Zijn neorealistische western, noemde de Iraans/Franse filmmaker Rafi Pitts The Hunter onlangs in een interview. Misschien komt dat nog het dichtst bij een film die halverwege verandert van een broeierig drama in een soort metafysische actiefilm waarin de strijd op leven en dood wordt uitgevochten in een bosachtig niemandsland buiten de hoofdstad Teheran.

Die western begint met een man – nors, zwijgzaam, een rol van Pitts zelf – die als nachtwaker in een autofabriek werkt. Hij dient een verzoek in om overdag te kunnen werken zodat hij zijn vrouw en dochter kan zien, maar dat wordt geweigerd op grond van een recente gevangenisstraf. Wat de man misdaan heeft, wordt nooit verteld. Door een vreselijk ongeluk komt zijn leven plotseling op z’ n kop te staan en met een jachtgeweer in de kofferbak vertrekt de man dan naar de heuvels rond de stad om wraak te nemen.

In meerdere opzichten doet The Hunter denken aan Krzysztof Kieslowski’s A Short Film About Killing en aan Jerzy Skolimowski’s recente Essential Killing. Drie films die we dankzij een groep Poolse filmmakers in de jaren zeventig ‘cinema van de morele onrust’ zijn gaan noemen: verhalen over situaties waarin de heersende macht moreel failliet is verklaard. Juist in zo’n wankele, explosieve toestand moeten volgens filmmakers vragen gesteld worden. En dat is precies wat The Hunter wil doen.

Maar de film klaagt niet alleen het Iraanse regime aan. Indirect natuurlijk wel omdat dat regime volgens Pitts verantwoordelijk is voor de morele woestenij waarin het land is veranderd . Maar kwesties van schuld en boete betreffen ook de man zelf, die, zonder te weten waardoor z’n vrouw en dochter precies zijn omgekomen, ervoor kiest iemand te executeren. Welke daad is dan ernstiger? Daarbij komt dat de achtervolgende politiemannen allebei nogal uiteenlopende ideeën over misdaad en straf hebben. Genoeg ruimte dus voor grijstinten.

The Hunter is absoluut een aanrader maar er ontbreekt wel iets. Dat met het regime geen enkele morele dialoog meer mogelijk is, zoals blijkt uit het zwijgen van de hoofdpersoon, wil nog niet zeggen dat de man nergens mee worstelt. Maar doordat die interne strijd onzichtbaar is, blijft ook de film emotioneel op afstand. Misschien had Pitts niet zichzelf maar een betere acteur moeten casten voor de hoofdrol. Dan had het personage meer gelaagdheid gekregen. Want juist die morele strijd vormt het hart van The Hunter.