Marten Minkema maakte een tweedelige radiodocumentaire over de Nederlandse fietscultuur, uitgezonden op 5 en 12 maart in geschiedenisprogramma OVT op NPO Radio 1.

Op deze pagina vind je links naar de uitzendingen en bonusmateriaal, waaronder twee fietsliederen uit de beginjaren.

Over dit tweeluik

Overal ter wereld fietst de mens, maar nergens zoveel als hier. Nederlanders peddelen massaal door hun polders, duinen, bossen en in drommen door de steden, er zijn zelfs meer fietsen dan mensen. Hoe komt dat? Is het vanwege ons vlakke land?

Dat kan niet de hele verklaring zijn, want Mannheim, Londen en Parijs zijn ook plat. Toch zie je daar veel minder fietsers. En dat terwijl het rijwiel is uitgevonden door Duitsers, Engelsen en Fransen, zeg maar gerust door iedereen behalve door Nederlanders. Hoewel, de bagagedrager schijnt hier te zijn toegevoegd. Hoe dan ook, enkel in Nederland is de fiets volledig opgenomen in het dagelijks leven en totaal vergroeid met het straatmeubilair, een cultureel fenomeen waar het buitenland met verbazing naar kijkt.

Maar wat is dat eigenlijk; die Nederlandse fietscultuur? Voor antwoorden reist Marten Minkema naar de Duitse geboorteplaats van de allereerste loopfiets, naar Deventer waar de Nederlandse fietsgeschiedenis is begonnen en naar Utrecht waar 's lands oudste fietspad ligt langs de Maliebaan. Daar is in 1883 de Nederlandsche Vélocipèdisten Bond opgericht, de latere A.N.W.B. die Nederlanders maande om vooral netjes rechtop te fietsen - wat velen tot op de dag van vandaag doen.

Vroege wielerclub 'Immer Weiter'

'Immer Weiter' uit Deventer was één van de eerste wielerclubs van Nederland. Hieronder kun je twee kort na elkaar geschoten foto's in het oprichtingsjaar 1871 met elkaar vergelijken. Let op de gevulde en daarna lege bierpullen, drinken hoorde erbij.

Moderne fietsen met een ketting bestonden nog niet. Wel vélocipèdes; fietsen met de trappers direct op de as van het voorwiel. Hoe groter dat wiel, hoe sneller je kon fietsen en wedstrijden winnen.

Dus groeiden die voorwielen al snel buitensporig en kromp het achterwiel tot speelgoedformaat. Zo ontstond de 'hoge bi', die op maat werd gebouwd. Hoe langer de benen van de berijder, hoe groter het voorwiel. De hoge bi was levensgevaarlijk, je maakte makkelijk een doodsmak naar voren en je kon alleen springend op- en afstijgen.

De jonge mannen op de foto - vrouwen waren niet toegestaan - hebben die dag vast ook het clublied gezongen van Immer Weiter, op muziek van Franz Schubert: 'Beenen kan men altijd breken, Zelfs bij moeders pappot thuis.' Dat kun je in de player hiernaast beluisteren, vertolkt door historische fiets-experts Aad Streng, Theo de Kogel en Louis Hornsveld.

Met de introductie van de fietsketting was het snel gedaan met de hoge bi's. Grote wielen waren niet meer nodig en fietsen werd een stuk veiliger en makkelijker. Daardoor groeide het aantal fietsers na 1890 hard, zoals bezongen in het 'Neêrlands Wielerlied': 'De wielersport is in deez'tijd, Het meest waar men van hoort', en nu ook voor vrouwen: 'Sportzusters élégant en fijn, Sportbroeders chique en net'. Beluister het in de player hiernaast.