Het verloren paradijs

5 april 2021

Dit is de eerste editie van de Frontlinie-nieuwsbrief. Met de geboorte van Frontlinie komt voor mij een lang gekoesterde jongensdroom uit. 

Het idee werd geboren tijdens een reis die ik in augustus 2019 samen met cameraman en fotograaf Sven Torfinn maakte naar het oosten van Congo. Daar volgden we doktoren die met gevaar voor eigen leven ebola probeerden te bestrijden in een oorlogsgebied. Het had ons weken gekost om op die plek te komen, waarvan de kijker later slechts een paar minuten terugzag op televisie. 

In Oost-Congo kwamen we twee Amerikaanse journalisten tegen die voor het PBS-programma Frontline een langere documentaire maakten over hun verblijf daar. Sven en ik waren op slag jaloers: waarom bestaat zoiets niet op de Nederlandse televisie?

De onderbelichte verhalen van onze tijd uitdiepen; actueler dan de reisseries, meer diepgravend dan de actualiteitenprogramma’s die al bestaan. Verhalen die veel relevanter zijn voor ons publiek dan je zou denken als je iedere dag de voorpagina’s leest. De voetnoten bij het nieuws, die onlosmakelijk met onze wereld zijn verbonden. 

Frontlinie moest er komen. En nu is het zover.


Frontlinie: het verloren paradijs

De eerste reis van Frontlinie ging dus naar het noorden van Mozambique. Ik heb vijf maanden ongeduldig gewacht op toestemming om naar de provincie Cabo Delgado te reizen voor dit verhaal.

Het is uiteindelijk gelukt om als eerste internationale cameraploeg het land binnen te komen sinds het geweld escaleerde. 

Mozambique is altijd een land van strijd geweest. Zelfs de vlag brengt nog altijd een ode aan de AK-47, het wapen dat Mozambikanen bevrijdde van de koloniale Portugezen. Deze strijd begon in Cabo Delgado, maar na de onafhankelijkheid werd de provincie vergeten.

Voor de kust werd een van de grootste gasbellen ter wereld gevonden. De regering beloofde van Mozambique het nieuwe Qatar te maken, maar van al het geld ziet de lokale bevolking weinig terug.

Een strijd die niet gefilmd mag worden

In het afgelopen jaar kwamen gruwelijke berichten uit het gebied over onthoofdingen en ontvoeringen door jihadisten die trouw zouden hebben gezworen aan Islamitische Staat. Dat is heel opmerkelijk, want anders dan in andere delen van Afrika gaat het geweld van jihadisten al decennia aan Zuidelijk Afrika voorbij. 

Wat zijn de motieven van de jihadisten en waarom doet de regering zo geheimzinnig over de strijd? En wat hebben die gasboringen met al dit geweld te maken? Alle partijen lijken een dubbele agenda te hebben.

In de uitzending gingen we per boot naar een van de eilanden dichtbij de frontlinie. Hoe dat ging lees je verderop in deze nieuwsbrief. Heb je de uitzending nog niet gezien? Kijk die dan nu via NPO Start. 

Sinds het maken van deze Frontlinie zijn er een hoop ontwikkelingen. Dit is wat je moet weten.

De aanval op Palma

Aandacht voor Noord-Mozambique was er in de westerse media tot nu toe nauwelijks. Daar kwam opeens verandering in met de aanval op de stad Palma.

Die aanval begon op woensdag 24 maart met het opblazen van de telefoonpalen, waardoor alle communicatie tussen Palma en de buitenwereld werd platgelegd. Een groep van 200 expats had zich verschanst in het Amarula Hotel aan het strand.

Toen een poging om naar zee te vluchten mislukte is een konvooi met 17 voertuigen de poort van het hotel uitgereden, in zuidelijke richting. Het konvooi liep buiten de poort in een hinderlaag en er vielen 7 doden.

De soldiers of fortune in hun helikopters

Waarom doet het Mozambikaanse leger niks? Het leger was de grote afwezige bij de slag om Palma en bij veel gevechten in Cabo Delgado. Soldaten slaan tijdens gevechten zelfs vaak op de vlucht. Dus wordt er een gehuurde luchtmacht ingezet door de regering van Mozambique. Dat zijn onder andere de huurlingen van de Dyck Advisory Group (DAG), onder leiding van de voormalige kolonel Lionel Dyck. 

Dyck speelde ook een grote rol bij de evacuatie van de expats. De helikopters van Dyck zijn echter ook betrokken bij veel aanvallen, waarbij niet alleen jihadisten om het leven komen maar ook burgers. Deze misdaden staan uitgebreid gedocumenteerd door Amnesty International die de Dyck Advisory Group op basis hiervan beschuldigt van mensenrechtenschendingen.

Waarom is dit nu opeens wel voorpaginanieuws?

Er vielen in de afgelopen drie jaar zeker 2500 burgerslachtoffers bij de gevechten in Mozambique. De Mozambikaanse slachtoffers kwamen vaak gruwelijk om het leven, onder andere door onthoofding.

De aanval op buitenlandse expats in Palma kreeg opvallend meer aandacht omdat er deze keer (witte) Zuid-Afrikanen en Europeanen bij betrokken waren. 

Ook het feit dat de internationale gasbedrijven het doelwit waren en een investering van meer dan 100 miljard op het spel staat, maakt het nu opeens wel een voorpaginaverhaal. Nederland overweegt overigens ook 600 miljoen euro te steken in een gasproject in het noorden van Mozambique.

Gasbedrijven en de rijkdom waar de bevolking niets van ziet

De aanval op Palma lijkt dan ook symbolisch. Palma is het hoofdkwartier van internationale gasbedrijven, waaronder het Franse energiebedrijf Total, die voor de kust naar gas boren. 

Total werd in december gedwongen zijn gas-exploraties stil te leggen, als gevolg van het geweld in het noorden van Mozambique. Het bedrijf had nu juist aangekondigd de operaties te willen hervatten.

In 2010 werd een grote gasbel voor de kust van Noord-Mozambique gevonden, een van de grootste gasbellen die ooit is gevonden. De regering, decennia zwaar afhankelijk van buitenlandse hulp, beloofde van Mozambique het nieuwe Qatar te maken. 

De provincie Cabo Delgado zag er niets van terug. Zelfs de hoofdstraat in de hoofdstad Pemba is niet geasfalteerd en verandert bij de eerste regenbui in een modderpoel. 

De opstand van lokale moslims tegen deze verwaarlozing is in 2017 uitgelopen op gewapend verzet.

Maar wie zijn die ‘jihadisten’?

De vermeende jihadisten worden door de lokale bevolking Al Shabaab genoemd, Arabisch voor ‘de jongeren’. Maar deze groepering heeft niets te maken met de gelijknamige terreurgroep in Somalië.

Ze noemen zichzelf Ahlu Sunna Waljam-a, de volgelingen van de profetische traditie (vrij vertaald), en claimen lokale moslims uit de provincie Cabo Delgado te vertegenwoordigen en op te komen voor lokale grieven over de opbrengsten van bodemschatten waarvan de bevolking niet profiteert.

In 2018 zwoer de groep trouw aan de leider van Islamitische Staat, Al-Baghdadi. De aanslag in Palma werd ook opgeëist door Islamitische Staat, hoewel niet duidelijk is hoe innig de banden tussen de twee organisaties zijn. 

Inmiddels is het geweld zo ontspoord, dat de lokale bevolking het voornaamste slachtoffer is van hun methoden.

Dit zagen we eerder in Nigeria met Shell

Het scenario dat zich nu afspeelt in Noord-Mozambique doet denken aan Nigeria. Daar profiteerde de lokale bevolking ook lange tijd niet mee van van de opbrengsten van de olie, die het Nederlands-Britse Shell daar wint. 

De frustratie hierover liep uit op een gewapende opstand van gemaskerde mannen, die met speedboats expats van de olie-industrie kidnapte voor losgeld.

Alle partijen spelen dubbelspel

In het conflict in Cabo Delgado spelen alle partijen dubbelspel. De jihadisten claimen op te komen voor de lokale bevolking, maar vermoorden vooral burgers zodat ze ongestoord drugs kunnen smokkelen.

Regeringsfunctionarissen claimen de burgers tegen de jihadisten te beschermen, maar zijn vooral bezig zichzelf te verrijken; met de opbrengst van de bodemschatten, met contracten en de al eerder aangetoonde betrokkenheid bij de drugshandel in het gebied. 

Om met de Mozambikaanse onderzoeksjournalist Estacio Valoi te spreken: war is business.

Sommige Mozambikaans journalisten zijn té goed ingelicht

  • Ik wijs je graag op Zitamar, een website gemaakt door Mozambikaanse journalisten. De hoofdredacteur van Zitamar, de Brit Tom Bowker, werd begin februari door de Mozambikaanse autoriteiten bevolen om het land te verlaten. Zijn website was duidelijk té goed ingelicht over wat zich afspeelt in de provincie Cabo Delgado in het noorden van het land. 
  • Kijk voor meer verdieping ook eens op de website van de academicus Joseph Hanlon die al decennia heel goede stukken over Mozambique schrijft. Bijvoorbeeld dit artikel over de complexiteit van het label ‘IS’ en de ‘jihadisten’ in Mozambique.
  • Vorige week was ik ook te gast in Bureau Buitenland (luister hier terug) op NPO Radio 1 om te vertellen over Frontlinie. Voor NRC schreef ik deze longread over de verborgen oorlog in Mozambique.
  • En dit artikel over hoe de Nederlandse regering vooralsnog geen streep wil trekken door de geplande financiering van een gasproject in het noorden van Mozambique, ondanks dat de regering erkende eerder aan de Tweede Kamer dat aan het project een "hoog risico" op mensenrechtenschendingen kleeft.

15 uur op een krakende vissersboot

Nog even over die boottocht. Het was leuk bedacht: per boot naar Ibo eiland. De reis werd geregeld door ene Kevin, een Zuid-Afrikaan die zelf onlangs moest vluchten voor jihadisten nadat ze zijn lodge in brand hadden gestoken.

De reis van de kustplaats Pemba naar Ibo zou 5 uur duren beloofde hij. Dat werden 15 uur. De boot die Kevin had geregeld bleek een krakende vissersboot, die om de paar uur vastliep op de zandbanken in de Indische Oceaan. Eerst genoot ik nog. Dit was mijn eerste reis na corona. Het kon me niet lang genoeg duren. Maar toen raakte het drinkwater op, begon de huid gevaarlijk rood te branden en een toilet aan boord was ook wel fijn geweest.

De terugweg werd een nog veel groter probleem. Een cycloon die zich ergens ten zuiden van India aan het ontwikkelen was, joeg de golven metershoog. In 2019 vernielde cycloon Kenneth nog 90 procent van de huizen op het eiland. Geen Hollands buitje.

De eilandbewoners keken met medelijden naar het wankele bootje dat voor ons geregeld was. Een week eerder was precies zo’n bootje omgeslagen. 8 doden. Uiteindelijk nam een team van het Rode Kruis ons aan boord van een snelle boot. Zuchtend, want die boot was eigenlijk alleen bedoeld voor hun eigen personeel. De teamleider keek ons hoofdschuddend aan, handen in de zij: "Journalisten!".

Tot de volgende nieuwsbrief.

Groet,
Bram Vermeulen