Joyce Lapworth heeft een blaadje met Esperanto voor zich, een makkelijk te leren internationale kunsttaal. Nederlands leren is moeilijk, stelt ze. Waarom leert niet iedereen over de hele wereld dezelfde tweede taal, zodat je bij verplaatsing naar een ander land eenvoudiger integreert?
Janneke Wingelaar stelt voor alle vluchtelingen over een nieuw land te verdelen, een gigantisch vluchtelingenresort als tijdelijke oplossing, met een eigen economie zodat er lokaal banen worden gecreëerd. Er ontstaat nu meteen discussie met de rest van de groep, iedereen is het er over eens dat het waanzinnig is vluchtelingen eindeloos op een status te laten wachten en ze in de tussentijd geen deel kunnen nemen aan een samenleving. Dat moet hoe dan ook anders. Alle Nederlanders een vluchteling laten adopteren is een ander idee dat ter tafel komt. Bij voorkeur in krimpregio’s zoals Zeeland en Friesland, plekken waar lokale voorzieningen met sluiting worden bedreigd. Als in een dorp ineens meer bewoners komen, zijn er meer bakkers en supermarkten nodig. Er ontstaat meer vraag en vanzelfsprekend ook meer werk. Zo kun je van suffe dorpen bedrijvige regio’s maken.
Maar moeten vluchtelingen wel integreren, legt Wingelaar haar medestudenten voor? Of moet je hen in de periode dat ze in Nederland zijn opleiden voor terugkeer naar het moederland? Door bijvoorbeeld over de huidige puinhoop in Syrië heen te kijken en vooruit te blikken op waar het land over pak ’m beet vijf jaar behoefte heeft, als daar rust en vrede is.