De discussie over die vragen wordt volop gevoerd, maar vooral door gespecialiseerde ethici. De universiteit van Oxford heeft een afdeling voor bio-ethiek, het Uehiro-instituut, waar Julian Savulescu de meest spraakmakende hoogleraar is. Naar verluidt krijgt hij doodsbedreigingen vanwege zijn standpunten over sleutelen aan ons genoom. Hij is namelijk niet slechts een voorstander, maar vindt dat we moreel verplícht zijn om genetische selectie en verbetering te ontwikkelen.
Savulescu noemt het voorbeeld van ivf (‘reageerbuisbevruchting’), die elk jaar door honderdduizenden vrouwen wordt ondergaan. Bij ivf wordt de eicel van de vrouw in de reageerbuis bevrucht met een spermacel. Zodra het een klompje van acht cellen is, wordt dit teruggeplaatst in de baarmoeder van de vrouw, in de hoop dat dit zeer prille embryo zich innestelt en doorgroeit. Vaak is dit niet zo, en om de kans op succes te vergroten, worden bij de vrouw een stuk of tien eitjes ‘geoogst’ en bevrucht. Bij een achtcellig embryo is het nog mogelijk om één cel weg te halen. Die cel gebruik je dan om het erfelijk materiaal van dit embryo te testen.
Zulke pre-implantatie genetische diagnostiek vindt nu plaats bij paren met een sterk verhoogde kans op een ongeneeslijke ziekte als Huntington of hemofilie. Zo selecteer je het embryo dat toevallig níet de desbetreffende ziekte zal krijgen. Maar je kunt die ene cel op van alles en nog wat testen, in de nabije toekomst mogelijk ook op erfelijke intelligentie of atletisch talent. Savulescu: ‘Je hebt al tien embryo’s. Waarom zou je dan niet de beste terugplaatsen? Maar dat mag niet. De informatie is aanwezig, maar die wordt mij, de patiënt, niet verstrekt.’
Bioconservatieven schetsen dan het schrikbeeld van de designerbaby, een nakomeling die aan de profielschets van zijn veeleisende ouders moet voldoen. Dan vallen al gauw ook termen als ‘blond haar’ en ‘blauwe ogen’. Ongeneeslijke ziektes voorkomen, oké, maar verder moet de natuur toch zijn gang kunnen gaan? Savulescu: ‘De natuur zijn gang laten gaan, dat is inmiddels ook een keuze, die we niet dwingend aan mensen op moeten leggen. Dat is wel wat we doen door genetische verbetering te verbieden. En dat is precies wat de nazi’s deden, hun wil aan mensen opleggen.’
Het is kenmerkend voor Savulescu’s stijl: hij keert graag de wapens van zijn opponenten tegen henzelf. Eugenetica is wat hem betreft een geuzennaam. Hij voorziet een toekomst waarin we er, op straffe van uitsterven, niet aan ontkomen om de mensheid genetisch te verbeteren. Hoe en wat precies toelaatbaar is, daar valt over te twisten, uiteraard.