the mind live - 3 mei

verslag van de preview-avond in Utrecht

Elmar Veerman ,

Bij de preview van de eerste aflevering van The Mind of the Universe regende het meteen Grote Vragen. Fascinerend, maar niet geruststellend.

Waar is de mens allemaal toe in staat, als denkende deel van het universum? Waarschijnlijk kwamen veel bezoekers van de previewavond de zaal al binnen met een gevoel van ontzag voor het menselijke kunnen, dankzij een lange reis per roltrap door het gloednieuwe, reusachtige gebouw van TivoliVredenburg. Na een korte uitleg van eindredacteur Rob van Hattum over de totstandkoming van The mind of the universe, die vier jaar geleden begon, was de eerste aflevering van de serie op groot doek te zien. Daarin laat Robbert Dijkgraaf drie wetenschappers zien die ieder op hun eigen manier sleutelen aan de fundamenten van het leven.

Lee Cronin, die een machine heeft gebouwd waarmee hij leven wil laten ontstaan uit dode moleculen. Hans Clevers, die uitzoekt hoe je met stamcellen organen kunt repareren of vervangen. En George Church, die een grenzeloze genetische revolutie voorziet, waarin we levende wezens naar hartenlust kunnen aanpassen. Van die drie was Clevers in de zaal voor het gesprek achteraf, samen met bionanotechnoloog Cees Dekker (TU Delft) en Sjoerd Repping, hoofd voortplantingsgeneeskunde aan het AMC. Maar eerst was er een korte pauze. Waarin bezoekers met een hoofd vol Grote Vragen weer even geconfronteerd werden met aardse beslommeringen: de bar was dicht en de toiletten konden zo’n grote stroom bezoekers ineens niet aan. 

Door met het programma dan maar, en dus die Grote Vragen. Moderator Rob van Hattum liet de drie heren eerst iets vertellen over hun werk, en vroeg daarna of ze zich aangesproken voelden door de titel van de aflevering: ‘Voelen jullie je een schepper?’ Niet echt, zei Clevers, want biomedici ontdekken vooral wat er al is. ‘George Church is een tissue engineer, bij hem past dat label veel beter.’ Repping ziet zichzelf ook niet als een schepper. ‘De mensen zeggen het wel over ons, voortplantingstechnologen, maar we worden beperkt door de natuur. We bootsen de natuur eigenlijk alleen maar na.’ Onder meer door zaadcellen te maken uit stamcellen die elders in het lichaam worden geoogst. En Dekker? De christelijke hoogleraar denkt bij ‘schepper’ direct aan een hogere macht. ‘Voor mij is the mind of the universe God.’ Zichzelf ziet hij als ontdekkingsreiziger in een universum vol wonderen. Maar intussen probeert hij wel een synthetische cel te bouwen.

Relativerende woorden dus, en zo ging het ook verder. Repping en Clevers benadrukten bijvoorbeeld dat er vooral nog veel onbekend is, Dekker maakt zich niet druk over eventueel misbruik van zijn ontdekkingen. Je ziet het vaak bij wetenschappers: ze veranderen de wereld, maar zeggen dat het zo’n vaart niet loopt en nemen er niet de verantwoordelijkheid voor. Ergens is dat ook wel terecht. Als zij iets niet ontdekken of uitvinden, dan doet een ander het wel. Het lijkt in die zin op evolutie: iedereen doe mee, maar niemand heeft er echt controle over. Dat was misschien wel de gedachte die het meest bleef hangen na deze avond: alles wordt anders, en niemand kan dat sturen. Fascinerend, zeker, maar niet echt geruststellend.