De last van de wetenschap wordt steeds groter, is me duidelijk geworden. Als je je kind niet op bepaalde afwijkingen laat testen, en je kind krijgt die afwijking, kan de omgeving je daar op aan gaan kijken. In de vs heb je zelfs al rechtszaken gehad van mensen die hun ouders verantwoordelijk stellen voor het feit dat ze bestaan, omdat ze vinden dat ze niet geboren hadden moeten worden. De natuur zijn gang laten gaan wordt een steeds zwaardere beslissing.
Tegelijkertijd heb ik een aangeboren wantrouwen tegen mensen die de mens als een maakbaar wezen zien. Omdat ik denk: kun je het de mens wel toevertrouwen? De mens die de mens gaat verbeteren, is dezelfde mens die er een potje van heeft gemaakt. Ik geloof niet dat de mens moreel beter is geworden. Natuurlijk, als de slavernij wordt afgeschaft, is dat vooruitgang. Maar die vooruitgang kan ook zo weer teniet worden gedaan. De mens zal met al die nieuwe technologie op een menselijke manier omgaan – en dus ook op een onmenselijke.
De keuzes worden wel steeds moeilijker, en de vraag is of we daartoe uitgerust zijn. Ik denk het eigenlijk niet. We zijn er nog niet klaar voor om alles bewust te beslissen. Uiteindelijk zal je moeten leren leven als een biologisch wezen. Maar hoe doe je dat, als je door diezelfde biologie bent uitgerust als iemand die cultureel is, die sociaal is, die verhalen vertelt en illusies heeft? Het grote idee achter de serie is dat dit ons echt aangaat, dat we het er over moeten hebben. Het is niet alleen interessant, zoals de maanlanding interessant was, het heeft daadwerkelijk grote gevolgen voor wie we zijn. De serie is pas geslaagd als we dat debat op gang weten te brengen.’
Dit artikel verscheen in de VPRO Gids #19.