Een schop onder de reet van de bouwwereld. Dat is wat het Exploded View Beyond Building van Lucas De Man en Pascal Leboucq moet zijn. Netter gezegd: een gebouw dat zou kunnen, zonder te zeggen dat het zo moet. Het huis is gemaakt van honderd natuurlijke materialen en reststromen, en gebouwd met vijf verschillende bouwmethodes.
Je vindt 'm op het Ketelhuisplein, waar in zogenoemde Embassies naar concrete oplossingen wordt gezocht voor maatschappelijke uitdagingen met thema’s als gezondheid, veiligheid, mobiliteit, duurzaamheid en inclusiviteit.
Het probleem met de woningnood inmiddels wel duidelijk: één miljoen woningen moeten erbij, en allemaal duurzaam. Maar waar de meeste mensen denken dat duurzaamheid iets is dat zo lang mogelijk moet meegaan, daar duikt De Man een nieuwe tegendraadse denkrichting in. Duurzaamheid, zo zegt hij, zou permanente tijdelijkheid moeten zijn: het vermogen om je aan te passen aan veranderende omstandigheden – geen overbodige luxe de komende decennia.
Exploded View is dan ook vooral extreem modulair. Het huis kan snel en makkelijk worden opgebouwd, uitgebreid voor als je kinderen krijgt, kleiner gemaakt wanneer je partner je onverhoopt verlaat, en binnen tien dagen verplaatst van plek naar plek – handig voor in een wereld met extreem en onvoorspelbaar weer.
Die permanente tijdelijkheid bleek ook toen de twee mannen van dit reportersgezelschap tegelijkertijd op het bed van natuurlijk rubber en sparrenhout wilden uitrusten en er pardoes doorheen zakten (Exploded Bed?!). Hoofdontwerper Pascal Leboucq bezwoer ons dat hij het bed niet zelf had ontworpen. Enfin, inmiddels staat er een aangepaste – versterkte – variant.
Ook nog leuk: de lucht in de slaapkamer wordt door planten gezuiverd in plaats van ventilatoren, de keuken bestaat uit panelen van onder andere paprikastengels, eieren en koffiedik, en het toilet is van 3D-geprint rioolwater. De Man trainde acteurs om jou de komende week te kunnen rondleiden en zijn eigen vlammende betoog over te brengen.
Dan een ander onderwerp. Geen organisatie, instelling of samenleving die zich anno 2021 niet inclusief wil noemen. Maar hoe doe je dat: inclusief zijn? Ook midden op het Ketelhuisplein: een social hairsalon, bij de Embassy of Inclusive Society. Hier kan de bezoeker worden geknipt en geschoren – zeiden we niet dat je op DDW 2021 voortdurend mag meedoen?
Geen plek zo inclusief als de kapper, want hier komt echt iedereen: zwart of wit, binair of non-binair, hoog of laag opgeleid. Het is een plek waar connecties ontstaan en waar openhartige gesprekken worden gevoerd. Wel toe aan een knipbeurt, neemt één van de eerder door het bed gezakte reporters plaats in de stoel. Met kappersschort om waarop in spiegelbeeld de vraag staat: hoe kun jij zorgen voor meer inclusie in jouw omgeving? – om het gesprek met de kapper richting te geven. Niet dat we ons hier heel erg aan houden, we praten honderduit over van alles en nog wat en ondertussen gaat het ook over inclusie.
Kapster Lydia Hwang is een ontwerper uit Los Angeles en woont nu in Rotterdam. Ze is Nederlands aan het leren en we hebben het over in hoeverre taal een vehikel is om diepgaande connecties te leggen. Ervaart onze kapster Nederland als een welkom land, willen wij weten. Daarover laat zij zich diplomatiek uit: ‘Het is een plek met veel mogelijkheden’.
We verlaten de Embassy met strak geknipte nieuwe coupe – hair design om je vingers bij af te likken. We willen niet onvermeld laten dat deze Embassy rolstoelvriendelijk is en ook maatregelen heeft getroffen waardoor mensen met een visuele of gehoorbeperking goed door de ruimte kunnen navigeren. En iedereen is dus welkom voor een nieuwe look.