Vlaamse speelfilms krijgen Oscarnominaties, goede kritieken, prijzen in het buitenland en trekken veel bezoekers in eigen land. Toch lust het Nederlandse bioscooppubliek ze niet. ‘Als het nou bagger was, kon je daar nog enigszins vrede mee hebben.’

Van 8 t/m 11 mei vindt in Utrecht het Vlaamse Film Festival plaats. Klik hier voor meer informatie.

‘Belabberd.’ Zo omschrijft Peter de Haan, publiciteitsman van filmdistributeur Dutch Film Works, de animo in Nederland voor Vlaamse speelfilms voor een volwassen publiek. Over de afgelopen vijf jaar werden er jaarlijks gemiddeld vier in Nederland uitgebracht, maar het gros trok hooguit een paar duizend bezoekers. De Haan: ‘We hebben het heel vaak geprobeerd. Voor Ben X (2007) bijvoorbeeld, een uitstekende film, hebben we nog serieus campagne gevoerd. Na lang praten hebben we zelfs Pathé overgehaald hem te draaien, maar helaas: hij bleek dead on arrival.’

De Vlaming Marc Punt, die met regisseur Jan Verheyen het Vlaams/Nederlandse distributiehuis Independent Films opzette, verspreidt speelfilms aan beide zijden van de grens. ‘Ik werk al zeventien jaar in Nederland, heb al die Vlaamse films voorbij zien komen en daar is één constante in: er zit echt niemand op te wachten. Commercieel zeer succesvolle Vlaamse films zijn kansloos in Nederland.’ Is dat erg? De Haan: ‘Het is vooral zonde.’

Sjef Scholte, die in het verleden als distributeur van Bridge Entertainment hemel en aarde bewoog om Vlaamse films aan de man te brengen: ‘Als het nou bagger was, kon je er nog enigszins vrede mee hebben. Maar negen van de tien keer zijn ze beter dan Nederlandse films.’ Pathé-programmeur Daniëlle Koot: ‘ Rundskop is een van de beste films die ik ooit heb gezien.’

Hoe kan het dan toch dat er vrijwel niemand voor te porren valt? Een poging om het onverklaarbare te verklaren.

1. We kennen de Vlamingen niet
David Deprez, de Vlaamse programmeur van het Maastrichtse filmtheater Lumière : ‘ De zaak Alzheimer, een goeie, degelijke thriller, heeft in Nederland haast niks gedaan. Als je het grote publiek wilt mobiliseren, heb je acteurs nodig die ook elders op televisie te zien zijn.’
Punt: ‘Door de komst van commerciële televisie kijken de Nederlanders niet meer naar Vlaamse televisie en andersom. Als een voor een Oscar genomineerde top-crossoverfilm als Rundskop al niet meer dan 15.000 bezoekers trekt, dan hoef je het met de rest daaronder niet eens te proberen.’

2. Mannenfilms voor een vrouwenpubliek?
Scholte: ‘Commerciële bioscopen draaien hoofdzakelijk Amerikaanse films en Nederlandse films met bekende namen.’
Deprez: ‘Een grote Vlaamse publieksfilm komt in Nederland daardoor automatisch in het arthousecircuit terecht, waardoor de mogelijkheden voor het bereiken van een groot publiek kleiner zijn.’
Filmpubliciteitexpert Monique van Schendelen: ‘Het arthousepubliek bestaat, even heel kort door de bocht, uit 45- plus-vrouwen. Zitten die te wachten op een film over een sm-rechter? Bij Rundskop heb ik gezegd: dat affiche, dat wil ik niet, met die brede rug. Ik dacht: willen die vrouwen daarheen? Maar de distributeur beslist, en nee, die heeft dat niet veranderd. Matthias Schoenaerts was toen nog niet zo bekend.’

3. Sterren zijn niet genoeg
Scholte: ‘In verhouding tot Nederlandse films begint de promotie van Vlaamse films in Nederland veel later .’
Van Schendelen: ‘We leven niet meer in een tijd dat een film met vier sterretjes in de krant van de grond kan komen. Toen Matthias Schoenaerts vele kilo’s aan moest komen voor zijn rol in Rundskop, werd dat in Vlaanderen op de voet gevolgd.’

4. Niet dezelfde taal
Filmdistributeur Pim Hermeling (Wild Bunch Benelux): ‘Dat in Vlaanderen en Nederland dezelfde taal wordt gesproken, berust op een misverstand. Ik werk veel met Vlamingen samen en heb ooit bij een meeting gezegd dat ik het een erg enerverende vergadering vond. Waarna ze boos wegliepen. Enerverend betekent in Vlaanderen irritant. Wij behandelen goede Vlaamse films dan ook net als andere niet- Nederlandstalige wereldfilms. De helaasheid der dingen en The Broken Circle Breakdown hebben we allebei ondertiteld.’



5. Imagoprobleem
De Haan: ‘Er bestaat een soort ongeloof, afgunst misschien wel, dat er iets goeds uit Vlaanderen zou kunnen komen. We denken dat het de lelijke versie van Nederland is. Vlaamse films zijn niet sexy, hebben een imagoprobleem. Films als Rundskop, dicht op de huid gefilmd, schurend drama , kun je het publiek niet met een ton marketing door de keel drukken.’

6. Moordende concurrentie
Van Schendelen: ‘De ene distributeur heeft meer slagkracht in de onderhandelingen met exploitanten over gunstige zalen en vertoningstijden dan de ander. Ook van belang is in welke week je uit gaat. Wie zijn je concurrenten? En je hebt geluk nodig: Aanrijding in Moscou (2008) is misschien door mond-tot-mondreclame een succes geworden, maar daar moet tijd voor zijn.’
Scholte: ‘Door het enorme aanbod [zo’n 400 titels per jaar, KW] krijgen Vlaamse films geen kans meer. Als een film de eerste week geen hit is, wordt-ie vervangen.’

Is Nederland voor Vlaamse films dan definitief verloren terrein? Wat werkt wél?

1. Remakes
Koot: ‘Remakes, met acteurs die we herkennen; dat werkt wel.’
Deprez: ‘Independent, de distributeur van Loft, heeft het idee gehad dat een remake meer oplevert dan het vruchteloos uitbrengen van het origineel.’
En jawel: Loft, de thriller van Erik van Looy (2008) die met 1.186.071 bezoekers de best bezochte Vlaamse film aller tijden werd, kreeg een Nederlandstalige remake geregisseerd door Antoinette Beumer (2010) met een Nederlandse sterrencast: goed voor 445.000 bezoekers. Ter vergelijking: Van Looy’s eerdere thriller De zaak Alzheimer (2003), in Vlaanderen goed voor ruim 800.000 bezoekers, haalde nog geen één procent daarvan in Nederland.

2. Kabouter Plop
Punt: ‘De studio 100-films als K3 en Kabouter Plop, kinderfilms met personages die bekend zijn van de Nederlandse tv, daar kom je wel mee weg.’

3. Bekend boek
Hermeling: ‘De campagne voor De helaasheid der dingen leunde in Nederland heel erg op het boek. The Broken Circle Breakdown werd vervolgens geholpen door de slogan ‘van de maker van De helaasheid der dingen’.

4. Pintje?

Punt: ‘Ik ben na al die jaren heel fatalistisch geworden over een mogelijke oplossing. Nederlanders een filmkaartje verkopen met een gratis Vlaams biertje erbij? Dan zullen ze zeggen: “Geef mij dat pintje maar. Maar moeten we dan ook echt naar die film gaan kijken?”’