Joop van den Ende (Amsterdam, 1942) is theaterproducent

Joop van den Ende (Amsterdam, 1942) was de laatste Zomergast van 2008.
 Het pionieren zit van den Ende in het bloed. In 1990 gaat de allereerste, door hem geproduceerde Nederlandse televisiesoap in van start. Inmiddels heeft Goede Tijden, Slechte Tijden diverse generaties aan zich weten te binden die niet beter weten dan dat iedere dag een half uur alledaags levensdrama op tv te zien is.
Tegen het decor van de Indische buurt in Amsterdam-Oost organiseerde van den Ende al als klein jongetje poppenkastvoorstellingen. Op piepjonge leeftijd koos van den Ende reeds voor de fascinerende geur van het theater en de kick van entertainment. Speelden de meeste van zijn vrienden straatvoetbal, Joop van den Ende werd lid van het Katholieke Amsterdams Jongerentoneel. Al vroeg bleek school niet zijn podium en ging hij op 15-jarige leeftijd aan het werk als decorbouwer bij de Opera. Hij zou het theater nooit meer verlaten.
 
Zijn eerste succesproducties waren Cyrano de Bergerac (1975) met Ko van Dijk en Mary Dresselhuys en de talloze revues van André van Duin en Frans van Dusschoten. Al snel ontdekte hij de televisie. Met series als Dagboek van een Herdershond (1979) en De Fabriek (1981) heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan het Nederlandse televisiedrama. Later ruilt hij de pastorale in voor de showbusiness.
 
In 1993 gaat Van den Ende met concurrent John de Mol in zee. Het beursgenoteerde Endemol zette letterlijk de hele wereld op zijn kop met Big Brother en zorgde voor een internationale doorbraak. De verkoop van Endemol aan het Spaanse bedrijf Telefónica maakt van den Ende tot een van de meest gefortuneerde Nederlanders.
 
Het casten, groot maken en coachen van talent en het bereiken van de massa maakt van den Ende niet alleen tot een imposante entertainment tycoon, maar ook een ‘kenner van de Nederlandse smaak’.

(Foto: Viviane Sassen)