Rockende gitaren in de woestijn

Charlie Crooijmans ,

en de geschiedenis van Tinariwen

Op zondag 26 november was de jonge Malinese rockband Songhoy Blues te gast in VPRO Vrije Geluiden. De rockers worden steevast in het hokje desert blues gestopt. Desert Blues, woestijnblues, of woestijnrock. Zelf zeggen ze liever dat het Malinese muziek is. Het westerse publiek heeft een term nodig om de muziek te kunnen plaatsen. Maar als ik woestijnrock google kom ik op een artikel uit 1998 van de Groene Amsterdammer over ‘stonerrock’ uit Californië, ‘heavy metal op z’n seventies’. Door marketing en journalistiek worden er woorden gebruikt om een bepaalde muzieksoort smeuïger te laten klinken. Dat mag natuurlijk. Ook op onze website hanteren we de term woestijnrock of woestijnblues, waarbij we verwijzen naar de Sahara. Maar wat ís nu eigenlijk woestijnblues?

Het begon bij Tinariwen...

Woestijnblues is de muziek van de Toearegs, Berberse nomaden (er zijn verschillende stammen) uit de Sahara (het noordelijke gedeelte van Afrika), herkenbaar aan hun prachtige gewaden en tulbanden. Tinari betekent woestijn, en tinariwen betekent de muziek van de woestijn. Ibrahim Ag Alhabib, de oprichter van Tinawiren is geboren in Tessalit, vlak voor de Eerste Toeareg Opstand (1962-1964). Nadat het Franse kolonialisme eindigde, werden er grenzen getrokken, waarbij de nomaden aan het kortste eind trokken en in opstand kwamen. Dat werd snel de kop ingedrukt door het Malinese leger. Ibrahim Ag Alhabib groeide op in een Algerijns vluchtelingenkamp waar hij in aanraking kwam met muziek die variëerde van Algerijnse chaabi en raï, traditionele toeareg-liederen tot westerse rock en pop.

Eind jaren zeventig toen hij zijn eerste gitaar in handen had, ging hij jammen met een stel vrienden. Hij noemde de groep Kel Tinariwen (de jongens uit de woestijn). In de jaren tachtig droomde de Libische leider Muammar al-Gaddafi van een onafhankelijk Sahara en wilde hij gebruikmaken van de vechtersmentaliteit van de Toeareg-rebellen. Ibrahim Ag Alhabib en zijn vrienden werden dan ook opgeroepen om deel te nemen aan een trainingskamp in Libië waar ze negen maanden bleven. Er kwam niets van het regiment terecht en in 1989 gingen ze terug naar Tessalit in het noorden van Mali, verraden en in de steek gelaten door Ghaddafi. In 1991, na het vredesakkoord van Tessalit, zijn Ibrahim en de band serieus muziek gaan maken met teksten over het harde leven in de Sahara. De rauwe muziek is een mengelmoes van invloeden: Algerijnse raï, Mali-blues en psychedelische rock. Ze namen cassettebandjes op en gaven optredens voor de Toearegs. In 1998 werd Tinariwen ontdekt door de Franse groep Lo'Jo. Sinds ze in 2001 op twee grote internationale festival (WOMAD en Roskilde) optraden is de bandnaam gaan buzzen in het westen. Omdat de muziek zoveel weg heeft van de blues is de term desert blues in het leven geroepen. Zelf waren ze niet bekend met de Amerikaanse blues, pas tijdens het touren door Europa en Amerika hoorden ze ervan. Toch herken je het bluesgevoel in hun muziek. Ze noemen het zelf assouf, dat zowel een triest als een tevreden gevoel weergeeft. Alsof er iets tegen het hart drukt.

Tinariwen is in de markt gezet als een rebelse band, bijna alsof ze op de ene schouder een gitaar dragen en op de andere schouder een kalashnikov. Op het podium dragen ze hun woestijnkledij en dat ziet er dan ook wel indrukwekkend uit. Ook ze zingen niet alleen over het harde leven in de Sahara maar over vrijheid en politieke bewustwording. Alleen Ibrahim Ag Alhabib blijft een rebel. Hij is in de woestijn gebleven om de politieke crises het hoofd te bieden.

Anno nu kent Tinariwen vele opvolgers, Terakraft, Tamikrest, Etran Finatawa, Tartrit, Toumast, Bombino, Tidawt, Igbayen, Imarhan en vele anderen. Hoewel ze ieder een eigen variant maken van desert blues, blijft de kern hetzelfde: een hypnotiserend ritme waar de deinende kalmte van de woestijn in doorklinkt, de scheurende gitaren en het call and respons gezang.

Songhoy Blues

Songhoy Blues uit Bamako is natuurlijk beïnvloed door desert blues, maar ook door de Songhai stijl. Ze hebben een geheel eigen signatuur en daarom spreken ze zelf liever van Malinese muziek. Maar dan wel moderne opstandige muziek uit Mali!