Het aanbod op Dutch Design Week in Eindhoven is overweldigend, maar met deze absolute aanraders helpen we je op weg: de tien toptips van de VPRO!

tip 1

Hara Hachi Bu Dorp & Reaction

De beste basketballers zijn niet de snelste dribbelaars, maar de spelers die op het juiste moment een stapje terug kunnen doen, om zo ruimte te creëren voor een goed geplaatste worp.

Dutch Design Week is terug van nooit weggeweest, en vraagt zich in 2021 onder het thema The Greater Number af of het allemaal een onsje minder mag, en zo niet, of het dan in ieder geval beter kan dan de blinde groei van nu. Dat thema krijgt misschien wel het beste vorm op het Ketelhuisplein, waar artistiek onderzoeker Arne Hendriks een dorp creëerde, waar het doel is om maar ‘tot tachtig procent te gaan’. Anders gezegd: om twintig procent ruimte te creëren. 

In dit Hara Hachi Bu Dorp – Japans voor ‘eet tot je tachtig procent vol zit’ – vind je een huis waarin miso wordt gemaakt: gefermenteerde bonenpasta vol met proteïnes die, mits omarmd door de Nederlandse cultuur, kan bijdragen aan het halveren van de veestapel. Er staat ook een oversizede pompoen die ons laat ervaren hoe het voelt als we onszelf kleiner maken ten opzichte van de rest van de wereld. En je vindt er een droger – en verder nog talloze andere dorpspleinrituelen – waarmee je volgens Hendriks je ego kan laten krimpen. Alles bedoeld om maar die cultuuromslag te bewerkstelligen (waarom gaat het in ontwikkelgesprekken op werk bijvoorbeeld altijd over persoonlijke groei, en nooit over krimp?). Aan de tafel van DDW TV vertelt hij meer.

Wat willen we nog minder? Dat is ook de hoofdvraag van filmmaker en kunstenaar Kees Brouwer, die met zijn Reaction-bus pal naast het dorp van Hendriks staat. Brouwer startte een beweging – de Reaction – van ondernemers, ambachtslieden, ontwerpers, kunstenaars, boeren, koks en noem maar op, die zich willen verenigen om een robuuste tegenhanger van het grootkapitaal te vormen.

Brouwer reed de afgelopen maanden door heel Nederland op zoek naar mensen die laten zien hoe je eerlijk, sociaal, transparant en met een minimale voetafdruk kunt produceren. Van al die pioniers verzamelde Brouwer een product of object, die hij nu tentoonstelt op de Dutch Design Week. Truien uit Zaltbommel die een leven lang meegaan, hazelnootpasta uit Grethem, jenever uit Almere zonder voetafdruk en fietsen uit Bergen op Zoom gemaakt van oude fietsen. Reaction-filialen zijn eigenlijk overal, zo zegt Brouwer, alleen het logo op de gevel ontbreekt nog.

Het Hara Hachi Bu Dorp op het Ketelhuisplein

Kees Brouwer bij de Reaction

tip 2

Things that Matter

Het brutalistische Microlab (een fantastisch nieuwe festivallocatie op Strijp-S als alternatief voor het Veemgebouw) biedt podium aan een sub-onderwerp van het DDW-thema 'The greater number': Things that Matter. Dat handelt over de relatie tussen mens en ding en de waarde die wij aan spullen geven. Hoe kunnen ontwerpers ervoor zorgen dat wij langer met onze spullen willen doen en dat deze spullen de wereld ook leuker maken? Over dat laatste heeft de Britse ontwerper Aniela Fidler Wieruszewska stevig nagedacht met haar Community Couture. Ze toont ons een 37 verhalen-jas, die ze maakte tijdens een van de lockdowns. Ze vroeg mensen ‘hoe zie of ervaar jij de wereld?’ aan de hand van een kleur- en materiaalkeuze. De verzamelde antwoorden werden verwerkt in een jas, die niet geheel verrassend nogal groen van kleur werd; er werd tijdens de pandemie tenslotte veel buiten gewandeld en er was een herwaardering voor natuur. Ditzelfde concept zet de ontwerper op de DDW neer: bezoekers krijgen vragen en keuzes voorgelegd en kunnen mee-ontwerpen aan nieuwe kledingstukken. Kleding waar een hele gemeenschap aan samenwerkt en waaraan jijzelf hebt bijgedragen voelt totaal anders dan een H&M’etje en doe je natuurlijk niet zomaar weg. En maakt ook weer nieuwe verhalen los, want met zo'n verhalenjas aan heb je veel aanspraak.

Het Circulaire Warenhuis in Leiden krijgt drie miljoen kilo spullen per jaar binnen. Veel hiervan blijkt tweedehands onverkoopbaar en gaat weg. Wat kun je met die reststroom doen? Over die vraag hebben vier ontwerpers zich gebogen. Nienke Hoogvliet heeft van oude handdoeken knuffelbare meubelstukken gemaakt en Atelier Max Lipsey presenteert prachtig terrazzo van vermalen kapotte kopjes.

Je komt ogen tekort in deze prikkelende tentoonstelling. Maar wat je zeker moet ervaren, is het nieuwe werk van Christien Meindertsma: Sharing Elements – een interactieve installatie die toont hoe ons lichaam een tijdelijke opslag van elementen is. Meindertsma is bekend van werk waarmee ze productieketens inzichtelijk maakt vanuit het idee dat we met dit bewustzijn minder lomp met spullen en materialen omgaan. Nu wil ze een stap verder zetten en ons laten zien hoe wij zelf onderdeel van de aarde zijn. In een donkere ruimte is op een groot led-scherm een digitale wolk van een miljoen spikkels te zien, die percentagegewijs de elementen in ons lichaam representeren: zoveel procent koper, calcium, magnesium, enzovoort. Wanneer je de ruimte betreedt, neemt de zwerm spikkels jouw vorm aan en word jij zelf die wolk – en kun je door te springen, dansen of knielen dirigent worden van je eigen elementen. Een beeldende metafoor voor hoe we met onze (consumenten)keuzes ook dingen kunnen sturen.

Aniela Fidler Wieruszewska met haar Community Couture

De knuffelbare meubelstukken van oude handdoeken van Nienke Hoogvliet

tip 3

New Order of Fashion – Do It

New Order of Fashion is de afgelopen jaren uitgegroeid van een mooi vormgegeven showcase voor nieuw talent tot een gigantisch statement tegen verspilling en vervuiling in de kledingketen. Nog steeds zie je hier pas afgestudeerd modetalent, maar die vijftien talenten zijn stuk voor stuk op een missie tegen wergwerpkleren en vóór een wereld waarin geen draadje of pluisje meer wordt verspild.

Dat is al goed te zien bij de ingang van de nieuwe expositie Do It, waar een enorme berg van in The Student Hotel door gasten achtergelaten kleren verrijst. Van frivool behaatje tot fluorescerende werkjas, het is onvoorstelbaar wat er allemaal achterblijft. De Britse designer Matthew Needham, een paar jaar geleden zelf met zijn afstudeerwerk geselecteerd bij New Order of Fashion, gaat hier met de nieuwe talenten gedurende DDW mee aan de slag om er iets nieuws van te maken. Zelf exposeert hij ook een eigen onderzoek naar oude kleren die hij transformeert. Needham keert de kledingstukken daarbij letterlijk binnenstebuiten, want hij heeft een fascinatie opgevat voor naden, zomen en labeltjes.

Een andere boeiende workshop voor de New Order of Fashion-talenten is die van Stina Randestad, die oude (sport)zeilen verwerkt tot nieuw modemateriaal. De kleurrijke zeilen hangen als een gigantisch gordijn in de ruimte: niet meer geschikt voor op het water, maar Randestad blijkt er een prachtige plisséstof van te kunnen maken. Ook kun je op de expositie zien dat chemici van de Aalto-universiteit in Helsinki samen met textieldesigners tot revolutionaire technieken zijn gekomen die oude kleren omvormen tot nieuwe kleurstoffen.

Wat is er ontzettend veel mogelijk met oude meuk! Met dat optimistische gevoel verlaat je deze expositie – totdat je bij de deur weer die onmetelijk hoge berg van afgedankte kleding ziet. Dan realiseer je je dat er aan de achterkant wel fantastisch veel mogelijk is, maar dat we toch ook vooral aan de voorkant moeten stoppen met zo belachelijk veel kleren te kopen en weer weg te gooien.

tip 4

Down to Earth: Waterschool

Wat als we helemaal opnieuw zouden mogen beginnen? Als we het samenleven opnieuw vormgeven vanaf de tekentafel tot aan de dagelijkse werkelijkheid? De tentoonstelling Down to Earth: Waterschool nam de proef op de som en onderzocht hoe 6300 mensen in 3000 nieuwe woningen met elkaar kunnen leven op een meer bescheiden en proportionele manier. Een manier waarop we onszelf niet om zeep helpen. 

Studio Makkink & Bey verzamelde alle benodigde bouwstenen voor een gemeenschap van de toekomst: mycelium (bruikbaar als bouwmateriaal én voedsel), voedselbossen (zuurstof en voedsel), insectenboerderijen (goed voor proteïnerijke meelwormen), zeewier (zowel bouwmateriaal als proteïnerijk voedsel) en eendenkroos (‘het nieuwe soja’ volgens Rianne Makkink, en zuivert bovendien water). In een lieflijk kerkje net buiten het centrum van Eindhoven wordt er van al deze ingrediënten een groter plan gesmeed, gebaseerd op de behoeftes van mens én niet-mens.

En waar beter deze nieuwe gemeenschap vorm te geven dan in het industriële Rotterdamse Merwe-Vierhavensgebied (M4H), de plek waar letterlijk alles samenkomt. Een plek waar bovendien het water stijgt, de bevolking ook en de stad verdicht. Maar geen nood, zogenaamde floating farms in de haven maken handig gebruik van ruimte en brengen je dichter bij de natuur (‘Ik ruik weer koeien ’s ochtends,’ aldus een bewoner). Gebouwen waarin wonen en werken zijn samengebracht moeten een einde maken aan zinloos forenzengedoe. De toekomst wordt weer lokaal.

Down to Earth is een paradijselijke tuin, een Garden of Early Delights zo je wil. Maar: we zouden er in principe morgen mee kunnen beginnen. Makkink & Bey lobbyen zich in ieder geval een ongeluk bij alle instanties.

tip 5

Geo-Design – Budget Airlines

Vliegschaamte? Wie het nog niet heeft, doet het wel op tijdens een bezoek aan deze tentoonstelling – jaarlijks vormgegeven door alumni van de Design Academy die zich buigen over een maatschappelijke kwestie slash economisch model. Eerder namen ze internetgigant Ali Baba en zijn wereldwijde tentakels onder de loep, dit jaar rafelt Geo-Design de consequenties van goedkoop vliegen uiteen. Wat betekent het voor landen en steden wanneer charters erop gaan vliegen voor de werkgelegenheid op en rondom vaak tijdelijke luchthavens en voor de lokale cultuur?

Na in hal 1 op een terminal te zijn aangekomen, zetten we koers richting vliegveld Riga, een bestemming die door marketing van Ryanair wordt neergezet als ‘goedkoop’. Goedkope alcohol en restaurants, goedkoop nachtleven: cheap alles. We horen in audio de advertenties waarmee Ryanair de bestemming cheap aanprijst en zien hier tegenover in de ruimte mooie lokale ambachtelijke producten uitgestald – de rijkdom van de Letse cultuur die door Ryanair duidelijk niet wordt gepromoot. Keramiek, servies, kandelaars, kannen, manden. Doodzonde dat Ryanair hieraan voorbijgaat.

Sergi Casero Nieto heeft een kritische performance ontworpen over de luchthaven in Girona – waar Ryanair verantwoordelijk was voor tachtig procent van het vliegverkeer en die gesloten dreigde te woorden, tenzij het personeel tegen lagere lonen zou werken (perverse dwang, anyone?). De bezoeker kan aan een conferentietafel aanschuiven, met op tafel een dialoog voor een nagespeeld debat tussen personeel, Ryanair-officials en advocaten – gebaseerd op interviews en officiële documenten.

Ontwerper Irakli Sabekia maakt je in zijn video-installatie bewust van de positie van de Georgische seizoenswerker in een EU-land. Die is niet best. De beklemmende video toont de vliegtuigcabine en we horen het bekende cabincrew-praatje met landinformatie vlak voor aankomst, maar dan nu uiterst cynisch. Dreigementen over illegaliteit en astronomische boetes voor als je papierwerk niet in orde is, om maar iets te noemen.

Tot slot kom je aan bij de klantenservice met hoog computer says no-gehalte: twee ongeïnteresseerde medewerkers die je bij iedere hulpvraag verwijzen naar een telefoonnummer waarmee je in een vervelende loop terechtkomt. De tentoonstelling bevraagt en oordeelt niet – maar je denkt waarschijnlijk voortaan toch twee keer na voordat je de volgende keer voor een tientje naar Porto vliegt.

En ben je toch in het Van Abbe, ga dan zeker ook even langs bij The Smallest Expo with the Biggest Impact van 1m2 Collective. Op één vierkante meter exposeert het collectief een heleboel werken tegelijk om aandacht te vragen voor de – vast voor DDW zelf ook pijnlijke – vraag: hoe toegankelijk is dit festival eigenlijk voor jonge ontwerpers, die flink veel geld moeten betalen om een plekje te bemachtigen? Bij de mini-expo vind je een folder die inzicht geeft in het financiële plaatje. Een positief protest, aldus het collectief, en ja: hopelijk zien we volgend jaar verbetering. DDW loopt in elk geval niet weg voor het onderwerp, getuige deze mini-expo.

Sergi Casero Nieto in nagespeeld debat tussen personeel, Ryanair-officials en advocaten

The smallest expo with the biggest impact van 1m2 Collective

tip 6

Graduation Show

Wat gaat de nieuwe generatie designers ons brengen? Voor antwoord op die vraag ga je naar de Graduation Show van de Design Academy, vaste prik op DDW. De expositie is vaak duizelingwekkend groot, dit jaar valt het nog mee met ‘slechts’ 163 exposanten in één grote ruimte. De locatie is dit jaar het Beursgebouw: dat stamt uit 1991 en ademt ook helemaal die sfeer, maar binnenin gaat het over de toekomst. Een toekomst waarin de rol van ontwerper steeds faciliterender wordt en deze de consument/gebruiker zelf aan de slag laat slaan. Neem ontwerper Vincent Dassi. Hij heeft een do it yourself-kit ontworpen waarmee je van papier-machépulp meubels kunt maken. Dat het er cool uit kan zien en stevig genoeg is, bewijst hij met een zelfgemaakte collectie spullen.

Stella van Beers ontdekte dat veel voersilo’s tegenwoordig leeg staan (vanwege ouderdom of schaalvergroting van boerenbedrijven) en maakte er een trekkershut/logeervertrek van. Misschien een (tijdelijke) oplossing voor de huidige woningnood? Mooi en gezellig is de silo in elk geval.

Dat kunstacademies vaak erg wit zijn, is een maatschappelijke zorg. Het empowerende werk van Wendy Owusu valt dan ook in positieve zin op. In haar prachtige video toont ze portretten van sterke zwarte vrouwen met traditionele haardrachten. Ze vertellen over het ambacht: het vlechten, de rituelen, de sociaal-culturele context en de geschiedenis. De film laat zien hoe er met haardracht wordt gecommuniceerd en hoe die identiteit en sociale status uitdraagt. Het werk is antropologisch en contemporain: Owusu vond deze vrouwen via Instagram en wilde hen krachtig neerzetten, juist omdat zwarte vrouwen niet voldoende worden gerepresenteerd in westerse kunst en design.  

Over empowerment gesproken: de metershoge jurk vol lichaamsdelen, foto’s en gouden franje van Hsin Min Chian trekt direct je aandacht. Het verhaal achter dit werk, dat To-Be-Looked-At-Ness heet, is al even fascinerend: Hsin Min Chian zette een nare ervaring tijdens de coronacrisis in het ziekenhuis van Taiwan om in een gaaf (performance)werk, waarmee ze stelling neemt tegen de male gaze. Dat doet ze door de mensen die haar bekijken met haar verrijdbare (!) ‘monsterjurk’ te dwingen aan de kant te gaan voor haar gigantische aanwezigheid.  

Het is een bekende verzuchting: Facebook kent je inmiddels beter dan jezelf. Maar in plaats van hierover te somberen, geeft zelfbenoemd digital witch Ginevra Petrozzi aan dit gegeven een provocerende draai. Zij geeft tarot-readings waarbij ze de ‘voorgestelde’ en gesponsorde posts op je Facebook- of Instagramtijdlijn aangrijpt om uitspraken te doen over je verleden, je heden en je toekomst. Fascinerend en prikkelend, want inderdaad: waarom zou een door een algoritme bedachte boodschap eigenlijk minder diepzinnig zijn dan een ‘eeuwenoude’ afbeelding op een tarotkaart? En kun je je sociale media inzetten als tool voor zelfkennis?

De bewoonbare silo van Stella van Beers

tip 7

Kiki & Joost – Meanwhile

Kiki & Joost zijn een vaste waarde op DDW: voor de twintigste keer doen ze mee. Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk, zoals ze volledig heten, zijn zowel in werk als privé een stel en tonen dit jaar hun gloednieuwe, grotendeels zelfgebouwde atelier. Hun tentoonstelling aldaar heet Meanwhile en is een viering van ‘met je handen denken’: op een intuïtieve manier, al doende ontwerpen.  

Ze leiden sinds kort ook een nieuwe Bachelor aan de Design Academy in dit thema: Studio Thinking Hands. Die liep meteen storm, vertelt Van Bleiswijk. ‘En toen we de studenten vertelden dat het eerste semester 100 procent analoog was, zonder enig scherm of Googledocument, steeg er een gejuich op! Er is hier echt behoefte aan.’

Die letterlijk hands-on manier van werken is goed te zien in de speelse, ongepolijste maar onweerstaanbare objecten in het atelier. Sommige zijn heel duidelijk meubels, en dan van het soort dat je ogenblikkelijk mee naar huis wil nemen. Van andere objecten is niet of maar half duidelijk waarvoor ze zouden kunnen dienen. ‘Zo hangen we graag tussen kunst en design in,’ legt Van Bleiswijk uit.

Bovenin de hoge houten hal is een vide. Daar vind je een winkeltje vol niet te versmaden Kiki & Joost-waar, maar ook Fragile: een project van Van Eijk over zwangerschapsvergiftiging en het Hellp-syndroom. Zij heeft zelf ervaring met deze aandoening, die een enorme impact heeft gehad op haar leven.

We zien hier een – hou je vast – placenta op sterk water, en uit  keramische 'schelpen' klinken de verhalen van drie ervaringsdeskundigen. Voor Fragile maakte Van Eijk in gelimiteerde oplage ook een zeefdruk die hoop uitdrukt. De opbrengsten hiervan gaan naar The Queen of Hearts Foundation, met als doel meer onderzoek naar dit type zwangerschapscomplicaties.

De placenta op sterk water

tip 8

SMELT x The Performance Bar – Roesologie

Sowieso opvallend deze DDW-editie: er is veel werk waarbij de bezoeker wordt uitgenodigd en uitgedaagd om te participeren. Het ‘ravelab’ Roesologie is niet bedoeld voor mensen die op veilige afstand mooie dingen willen kijken, maar wel heel erg je ding als je geprikkeld wilt worden om over je eigen ongemak te leren.

Het is een werk van social design-studio Smelt en de Rotterdamse Performance Bar, gebaseerd op een onderzoek naar waarom mensen verdovende middelen gebruiken. Op het Ketelhuisplein staat pal achter het ‘tachtig procent-dorp’ van Arne Hendriks een zwarte container met twee opengeslagen deuren: op de ene deur staat Rede, op de andere Roes. We grijpen naar stimulerende middelen om van onze alledaagse normale wereld waarin rede en ratio hoogtij vieren naar de spannende en lekkere wereld van de roes te gaan – wie heeft daar immers geen behoefte aan? Om jezelf te laten gaan en je remmingen los te laten, moet je vaak een grens over. Zijn er ook manieren waarop je in een roes kunt raken zonder dat je daar een biertje of een pilletje voor nodig hebt? Dat wil Smelt de bezoeker middels een ervaring laten onderzoeken. Ook zullen diverse entertainers van de Performance Bar op verschillende momenten binnen hun eigen discipline laten zien hoe zij in een roes raken: dadaïsten, absurdisten en circusartiesten.

We doen zelf mee en krijgen een koptelefoon aangemeten, terwijl we in de container met een gordijn om ons heen in een donkere ruimte staan. Een hypnotiserende stem laat ons via een lichaams- en ademhalingsoefening heel mindfull op het moment focussen – en de hele omgeving vergeten. Niet nadenken, niet oordelen. ‘Wat voor persoon ben je?’, vraagt de stem. ‘Zou je niet iets anders willen zijn?’. ‘Zeg hardop: I am whoever I wanna be,’ instrueert de stem. Dat moeten we steeds luider herhalen en vervolgens over een opkomend technomuziekje heen schreeuwen. Dan: gordijn opengooien en naar buiten lopen, zelfverzekerd alsof je over een catwalk loopt. We worden uitgedaagd buiten een pose aan te nemen, in iets te klimmen en te dansen. Voor de goede orde: we staan midden tussen andere bezoekers best wel exposed op het Ketelhuisplein op klaarlichte dag – enige gêne maakt zich van ons meester. De eerlijkheid gebied te zeggen dat raven in een donkere club (met of zonder middelen) makkelijker is. Maar deze Roesologie biedt je sowieso een ervaring die je aan het denken zet.

Kom in je roes bij Roesologie op Ketelhuisplein.

tip 9

Embassy of Biobased and Circular Building + Embassy of Inclusive Society

Een schop onder de reet van de bouwwereld. Dat is wat het Exploded View Beyond Building van Lucas De Man en Pascal Leboucq moet zijn. Netter gezegd: een gebouw dat zou kunnen, zonder te zeggen dat het zo moet. Het huis is gemaakt van honderd natuurlijke materialen en reststromen, en gebouwd met vijf verschillende bouwmethodes. 

Je vindt 'm op het Ketelhuisplein, waar in zogenoemde Embassies naar concrete oplossingen wordt gezocht voor maatschappelijke uitdagingen met thema’s als gezondheid, veiligheid, mobiliteit, duurzaamheid en inclusiviteit. 

Het probleem met de woningnood inmiddels wel duidelijk: één miljoen woningen moeten erbij, en allemaal duurzaam. Maar waar de meeste mensen denken dat duurzaamheid iets is dat zo lang mogelijk moet meegaan, daar duikt De Man een nieuwe tegendraadse denkrichting in. Duurzaamheid, zo zegt hij, zou permanente tijdelijkheid moeten zijn: het vermogen om je aan te passen aan veranderende omstandigheden – geen overbodige luxe de komende decennia. 

Exploded View is dan ook vooral extreem modulair. Het huis kan snel en makkelijk worden opgebouwd, uitgebreid voor als je kinderen krijgt, kleiner gemaakt wanneer je partner je onverhoopt verlaat, en binnen tien dagen verplaatst van plek naar plek – handig voor in een wereld met extreem en onvoorspelbaar weer.

Die permanente tijdelijkheid bleek ook toen de twee mannen van dit reportersgezelschap tegelijkertijd op het bed van natuurlijk rubber en sparrenhout wilden uitrusten en er pardoes doorheen zakten (Exploded Bed?!). Hoofdontwerper Pascal Leboucq bezwoer ons dat hij het bed niet zelf had ontworpen. Enfin, inmiddels staat er een aangepaste – versterkte – variant.

Ook nog leuk: de lucht in de slaapkamer wordt door planten gezuiverd in plaats van ventilatoren, de keuken bestaat uit panelen van onder andere paprikastengels, eieren en koffiedik, en het toilet is van 3D-geprint rioolwater. De Man trainde acteurs om jou de komende week te kunnen rondleiden en zijn eigen vlammende betoog over te brengen.

Dan een ander onderwerp. Geen organisatie, instelling of samenleving die zich anno 2021 niet inclusief wil noemen. Maar hoe doe je dat: inclusief zijn? Ook midden op het Ketelhuisplein: een social hairsalon, bij de Embassy of Inclusive Society. Hier kan de bezoeker worden geknipt en geschoren – zeiden we niet dat je op DDW 2021 voortdurend mag meedoen?

Geen plek zo inclusief als de kapper, want hier komt echt iedereen: zwart of wit, binair of non-binair, hoog of laag opgeleid. Het is een plek waar connecties ontstaan en waar openhartige gesprekken worden gevoerd. Wel toe aan een knipbeurt, neemt één van de eerder door het bed gezakte reporters plaats in de stoel. Met kappersschort om waarop in spiegelbeeld de vraag staat: hoe kun jij zorgen voor meer inclusie in jouw omgeving? – om het gesprek met de kapper richting te geven. Niet dat we ons hier heel erg aan houden, we praten honderduit over van alles en nog wat en ondertussen gaat het ook over inclusie.

Kapster Lydia Hwang is een ontwerper uit Los Angeles en woont nu in Rotterdam. Ze is Nederlands aan het leren en we hebben het over in hoeverre taal een vehikel is om diepgaande connecties te leggen. Ervaart onze kapster Nederland als een welkom land, willen wij weten. Daarover laat zij zich diplomatiek uit: ‘Het is een plek met veel mogelijkheden’.

We verlaten de Embassy met strak geknipte nieuwe coupe – hair design om je vingers bij af te likken. We willen niet onvermeld laten dat deze Embassy rolstoelvriendelijk is en ook maatregelen heeft getroffen waardoor mensen met een visuele of gehoorbeperking goed door de ruimte kunnen navigeren. En iedereen is dus welkom voor een nieuwe look.

Het Exploded View Beyond Building van Lucas De Man en Pascal Leboucq

Wanden van mycelium

Het betreffende bed in het Exploded View Beyond Building

De Social Hairsalon bij de Embassy of Inclusive Society

tip 10

It's in our Nature

Op de prachtig vormgegeven expositie It’s in our Nature, tevens een subthema van de Dutch Design Week, onderzoekt curator Marleen van Bergeijk samen met achttien ontwerpers op speculatieve wijze de relatie tussen mens en natuur. Al sinds de prehistorie werken mens en natuur samen, maar de afgelopen eeuw zijn wij (de mensen) die natuur steeds meer gaan beheersen en domineren. De balans is flink ontregeld.

Wat als de natuur zich kon uitspreken tegen het onrecht veroorzaakt door de mensheid? Krysztof Wonski ontwierp de Autonomous Tree, een autonome boom die de belangen van niet-mensen behartigt. De bezoeker, onderworpen aan het gezag van de boom, kan hier in dialoog met behulp van een boomachtige chatbot. Kleine waarschuwing van mens tot mens: vallen jouw antwoorden niet in goede boomsmaak, dan is deze groene autoriteit gemachtigd straffen op te leggen.

De mensheid is eigenlijk niet één soort, maar slechts een samenstelling van microben, zo dacht ontwerper Mark Wang. Met zijn expo Micro-Mate onderzoekt hij of mensen een band kunnen opbouwen met deze superkleine organismes, ook onderdeel van onszelf. Hier kun je microben niet alleen bekijken onder een microscoop, maar ook voeren en aaien met een pincet. Het ideale nieuwe huisdier?

De mens domineert nu nog, maar kunnen we als mens ook met oplossingen komen, puur voor de behoefte van andere levende organismes en ecosystemen? Met The Community of Symbiosis stelt Loes Voermans zich een alternatieve wereld voor waarin mensen zich een schubbenhuid aanmeten, verkregen na een ingrijpende operatie. Het doel? Het opzetten en onderhouden van de waterplantpopulatie. Is de mens bereid zich belangeloos in te zetten voor al het andere leven om ons heen?

In de categorie: als je dan toch in het Klokgebouw (hal 1) bent. Neem ook even een kijkje bij het Labyrinth van DDW-ambassadeur en voormalig rijksbouwmeester Floris Alkemade. De weg uit al onze problemen is vanzelfsprekend niet recht. Lukt het ons aanhoudend te blijven zoeken, (ver)dwalen en van richting te veranderen om nieuwe wegen te vinden? 

De autoritaire boom uit It's in our Nature

Het Labyrinth van Floris Alkemade