Verwarm de oven voor op 140 graden. Zet een grote braadslede met water in het midden van de oven.
Meng het hert, kippenlevers en vetspek goed met elkaar. Zet het vlees koud weg. Smelt de boter in een koekenpan. Fruit de sjalot met knoflook glazig.
Maal de laurier, jeneverbessen, piment en tijm in de vijzel tot poeder en voeg toe aan de bakkende sjalotjes in de pan. Draai dan het vuur uit en laat de sjalotten ietwat afkoelen.
Roer de cognac en de eieren door het vleesmengsel en vervolgens de gebakken uitjes. Meng alles goed tot het ietwat gaat plakken en voeg dan het zout toe en maal er royaal zwarte peper boven. Vet de patévorm goed in met wat boter. Leg de repen spek dakpansgewijs in de vorm en giet het mengsel erin. Dek af met spekrepen en een vel aluminiumfolie.
Bak de paté ongeveer 1 uur of tot de kerntemperatuur 75 graden is.
Verwijder dan het folie en laat de bovenkant van de paté nog 15 minuten bruinen. Laat hem helemaal afkoelen. Zet de paté dan afgedekt in de koelkast en laat hem 24 uur, maar liever nog een week staan, zodat de smaken zich goed kunnen ontwikkelen.