting. Scenario van Jan de Hartog.

Boefje

Nederland 1939. Drama van Douglas Sirk. Met o.a. Annie van Ees, Charles Braakensiek, Matthieu van Eysden, Herman Bouber en Piet Bron.

Verfilming van het bekende boek van M.J. Brusse (vader van Kees, die we in een piepklein rolletje zien), met Annie van Ees in de titelrol, die zij vele honderden malen in het theater had gespeeld. Detlef Sierck vestigde zich nog voor de montage in de Verenigde Staten om daar als Douglas Sirk verder te filmen.

Pygmalion

Nederland 1937. Komedie van Ludwig Berger. Met o.a. Lily Bouwmeester, Johan de Meester, Emma Morel, Eduard Verkade en Wim Kan.

Verfilming van Shaws beroemde toneelstuk over de taalprofessor die om een weddenschap een bloemverkoopstertje omtovert in een sjieke dame. Eén van de meest geslaagde vooroorlogse Nederlandse films, met een verrassend filmgenieke Lily Bouwmeester in de titelrol. Een vakkundige regie en een boeiende montage, maar voor huidige begrippen soms wel erg bekakt taalgebruik.

Merijntje Gijzens jeugd

Nederland 1936. Drama van Kurt Gerron. Met o.a. Marcel Krols, Piet Bron, Mimi Boesnach, A. M. de Jong en Kees Brusse.

Een geslaagd sociaal drama over het leven op het Brabantse platteland met zijn armoede en de druk van de RK-kerk, naar het beroemde boek van A.M. de Jong in de laatste produktie van Loet C. Barnstijn die zijn eigen `Filmstad` in Wassenaar had ingericht. Het jongetje Krols werd ontroerend geregisseerd als Merijntje, die `mispels bogerde` bij de pastoor en wiens grote vriend, de stroper De Kruik (Bron), na een moord uit jaloezie in de gevangenis belandt door ongeweten verraad van Merijntje.

Merijntje Gijzen's jeugd

Nederland 1936. Drama van Kurt Gerron. Met o.a. Johan Elsensohn, Harry Boda, Aaf Bouber, A.M. de Jong en Mimi Boesnach.

Sociaal drama naar het boek Het Verraad uit 1936 van de socialistische schrijver A.M. de Jong. Op het katholieke Brabantse platteland krijgt de vriendschap tussen Merijntje en de stroper Kruik een noodlottige wending als Kruik door toedoen van Merijntje de grenswachter vermoordt en tevens zijn geliefde neersteekt. De film werd opgenomen in de speciaal daarvoor gebouwde studio Filmstad. De auteur vervulde de rol van de pastoor.

Het mysterie van de monscheinsonate

Nederland 1935. Thriller van Kurt Gerron. Met o.a. Raoul De Bock, Bill Benders, Ank van der Moer, Claire Clairy en Wim Paauw.

Sociaal drama naar het boek Het Verraad uit 1936 van de socialistische schrijver A.M. de Jong. Op het katholieke Brabantse platteland krijgt de vriendschap tussen Merijntje en de stroper Kruik een noodlottige wending als Kruik door toedoen van Merijntje de grenswachter vermoordt en tevens zijn geliefde neersteekt. De film werd opgenomen in de speciaal daarvoor gebouwde studio Filmstad. De auteur vervulde de rol van de pastoor.

De Jantjes

Nederland 1934. Komedie van Jaap Speyer. Met o.a. Fien de la Mar, Willy Castello, Johan Kaart, Jan van Ees en Louis Davids.

Deze musical van Nederlandse bodem naar een populair volksstuk van Herman Bouber had als een van de eerste Nederlandse geluidsfilms een ongekend succes in de bioscopen en er werden maar liefst twaalf kopieën uitgebracht. Het was de tweede Jantjes-verfilming: Nederlandse filmpionier Maurits Binger had in 1922 al een zwijgende versie verfilmd. Het liedje 'Omdat ik zoveel van je hou' van Poons en Heintje Davids werd een hit. De critici waren destijds niet erg onder de indruk, maar De Jantjes is natuurlijk wel een mooi stuk vaderlandse filmhistorie.

Willem van Oranje

Nederland 1934. Historische film van Jan Teunissen en G.J. Teunissen. Met o.a. Cor van der Lugt Melsert, Louise Kooyman, Cor Hermus, Lau Ezerman en Cruys Voorberg.

Op 4 januari 1934 ging deze film als eerste geheel Nederlands gesproken, in Nederland opgenomen, hoofdfilm in première. Een hele gebeurtenis, maar alle plechtigheden rondom deze film met zijn plechtige onderwerp, konden niet verhoeden dat het een flop werd. De film is interessant door alle beroemde acteurs van toen, zoals Flink, Voorberg, Hermus en zelfs de vader van filmer Van Gasteren.