Journalistiek in beweging: tussen falen, testen en de belofte van de fediverse
Deventer was dit jaar voor twee dagen het epicentrum van de journalistiek. Tijdens de eerste editie van het Nederlands Journalistiek Festival kwamen redacties, studenten, journalisten, productontwikkelaars en mediaprofessionals samen om stil te staan bij waar ons vak naartoe beweegt. Wat ons opviel: het festival was geen traditioneel congres met eindeloze presentaties, maar een plek waar werelden elkaar raakten. Journalisten ontmoeten productdenkers, makers gingen in gesprek met het publiek en mislukkingen werden net zo openlijk besproken als successen.
Niet alles hoeft in beton gegoten te zijn. Het festival liet zien dat journalistiek even goed gaat over vragen als over antwoorden. Bij ons stond het festival in het teken van innovatie en technologie, maar op het festival zelf werden allen thema’s binnen de journalistiek belicht. Hoe maak je ruimte voor nieuwsgierigheid? Hoe breng je publiek en makers dichter bij elkaar? En hoe zorg je dat we niet alleen verhalen maken, maar ook de infrastructuur ontwerpen waarin die verhalen landen?
De belofte van de fediverse
Een van de ideeën waar we blij mee waren om te zien, kwam van NU.nl. Ocky Wiemeijer en Arie Bart de Vries schetsten hoe de toekomst van nieuws misschien wel buiten de muren van Big Tech ligt. Hun voorstel: een fediverse, een open en decentraal netwerk waarin journalisten en redacties hun publiek rechtstreeks bereiken. Geen afhankelijkheid van Amerikaanse platformen die de spelregels bepalen, maar een ruimte waar makers en lezers elkaar ontmoeten. Een fediverse is netwerk van verbonden sociale media zoals mastodon en bluesky die kunnen communiceren met elkaar ook al draaien ze op een andere software.
Wat deze visie concreet maakt, is dat NU.nl dit ook daadwerkelijk test. Binnen hun app verschijnt een aparte feed waarin journalisten korte berichten delen. Inmiddels zijn ze aan het testen met een proof of concept binnen een kleine groep van de app-gebruikers, en de interactie laat zien dat er behoefte is aan die directe band. Wij vonden dat interessant: niet alleen omdat het een alternatief biedt voor de zoveelste sociale app, maar omdat het ons eraan herinnert dat journalistiek altijd draait om relatie met je publiek.
Tegelijk roept het vragen op. Hoe voorkom je dat dit experiment opnieuw een gesloten systeem wordt? Hoe waarborg je de openheid en de diversiteit waar de fediverse voor staat? Het feit dat NU.nl dit erkent en expliciet kiest voor testen in plaats van afkondigen maakt het veelbelovend. Het is een uitnodiging om samen te onderzoeken.
Testen als journalistieke deugd
Dat woord testen hoorden we opvallend vaak terug, in allerlei panels en gesprekken. Voor een sector die gewend is eindproducten te leveren artikelen, uitzendingen, podcasts is het bijna revolutionair om te zeggen: we weten het nog niet, we proberen iets uit en zien of het werkt.
Een panel met productdenkers van NOS, De Correspondent, OCCRP en opnieuw NU.nl bevestigde dit nog eens. Zij lieten zien dat experimenteren niet per se duur of groots hoeft te zijn. Het gaat juist om klein beginnen, vroeg toetsen bij het publiek en dan pas besluiten of het de investering waard is.
Diezelfde houding klonk door in een panel over mislukte plannen. Waar verschillende quotes klonken zoals: ‘Je moet toch wel de pap hebben, want niemand wil alleen de krenten.’ Fouten en mislukkingen zijn de basis waaruit waardevolle inzichten kunnen groeien.
Wij vonden het verfrissend om dit zo open te horen. Want laten we eerlijk zijn, in de journalistiek heerst vaak een angstcultuur rondom falen. Projecten die niet slagen verdwijnen in de la en worden niet gedeeld. Maar juist door mislukkingen zichtbaar te maken, wordt de hele sector wijzer. Het sluit aan bij het idee van een fediverse: als we streven naar een open ecosysteem, moeten we ook onze mislukkingen openlijk delen. Alleen dan ontstaat er een lerend netwerk waarin fouten net zo waardevol zijn als successen.
Journalistiek als ontwerpopgave
Het Nederlands Journalistiek Festival liet ons vooral zien dat de toekomst van journalistiek niet alleen in de verhalen ligt die we maken, maar in de systemen waarin die verhalen circuleren. Journalistiek is steeds meer een ontwerpopgave. Hoe organiseren we onze digitale infrastructuur eerlijk en transparant? Hoe bouwen we relaties met ons publiek die niet afhankelijk zijn van externe platformen? En hoe creëren we een cultuur waarin experimenteren niet worden afgestraft, maar juist gezien worden als motor van vernieuwing?
Voor ons als VPRO Medialab voelt dit vertrouwd terrein. Wij onderzoeken al langer hoe technologie en creativiteit elkaar kunnen uitdagen in de journalistiek. Maar het festival maakte duidelijk dat dit geen niche meer is: het is een brede beweging die redacties, productontwikkelaars en publiek samenbrengt.
Deventer werd zo even een laboratorium. Niet voor kant-en-klare oplossingen, maar voor het stellen van de juiste vragen. Journalistiek die test en te zoeken naar nieuwe vormen van nabijheid. Journalistiek die zichzelf opnieuw ontwerpt. De toekomst van ons vak ligt dus niet in de perfecte tool of de ultieme AI, maar in jezelf te dwingen nieuwsgierig te blijven.