Frontlinie #104 - Komkommers aan het front
In Frontlinie brengt Bram Vermeulen verdiepende, verhalende en onthullende buitenlandjournalistiek. Met een abonnement op de nieuwsbrief ontvang je iedere twee weken extra verhalen, achtergronden en lees-, kijk- en luistertips in je inbox.
Komkommers aan het front
Ochtenden in Tel Aviv voelen als luchtspiegelingen. Vanaf de eerste zonsopgang zie je de promenade vol met joggers, volleyballers en andere atleten, druk in de weer met het boetseren van het lichaam.
De eerste ochtend in Israël keek ik gebiologeerd naar al die levenslust toen de eerste explosie klonk. Het was de ochtend dat het Israëlische leger het grondoffensief in Gaza-stad begon.
Gaza ligt hemelsbreed 60 kilometer van het strand van Tel Aviv. Het gedreun voelde als een stomp in de maag. Er werden mensen vermoord, op dat moment, tussen de tweede en derde hap van het ontbijt. Maar op het strand leek niemand op te kijken. Ook niet bij de volgende explosie. Het gedreun was onderdeel geworden van het landschap. Zoals een passerende trein die je op den duur niet meer hoort.
Een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties concludeerde deze week dat Israël zich schuldig maakt aan genocide en uithongering van de bevolking in Gaza. In navolging van vele andere studies en gerenommeerde genocidekenners, inclusief Israëlische.
Een collega van The Guardian liep met een camera tussen de zonaanbidders om te vragen hoe ze over de oorlog vlakbij dachten. ‘Het kan me niet schelen wat de mensen buiten Israël zeggen en hoe ze kwaad over ons spreken,’ zegt een jongen met ontbloot bovenlijf. ‘Het enige wat belangrijk is dat we verenigd zijn en dat we samen sterk zijn. Dat we hier op het strand kunnen zijn, danken we aan het leger.’
De promenade hing vol met foto’s van de gijzelaars die Hamas op 7 oktober 2023 ontvoerde. Daaronder: ‘Breng ze thuis.’
Geloof in eigen gelijk
Premier Netanyahu maakte deze week de vergelijking met het Griekse Sparta: Israël kan volgens hem alleen op zichzelf vertrouwen. Hoe luider de kritiek van buiten, hoe groter het geloof in het eigen gelijk.
Dat doet denken aan Zuid-Afrika eind jaren tachtig, toen het apartheidsregime onder grote internationale druk bepleitte zoveel mogelijk autarkisch te worden. Vertrouw niemand, behalve jezelf.
Werkelijkheid negeren
De hele week ontmoetten we mensen die zoveel mogelijk de werkelijkheid probeerden te negeren. Zeker niet alleen Israëli’s. Op een donderdagochtend stonden we te zweten in een broeikas, vol internationale vrijwilligers. Een Deen, een Fransman, een Chinees.
Ze waren druk met komkommers, die volgroeid metershoog konden worden. We keken hoe ze geconcentreerd bezig waren met het hangen van draden waarlangs de komkommers omhoog konden groeien. Buiten de kas was het geweervuur hoorbaar van een mitrailleur met een zwaar kaliber. Gevolgd door weer een dreun, maar nu nog luider dan in Tel Aviv.
De broeikas stond op enkele kilometers van Gaza. ‘Dit is oorlog en het zal pas stoppen als Hamas de gijzelaars vrijlaat,’ zei een Deense vrouw. Ze had haar man en twee kinderen in Denemarken achtergelaten om komkommers te poten in Israël. Ze was christen en voelde zich diep verbonden met dit land en stond volmondig achter de militaire operatie. De bevolking van Gaza had het volgens haar over zichzelf afgeroepen met de aanslagen van Hamas op 7 oktober, twee jaar geleden.
Aan de andere kant van de muur
Haar zorg voor de piepjonge komkommerplantjes deed denken aan de liefde voor de tuin in de film The Zone of Interest (2023). De onschuld van de scènes werd zo nu en dan overstemd door geweervuur en doodskreten uit concentratiekamp Auschwitz aan de andere kant van de muur.
Dat negeren is een diep menselijke overlevingsdrift. Wegkijken, doorscrollen of wegzappen, doen we allemaal. Of het nu om Gaza gaat, Soedan, Myanmar of ander groot leed. Wie daar de hele dag over nadenkt blijft niet overeind.
Ik raakte deze reis gefascineerd door de muurschilderingen op de betonnen bunkers naast bushaltes, speelplaatsen en andere plekken. De bunkers moeten Israëli’s beschermen tegen inkomende raketten.
Die hokjes zijn een permanente herinnering aan de dreiging boven het sportersparadijs. Ze deden me opnieuw denken aan Zuid-Afrika. In Johannesburg ontstond een levendige markt voor ontwerpers van hekken en muren die met artistieke krullen en afbeeldingen ook de angst moesten doen vergeten.
De schilderingen op de bunkers in Israël lijken niet alleen gemaakt om het gevaar te vergeten, maar beelden ook een andere wereld af, een diep verlangen naar verloren onschuld.
Lees-, kijk- en luistertips van de redactie
- Voor wie ‘m gemist heeft: in onze nieuwste uitzending 'De Ruslandroute' onderzoeken we in Kameroen en Oekraïne hoe jonge mannen uit Afrikaanse landen door Rusland worden gerekruteerd. Uiteindelijk belanden zij als soldaten aan de frontlinie in de Donbas. Nu op NPO Start.
- Ook hebben we een nieuwe Achter de Frontlinie voor je. Daarin spreekt Abdou Bouzerda met de Soedanees- Nederlandse zanger, rapper en kunstenaar Razeen Khattab. Een bijzonder gesprek over de oorlog in Soedan, waar volgens de VN de grootste humanitaire crisis ter wereld plaatsvindt met zeker 24 miljoen burgerslachtoffers.
- Onze vrienden van DeFacto organiseren op 8 oktober in Mimik in Deventer weer een bijzondere avond. Hoofdgast is journalist Aletta Andre over de situatie in de Indiase regio Kasjmir.
- Begin dit jaar waren we met Frontlinie in Ethiopië, om daar de opkomst van bitcoinminers vast te leggen. Zij gebruiken goedkope stroom waar de gewone Ethiopiër amper toegang tot geeft. Op diezelfde gigantische industrieparken vestigen ook Chinese investeerders zich om gebruik te maken van goedkope Ethiopische arbeid. De makers van de documentaire Made in Ethiopia (VPRO) volgden vier jaar lang een Chinese zakenvrouw die hier haar bedrijf opstart. Een geweldig inkijkje in de culturele kloof en ingewikkelde zakelijke belangen.
- Verder lazen we deze week een verrassend verhaal uit Syrië. Techondernemers uit de diaspora keren namelijk terug om samen met andere (jonge) Syriërs het land weer op te bouwen. Nu te lezen in Rest of The World-magazine.
Dank en tot over twee weken,
Bram Vermeulen