Pandit Hariprasad Chaurasia

legendarische ambassadeur van Indiase muziek en bansurimeester

Uit India komt meestermuzikant en legende Hariprasad Chaurasia. Hij bespeelt de bansuri, een dwarsfluit van bamboe. Chaurasia heeft al ruim veertig jaar een zeer bijzondere band met Nederland en vanwege zijn muzikale verdiensten draagt hij de eretitel Officier in de Orde van Oranje Nassau. Op 78-jarige leeftijd is hij nog erg actief. Zo geeft hij les aan de studierichting Indiase muziek van het Rotterdamse Conservatorium Codarts, waar hij onder meer Madhu Lalbahadoersing (zang, vierdejaars) en Ruven Ruppik (percussie/alumnus) onderwijst.

Biografie

De in Allahabad (Utter Pradesh, India) geboren Hariprasad Chaurasia heeft sinds 1990 een bijzondere band met Nederland. Hij was destijds gast in Paleis Noordeinde bij Koningin Beatrix en Prins Claus voor het Koninginnedagconcert. In datzelfde jaar verbond Chaurasia zich aan het Codarts Conservatorium in Rotterdam en noemt hij de havenstad inmiddels zijn tweede thuis. 

27 jaar later is hij nog steeds artistiek adviseur van de Indiase muziekafdeling. Tablaspeler Niti Ranjan Biswas is het hoofd van de afdeling in nauw overleg met Chaurasia. 

Chaurasia was onder de indruk van zangeres Madhu Lalbahadoersing. In de Surinaams-Hindoestaanse gemeenschap is zij wereldberoemd. Ze zong voornamelijk Bollywoodliederen en Hindoe-lofzangen. Pandit Hariprasad Chaurasia gaf haar een beurs om aan het gerenommeerde Indiase zanginstituut ITC Sangeet Research Academy te kunnen studeren.

De Duitse percussionist Ruven Ruppik wekte ook Chaurasia's interesse. Ruppik startte als klassieke percussionist en ging op Codarts zijn grenzen verleggen. Uiteindelijk kwam hij bij de Indiase muziekafdeling terecht en begon aan een studie tabla. Inmiddels heeft Ruven Ruppik zijn master Cum Laude behaald. Chaurassia leerde Ruven vooral over de Indiase cultuur, die een belangrijke rol speelt voor een musicus die zich wil verdiepen in Indiase klassieke muziek. 

Hariprasad Chaurasia draagt in Nederland de eretitel 'Officier in de Orde van Oranje Nassau'. Hij kreeg deze onderscheiding in 2008 uit handen van prinses Máxima voor zijn muzikale verdiensten. In India is deze grootmeester van de bansuri (bamboefluit) overladen met nationale onderscheidingen zoals de Padma Bhushan en Padma Vibhushan. Hij werd in 2013 bekroond tot één van de 25 levende Indiase legendes. Hariprasad Chaurasia draagt ook nog een andere titel: pandit. In India betekent pandit iets als grootmeester. 

Chaurasia komt niet uit een muzikale familie. Zijn vader was worstelaar en stimuleerde zijn zoon om ook worstelaar te worden. Zoals elk Indiaas kind volgde hij braaf het advies van zijn vader. Zijn interesse voor muziek moest hij toen echter verbergen en luisterde stiekem naar Indiase Klassieke muziek en was vaak in de tempels te vinden om te genieten van semi-klassieke muziek tijdens de diensten. Pas op latere leeftijd gaf Chaurasia zich volledig over aan de muziek en startte als vocalist. Zijn leraar adviseerde hem om te kiezen voor een instrument, vanwege zijn beperkte stembereik. Hij koos voor de bansuri, bamboefluit. De eenvoud van het instrument spreekt hem het meest aan.