Verwarm de oven voor op 175 graden.
Vet een bakplaatje in van zeg 20 x 20 cm. Beleg de bodem met bakpapier, laat de randen royaal overhangen. Vet die ook even snel in.
Meng alle ingrediënten voor de korst in een keukenmachine op de pulse-stand tot alles mooi bij elkaar komt. Dit kan ook met de hand, maar werk vlug. Druk het mengsel gelijkmatig uit over de bodem van de vorm. Gebruikt hiervoor een spatel of natgemaakte handen. Bestrooi met de kersen en de gehakte chocoladestukjes en zet in de koelkast.
Meng vervolgens in een steelpannetje de boter, bruine suiker en de slagroom op zacht vuur tot de suiker oplost en de boter is gesmolten. Roer het vanille-extract en het zout erdoor.
Haal de vorm uit de koelkast en Giet de warme saus over de vulling. Zet de bakvorm op een grotere bakplaat tegen het overstromen, en zet de boel in de oven. Bak de koek ongeveer 30 minuten, tot de karamel langs de randen heftig borrelt maar het centrum van de koek nog net niet. Haal hem uit de oven.
Laat hem nu op een rooster afkoelen tot kamertemperatuur en zet hem dan in de koelkast om in zeg 4 uur verder op te stijven. Snij de koek dan in kleine gelijke stukken met een groot glad mes.
