Daniel Radcliffe’s eerste rol na de Harry Potter-films is die van de jonge advocaat Arthur Kipps in dit gothic horrorverhaal uit de beroemde Britse Hammerstudio’s, ooit verantwoordelijk voor de legendarische Dracula-films met Christopher Lee.

Hoewel Hammer Film Productions sinds de gloriejaren tussen 1950 en 1970 niks van waarde heeft geproduceerd, lijkt daar na de overname in 2007 door onder meer John de Mols Cyrte Investments verandering in te komen. Als The Woman in Black tenminste het begin is van iets nieuws en het Cyrte niet alleen om de bibliotheek van Hammer-titels te doen was.

Want The Woman in Black is verfrissend ambachtelijke horror die gelukkig ver weg blijft van de sadistische gruwelen uit de Saw-films die de laatste jaren populair werden. Hier zijn het atmosfeer en suggestie die de kijker in z’n stoel vastnagelen en niet de steeds vindingrijkere manieren om iemand van organen en ledematen te ontdoen.

In Victoriaans Engeland krijgt de jonge advocaat Arthur Kipps de opdracht om in een afgelegen landhuis aan de oostkust de papieren van een overleden klant door te nemen en zodoende haar testament op te stellen. Maar de toch al niet warme ontvangst door de bewoners van het naastgelegen gehucht verandert in regelrechte vijandigheid als kort na Kipps’ aankomst een van de dorpskinderen om het leven komt.

Het valt op hoeveel ruimte deze vernuftige film geeft aan de stilte in het landhuis, waar dankzij de art direction een formidabele gothic atmosfeer hangt. Back to basics is het, met die krakende planken en piepende deuren. Door die stilte hoor je pas goed hoeveel onnodig geschreeuw er in de meeste moderne horrorfilms zit.

Net als in de Potter-films laat Radcliffe zijn personage vooral achter de feiten aansjokken. Op die passiviteit kreeg de acteur al verscheidene keren kritiek maar hier is die acteerstijl toch echt op z’n plek. Permanent verdoofd door het overlijden van zijn vrouw kan Kipps niet anders dan vertraagd reageren op de wereld. Het is juist die nabijheid of misschien zelfs vertrouwdheid met de dood die hem in staat stelt het mysterie van het huis te doorgronden.

Op één punt wijkt de film gelukkig wel af van een ouderwetse Angelsaksische horrortraditie en daarin lijkt The Woman in Black goed naar J-horrorfilms als Ringu en Kwaidan te hebben gekeken. De echte horror openbaart zich pas als alles tot rust lijkt gekomen. Hoewel Kipps daar ongetwijfeld anders over denkt.