Daphne is niet verbaasd door het antwoord van Tsubasa-san: 'Japanse studenten zitten eigenlijk in een tussenfase. Op de meeste scholen in Japan moet je een uniform dragen. En als je later een salaryman wordt, dan draag je eigenlijk ook weer een soort uniform. Je studententijd is dus een van de weinige periodes in je leven waarin je vrij bent om je te kleden zoals je wilt. Veel jongeren koesteren deze periode dan ook.'
Daphne verwijst naar een bekende tekst van de Britse Japan-deskundige Sharon Kinsella. Deze tekst gaat over het Japanse woord 'kawaii', dat meestal als 'schattig' wordt vertaald. Schattigheid is haast alomtegenwoordig in Japan. Behalve in de mode vind je het onder meer terug op lunchtrommels, briefpapier en in veel alledaags design. Kinsella ziet de populariteit van kawaii in Japan als een soort verzet tegen het volwassen-worden, en tegen alle sociale verwachtingen die daarbij horen.
Bij zulke sociale verwachtingen kun je denken aan het vinden van een vaste baan, aan hard werken en aan loyaliteit naar je werkgever, maar ook aan trouwen en kinderen krijgen. En in de ogen van sommige conservatieve ouderen zou de populariteit van kawaii in Japan dan ook een gruwel zijn. Het zou staan voor een groep jongeren die hun verantwoordelijkheden tegenover hun familie en de Japanse natie uit de weg gaan, door bijvoorbeeld niet meteen een vaste baan te vinden na het afstuderen, of door bijvoorbeeld niet te trouwen.
De mode van Japanse jongeren zou je dus, net als kawaii, kunnen zien als een ontsnapping aan zulke verplichtingen. Maar die ontsnapping lijkt vaak maar tijdelijk te zijn. Dat geldt in ieder geval voor Suzuki-san, die er naar mijn mening 'punk' en dus rebels uitzag, en die zichzelf als 'rocker' omschreef. Maar zoals je in de onderstaande video kunt zien, was hij niet bepaald van plan om tegen de conservatieve kledingcode van de salaryman te gaan rebelleren.