Bob Hope

Meine Schwester Maria

Zwitserland​/​​Duitsland​/​​Oostenrijk 2003. Documentaire van Maximilian Schell. Met o.a. Maria Schell, Maximilian Schell, Falko Skrabal, Gerhard Hannak en Harry Stuhlhofer.

Bob Hope: Laughing with the Presidents

Verenigde Staten 1996. Komedie van Daniel Helfgott. Met o.a. Bob Hope en Tony Danza.

Bob Hope: Memories of World War II

Verenigde Staten 1995. Drama van Nancy Malone. Met o.a. Bob Hope, Dolores Hope, Frances Langford, Dorothy Lamour en Sherwood Schwartz.

VV.

Masterpiece of murder

Verenigde Staten 1986. Thriller van Charles S. Dubin. Met o.a. Anne Lloyd Francis, Frank Gorshin, Kevin McCarthy, Yvonne De Carlo en Claudia Christian.

VV.

A Masterpiece of Murder

Verenigde Staten 1986. Misdaad van Charles S. Dubin. Met o.a. Bob Hope, Don Ameche, Jayne Meadows, Yvonne De Carlo en Anne Lloyd Francis.

Hope (in zijn eerste tv-rol) is een detective in z'n nadagen, die met tegenzin samenwerkt met meester-inbreker Ameche om een serie kunstdiefstallen en moorden op te lossen. Een vermoeide Hope sleept zich voort in een rol die hij in lang vervlogen tijden met verve zou hebben gespeeld. Kelly en Astaire schijnen vroeger al eens voor de eer bedankt te hebben.

The Muppet Movie

Verenigde Staten 1979. Fantasy van James Frawley. Met o.a. Kermit the Frog, Miss Piggy, Fozzie Bear, Jim Henson en Frank Oz.

Terwijl hij zijn tijd al zingend doorbrengt in de moerassen van Georgia wordt Kermit de kikker opgemerkt door impresario DeLuise. Deze raadt Kermit aan auditie te doen in Hollywood. Op weg naar de filmstad ontmoet Kermit steeds meer Muppet-vrienden. In feite niets meer of minder dan een oprekking van de populaire tv-serie, maar dan gebracht met verve die de film zowel voor kinderen als voor volwassenen geschikt maakt. Jim Henson en zijn crew konden rekenen op de medewerking van een hele reeks beroemde gastoptredens om de boel nog meer op te fleuren, ook al lopen ze er soms wat verloren bij. Jerry Suhl en Jack Burns schreven het aantrekkelijke scenario dat de voorgeschiedenis van de kleurrijke groep verhaalt. Camerawerk van Isidore Mankovsky. Kreeg enkele vervolgen.

Lucy

Verenigde Staten 1976. Biografie van Sheldon Keller. Met o.a. Desi Arnaz, John Wayne, Vivian Vance, Danny Kaye en Gale Gordon.

Een hulde aan een van Amerika`s populairste vrouwelijke humoristen, die over de hele wereld in de jaren 1950-60 succes oogstte met haar tv-reeksen [KL]I Love Lucy[KLE], [KL]The Lucy Show[KLE] en [KL]Here`s Lucy[KLE]. Het is een aaneenschakeling van een reeks van haar bekendste gags, w.o. het onvergetelijke `vitameataveganin`-nummer, een filmopname met John Wayne, een restaurantontmoeting met William Holden, een etentje in een Japans restaurant met Danny Kaye, een onhandig dansnummertje met Danny Thomas, een spiegel-imitatie met Harpo Marx, een Chaplin en Dietrich parodie en optredens met o.a. Red Skelton, John Bubbles, Dan Dailey, Richard Burton en Jack Benny. Een uitstekende introductie tot de gekke wereld van Lucille Ball (1910-1989) voor wie haar niet kent en een herontdekking van enkele van haar beste momenten voor haar onvoorwaardelijke fans. Over haar filmcarrière wordt niet gesproken. De fragmenten worden ingeleid door een aantal bekende acteurs. Keller schreef het scenario. Een cameraman werd niet gecrediteerd. Oorspronkelijk uitgebracht als CBS SALUTES LUCY.

Cancel My Reservation

Verenigde Staten 1972. Misdaad van Paul Bogart. Met o.a. Bob Hope, Eva Marie Saint, Ralph Bellamy, Forrest Tucker en Anne Archer.

Hope had eigenlijk deze film moeten afzeggen; een niet te verteren fiasco over ongelukkige praat-show presentator die betrokken raakt bij moordzaak in Arizona.

How to Commit Marriage

Verenigde Staten 1969. Komedie van Norman Panama. Met o.a. Bob Hope, Jackie Gleason, Jane Wyman, Maureen Arthur en Leslie Nielsen.

Het echtpaar Hope-Wyman besluit na twintig jaar (v)echtvereniging uit elkaar te gaan, juist op het moment dat hun dochter aankondigt met Gleasons zoon te gaan trouwen. Ze beluiten over hun scheiding te zwijgen om de trouwerij niet te verpesten, maar Gleason komt erachter en probeert de relaties te verbreken, c.q. te bederven. Een hele aardige komedie, een van Hope's betere, al maken wij ons tegenwoordig niet zo druk meer over wat toen als moraal gold.

The private navy of sergeant O'Farrell

Verenigde Staten 1968. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Jeffrey Gunter, Phyllis Diller en Bob Hope.

Het echtpaar Hope-Wyman besluit na twintig jaar (v)echtvereniging uit elkaar te gaan, juist op het moment dat hun dochter aankondigt met Gleasons zoon te gaan trouwen. Ze beluiten over hun scheiding te zwijgen om de trouwerij niet te verpesten, maar Gleason komt erachter en probeert de relaties te verbreken, c.q. te bederven. Een hele aardige komedie, een van Hope's betere, al maken wij ons tegenwoordig niet zo druk meer over wat toen als moraal gold.

The Private Navy of Sgt. O'Farrell

Verenigde Staten 1968. Drama van Frank Tashlin. Met o.a. Bob Hope, Phyllis Diller, Jeffrey Hunter, Gina Lollobrigida en Mylène Demongeot.

O'Farrell wil wat knappe verpleegsters toegewezen zien om het moreel van zijn mannen op te vijzelen, maar hij krijgt echter Diller. Van de vele afgrijselijke Hope-kluchten is dit wellicht de ergste. Niet leuk, zelfs beledigend. Scenario van John Green, Robert M. Fresco en de regisseur.

Eight on the Lam

Verenigde Staten 1967. Komedie van George Marshall. Met o.a. Bob Hope, Phyllis Diller, Jonathan Winters, Jill St. John en Shirley Eaton.

Weer zo'n vreselijke wat recentere Hope-komedie; dit keer is hij een weduwnaar met zeven kinderen die tienduizend dollar vindt. Zelfs Winters kan bij zo'n fiasco geen redding meer bieden.

Not with My Wife, You Don't!

Verenigde Staten 1966. Komedie van Norman Panama. Met o.a. Virna Lisi, Virna Lisa, George C. Scott, Tony Curtis en Bob Hope.

Curtis speelt een militair die alle reden heeft om aan te nemen dat kameraad Scott achter zijn mooie Italiaanse vrouw aanzit. Ze staken elkaar immers al de loef af tijdens de Koreaanse oorlog. Niet voortdurend leuk.

Did I Get A Wrong Number! Boy

Verenigde Staten 1966. Komedie van George Marshall. Met o.a. Marjorie Lord, Cesare Danova, Elke Sommer, Bob Hope en Phyllis Diller.

Curtis speelt een militair die alle reden heeft om aan te nemen dat kameraad Scott achter zijn mooie Italiaanse vrouw aanzit. Ze staken elkaar immers al de loef af tijdens de Koreaanse oorlog. Niet voortdurend leuk.

Boy, Did I Get a Wrong Number!

Verenigde Staten 1966. Komedie van George Marshall. Met o.a. Bob Hope, Elke Sommer, Phyllis Diller, Cesare Danova en Marjorie Lord.

En dat kregen ze! Resultaat is een waardeloze film die je moet vermijden. Absoluut pijnlijk. Scenario van Burt Styler, Albert E. Lewin en George Kennett.

I'll Take Sweden

Verenigde Staten 1965. Komedie van Frederick de Cordova. Met o.a. Bob Hope, Dina Merrill, Tuesday Weld, Frankie Avalon en Jeremy Slate.

Een pseudo-sexy Hope-geval met iedereen die zich druk maakt over het leven en de liefde; futloze gebeurtenissen die de gebruikelijke Hope-humor danig missen.

A Global Affair

Verenigde Staten 1964. Drama van Jack Arnold. Met o.a. Bob Hope, Yvonne De Carlo, Michèle Mercier, Robert Sterling en John McGiver.

Dit keer geen komedie: Hope ontfermt zich over een baby die is gevonden in het gebouw van de VN en een vrouwelijke vertegenwoordiger van elk land eist het kind op.

Critic's Choice

Verenigde Staten 1963. Komedie van Don Weis. Met o.a. Bob Hope, Lucille Ball, Marilyn Maxwell, Rip Torn en Jessie Royce Landis.

Broadway-komedie die alleen voor ingewijden grappig was en waarvan een slap aftreksel is gemaakt voor consumptie door het bioscooppubliek. Lucy als beginnend toneelschrijfster overtreft Hope, haar man, die toneelrecensent is. Een voorspelbare komedie die wat vermoeid overkomt, de beste acties komen van de acteurs in de bijrollen. Naar een toneelstuk van Ira Levin. Gefilmd in Panavision.

Call Me Bwana

Verenigde Staten 1963. Avonturenfilm van Gordon Douglas. Met o.a. Bob Hope, Anita Ekberg, Edie Adams, Lionel Jeffries en Arnold Palmer.

Hope en Adams, op safari in het Afrikaanse oerwoud, ontmoeten Ekberg en Jeffries. Veel gebeurt er niet, maar de dames zijn verrukkelijk.

The Road to Hong Kong

Verenigd Koninkrijk 1962. Muziek van Norman Panama. Met o.a. Bob Hope, Bing Crosby, Joan Collins, Dorothy Lamour en Robert Morley.

De laatste ROAD-film kwam pas aan het begin van de jaren 1960-1970 uit en ook al biedt het veel vermaak, de zorgeloze geest van de voorafgaande films ontbreekt; Bob en Bing raken als oplichters betrokken bij een internationaal schandaal en bij... ruimtevaart! Sellers heeft een schitterend gastoptreden. Gefilmd in Engeland. Scenario van Frank Panama. Camerawerk van Jack Hildyard.

Bachelor in Paradise

Verenigde Staten 1961. Komedie van Jack Arnold. Met o.a. Bob Hope, Lana Turner, Janis Paige, Jim Hutton en Paula Prentiss.

Een Hope-film over de enige vrijgezel in een gemeenschap van echtparen. Amusant, maar niet geweldig. Hope heeft betere films gemaakt; Paige is zoals altijd leuk. Het scenario is van Valentine Davies en Hal Kanter naar een verhaal van Vera Caspary. Het camerawerk is van Joseph Ruttenberg.

The Facts of Life

Verenigde Staten 1960. Komedie van Melvin Frank. Met o.a. Bob Hope, Lucille Ball, Ruth Hussey, Don DeFore en Louis Nye.

Beschaafde komedie, waarin Bob en Lucy hun echtgenoten verlaten voor een gezamenlijk tussenspel. De twee sterren vormen een team dat het bekijken waard is.

Alias Jesse James

Verenigde Staten 1959. Western van Norman Z. McLeod. Met o.a. Bob Hope, Rhonda Fleming, Wendell Corey, Jim Davis en Gloria Talbott.

Eén van Hope's leukste films waarin hij als verzekeringsagent in het westen van Amerika werkt en wordt aangezien voor Jesse James. Fleming is een lieftallige western-schone; samen zingen ze een grappig liedje. Tijdens het hoogtepunt van de film verschijnen vele gastspelers.

Paris Holiday

Verenigde Staten 1958. Komedie van Gerd Oswald. Met o.a. Bob Hope, Fernandel, Anita Ekberg, Martha Hyer en Preston Sturges.

Deze mengeling van Franse en Amerikaanse kluchtige humor levert onevenwichtig amusement op, waarin Hope in Frankrijk een nieuw filmscenario probeert te kopen. Veel mooie meiden om naar te kijken.

Beau James

Verenigde Staten 1957. Drama van Melville Shavelson. Met o.a. Bob Hope, Vera Miles, Paul Douglas, Alexis Smith en Darren McGavin.

Levendig verhaal over de politieke carrière van Jimmy Walker, burgemeester van New York City in de jaren 1920-1930; gebaseerd op een boek van Gene Fowler. Hope blinkt uit in zijn vertolking van eigenlijk niet-grappige scènes. Gaststerren: Jimmy Durante, Jack Benny, George Jessel. De verhaalstem in de oorspronkelijke versie is van Walter Wincheli.

The Iron Petticoat

Verenigd Koninkrijk​/​​Verenigde Staten 1956. Komedie van Ralph Thomas. Met o.a. Bob Hope, Katharine Hepburn, David Kossoff, Robert Helpmann en James Robertson Justice.

Deze merkwaardige klucht, in Engeland gemaakt, is een moderne versie van NINOTCHKA. Hepburn is een humorloze Russin en Hope een Amerikaanse militair die haar voor de westerse zaak probeert te winnen. De enige waarde van deze film bestaat uit de sterren die erin zitten, maar een middelmatig scenario en de regie vermoorden al het andere.

That Certain Feeling

Verenigde Staten 1956. Komedie van Norman Panama en Melvin Frank. Met o.a. Bob Hope, Eva Marie Saint, George Sanders, Pearl Bailey en Al Capp.

Ongelooflijk slechte Hope-komedie, waarin hij een neurotische tekenaar van cartoons is. Sanders brengt nog wat leven in dit lauwe geheel. Bailey zingt het titelliedje. Gedraaid In VistaVision.

The Seven Little Foys

Verenigde Staten 1955. Biografie van Melville Shavelson. Met o.a. Bob Hope, Milly Vitale, George Tobias, Billy Gray en James Cagney.

Variété-artiest Eddie Foy werkt graag alleen. Wanneer er een Italiaanse vrouw in zijn leven komt die hem aan zeven kleine 'Foys' helpt, moet hij zich echter aanpassen. Plezierige biografie over Eddie Foy en zijn artiestengezin. Hope sprankelt in de hoofdrol, Cagney speelt een gastrol als George M. Cohen. Het tapdansen van beiden is groots.

Casanova's Big Night

Verenigde Staten 1954. Komedie van Norman Z. McLeod. Met o.a. Bob Hope, Joan Fontaine, Audrey Dalton, Basil Rathbone en Raymond Burr.

Kleermaker Pippo Popolino wordt door de hertogin van Genua ingehuurd om de betrouwbaarheid van haar aanstaande schoondochter Elena op de proef te stellen. De hertogin stelt hem een grote beloning in het vooruitzicht, mits hij zijn taak goed weet te volbrengen. Pippo houdt zijn dekmantel als Casanova geheim totdat hij ziet dat het verloofde paar echt verliefd is. Maar de slechte doge van Venetië ontdekt het bedrog en gebruikt de Casanova-dekmantel voor zijn eigen plannetjes. Pippo moet alle zeilen bijzetten om Elena te kunnen beschermen

Road To Bali

Verenigde Staten 1953. Komedie van Hal Walker. Met o.a. Peter Coe, Murvyn Vye, Dorothy Lamour, Bing Crosby en Bob Hope.

Kleermaker Pippo Popolino wordt door de hertogin van Genua ingehuurd om de betrouwbaarheid van haar aanstaande schoondochter Elena op de proef te stellen. De hertogin stelt hem een grote beloning in het vooruitzicht, mits hij zijn taak goed weet te volbrengen. Pippo houdt zijn dekmantel als Casanova geheim totdat hij ziet dat het verloofde paar echt verliefd is. Maar de slechte doge van Venetië ontdekt het bedrog en gebruikt de Casanova-dekmantel voor zijn eigen plannetjes. Pippo moet alle zeilen bijzetten om Elena te kunnen beschermen

Off Limits

Verenigde Staten 1953. Komedie van George Marshall. Met o.a. Bob Hope, Mickey Rooney, Marilyn Maxwell, Marvin Miller en Eddie Mayahoff.

Boksmanager Hope wordt door de onderwereld gedwongen in dienst te gaan om een oogje te houden op bokser Rooney, maar hij komt in een totaal ander peloton terecht. Lachen, gieren, brullen en Maxwell is het mooie nachtclubzangeresje. Let op Dempsey, die weet wel wat van boksen af.

Military Policemen

1953. Drama van George Marshall. Met o.a. Bob Hope en Mickey Rooney.

Boksmanager Hope wordt door de onderwereld gedwongen in dienst te gaan om een oogje te houden op bokser Rooney, maar hij komt in een totaal ander peloton terecht. Lachen, gieren, brullen en Maxwell is het mooie nachtclubzangeresje. Let op Dempsey, die weet wel wat van boksen af.

Here Come the Girls

Verenigde Staten 1953. Komedie van Claude Binyon. Met o.a. Bob Hope, Arlene Dahl, Rosemary Clooney, Tony Martin en Fred Clark.

Komiek Bob Hope speelt de overjarige koorknaap Stanley die het maar niet lukt om een ster te worden. Tot hij gevraagd wordt om de tegenspeler te zijn van de grote Irene Bailey (Dahl). Wat hij niet weet is dat hij slechts lokaas is om de moordenaar Jack the Slasher te vangen. Die is bezeten van Bailey en heeft de gewoonte iedere mannelijke tegenspeler van haar in repen te snijden. Onbewust van de dodelijke dreiging weet Stanley de show op de hem vertrouwde wijze te doen mislukken. (IdH/VPRO Gids)

The Road to Bali

Verenigde Staten 1952. Muziek van Hal Walker. Met o.a. Bob Hope, Dorothy Lamour, Bing Crosby, Murvyn Vye en Ralph Moody.

Lach-helden Harold Gridley (Hope) en George Cochran (Crosby) verlaten Sidney aan boord van een oceaanstomer op weg naar het exotische eiland uit de titel. Aan boord lopen zij tegen steenrijke Lalah (Lamour) op, die belaagd wordt door een oplichter, die haar van al haar centjes probeert af te helpen. Uiteraard behoeden ze haar voor dit gevaar, en redden haar en passant nog uit de vleespot van kannibalen, de tentakels van een reuzeninktvis, roofdieren, bloeddorstige vrouwen en andere oerwoudgevaren. Dit is de enige kleurenfilm uit de ROAD-serie. Mooie decors, veel grappen en gastrolletjes van: Humphrey Bogart, Katherine Hepburn, Jerry Lewis, Dean Martin en Jane Russell. Debuut van Carolyn Jones. Scenario van Frank Butler, Hal Kanter en William Morrow. Camerawerk van George Barnes.

Son of Paleface

Verenigde Staten 1952. Komedie van Frank Tashlin. Met o.a. Bob Hope, Jane Russell, Roy Rogers, Bill Williams en Harry von Zell.

Wat krijg je wanneer je een animator en cartoonist die ooit in een bh-fabriek werkte en klusjes deed voor Max 'Betty Boop' Fleischer, films laat regisseren? In het geval van Frank Tashlin kleurige, tekenfilmachtige komedies met amusementscup D. Voor dit vervolg op The Paleface van vier jaar eerder trekt Tashlin visueel en verbaal alle registers van de westernparodie open. De titelheld (Hope) claimt de erfenis van zijn tandarts-pa, maar wordt al spoedig hulpje van wetsdienaar Barton (Rogers), die vermoedt dat de voluptueuze saloonzangeres The Torch (Russell) achter een reeks goudroven zit. Een heerlijke matineetitel vol absurde kolder.

The Lemon Drop Kid

Verenigde Staten 1951. Komedie van Sidney Lanfield. Met o.a. Bob Hope, Marilyn Maxwell, Lloyd Nolan, Jane Darwell en William Frawley.

Hope is helemaal te gek als spion op de renbaan die veel geld aan een gangster schuldig is en moet betalen, of anders... Bewerkt naar een verhaal van Damon Runyon en eerder in 1934 gefilmd.

My Favorite Spy

Verenigde Staten 1951. Komedie van Norman Z. McLeod. Met o.a. Bob Hope, Hedy Lamarr, Francis L. Sullivan, John Archer en Iris Adrian.

Bob lijkt sprekend op een vermoorde spion, een toevalligheid die hem in het web van een internationale intrige doet belanden. Gein met veel vaart; de betoverende Hedy staat Bob op alle fronten terzijde.

Fancy Pants

Verenigde Staten 1950. Komedie van George Marshall. Met o.a. Robert (voorheen Bob) Hope, Lucille Ball, Bruce Cabot, Jack Kirkwood en Lea Penman.

De reeds vierde verfilming van Ruggles of Red Gap is meer slapstick dan de voorgangers, maar wat wil je als beroemde onderbroekenloltrappers Lucille Ball en Bob Hope hun krachten bundelen. Nouveau riche Agatha Floud (Ball) huurt de zich als Engelse butler en lord uitgevende Tyler (Hope) in om indruk te maken op kennissen in New Mexico. Het einde komt abrupt over omdat de oorspronkelijke finale, met de te hulp snellende verrassingsgast Roy Rogers, werd weggeknipt. (IdH/VPRO Gids)

The Great Lover

Verenigde Staten 1949. Komedie van Alexander Hall. Met o.a. Bob Hope, Rhonda Fleming, Roland Young, Roland Culver en George Reeves.

Klasseprodukt van Hope. Bob is een hopman op een schip, waarop zich bevinden: zijn padvinderstroep, de verleidelijke Fleming en de moordenaar Young.

Sorrowful Jones

Verenigde Staten 1949. Komedie van Sidney Lanfield. Met o.a. Bob Hope, Lucille Ball, William Demarest, Mary Jane Saunders en Bruce Cabot.

Een middelmatige klucht over de renbaan; in feite een nieuwe versie van LITTLE MISS MARKER uit 1934, maar lang niet zo goed.

The Paleface

Verenigde Staten 1948. Western van Norman Z. McLeod. Met o.a. Bob Hope, Jane Russell, Robert Armstrong, Iris Adrian en Robert Watson.

Calamity Jane (Russell) gaat undercover om te proberen een bende desperado`s uit te schakelen. Om compleet onverdacht te lijken, trouwt ze met Hope, een onhandige, schuchtere tandarts. En dan beginnen de moeilijkheden pas goed. Knappe parodie op de western, waarin de clich[KA1]es als een pluspunt verwerkt werden. Russell en Hope vullen elkaar wonderlijk genoeg uitstekend aan. Frank Tashlin en Edmund Hartman zijn de auteurs van het spirituele scenario, dat prachtig in beeld gebracht werd door Ray Rennahan. De song `Buttons And Bows` kreeg niet alleen een Oscar maar werd ook een internationale hit. Hope en Russell herhaalden hun rollen in het vervolg SON OF PALEFACE (1952). Zwakjes overgedaan in 1968 als THE SHAKIEST GUN OF THE WEST.

Where There's Life

Verenigde Staten 1947. Komedie van Sidney Lanfield. Met o.a. Bob Hope, Signe Hasso, William Bendix, George Coulouris en George Colouris.

Een gekke klucht waarin radiokomiek Hope aangezien wordt voor de nieuwe koning van een mythisch rijkje in Europa, waarbij hij gedwongen wordt allerlei dreigende 'boodschappers' die hem komen bezoeken, uit de weg te gaan.

Variety Girl

Verenigde Staten 1947. Komedie van George Marshall. Met o.a. Mary Hatcher, Olga San Juan, DeForest Kelley, William Demarest en Frank Faylen.

Hatcher en San Juan zijn op weg naar Hollywood in de hoop op snelle roem. De film is een zwak excuus voor gastoptredens van Paramountsterren als Hope, Crosby, Cooper, Milland, enzovoort. Hope en Crosby doen het nog het beste in een aardige golfscène. Een fragment met poppen is in kleur.

Road to Rio

Verenigde Staten 1947. Avonturenfilm van Norman Z. McLeod. Met o.a. Bing Crosby, Bob Hope, Dorothy Lamour, Gale Sondergaard en Frank Faylen.

Tussen 1940 en 1947 maakten de goed op elkaar ingespeelde muzikale grappenmakers Crosby en Hope vijf Road to-films, dwaze avonturen die zich afspeelden op exotische locaties als Singapore en Zanzibar. In deze vijfde film (er zouden er nog twee volgen, in de jaren vijftig en zestig) komt het tweetal terecht op een schip dat naar Rio vaart. Zo ontmoeten ze een damsel in distress: een vrouw (vaste tegenspeelster Dorothy Lamour) die onder hypnose tot een huwelijk wordt gedwongen. Crosby zingt met de Andrew Sisters en de muziek van Robert Emmett Dolan werd genomineerd voor een Oscar.

My Favorite Brunette

Verenigde Staten 1947. Komedie van Elliott Nugent. Met o.a. Bob Hope, Dorothy Lamour, Peter Lorre, Lon Chaney jr en John Hoyt.

De Amerikaanse entertainer Bob Hope (1903-2003) dankte zijn populariteit aan talloze film- en televisieproducties en aan zijn verluchtende werk voor de overzeese troepen. In My Favorite Brunette schmiert de koning van de oneliners er lustig op los als portretfotograaf - gespecialiseerd in babykiekjes - die stiekem de detectivepraktijk van zijn buurman overneemt. Dorothy Lamour speelt de dame die hem op het spoor zet van een serie misverstanden en vergissingen, met Peter Lorre als kwelgeest en een dodencel als eindpunt. De verbale grappen doen nu belegen aan maar Hope's timing en biomechanica zijn nog altijd legendarisch.

Monsieur Beaucaire

Verenigde Staten 1946. Komedie van George Marshall. Met o.a. Bob Hope, Joan Caulfield, Patric Knowles, Marjorie Reynolds en Cecil Kellaway.

Een alleraardigste Bob Hope-kostuumfilm waarin Bob als kapper een geheime opdracht krijgt die hem zeker de kop zal kosten. Duur decor, sterke grappen.

Road to Utopia

Verenigde Staten 1945. Muziek van Hal Walker. Met o.a. Bing Crosby, Bob Hope, Dorothy Lamour, Hillary Brooke en Douglass Dumbrille.

Hope en Crosby krijgen een plattegrond van een goudmijn in Alaska in handen en besluiten deze te gaan zoeken. De kaart was echter van enkele booswichten, die hen achtervolgen, evenals de rechtmatige eigenaar (Lamour) en nog enkele andere gegadigden. Vervelende aflevering uit de ROAD TO-reeks, met enkele geslaagde one-liners, maar als geheel toch minder aantrekkelijk. Een beer die iets zegt en enkele opmerkingen van commentator Robert Benchley zijn de beste invallen. Songs werden geschreven door Johnny Burke en James Van Heusden. Het scenario is van de hand van Melvin Frank en Norman Panama. Het in de studio opgebouwde Alaska, gefilmd door Lionel Lindon, bevat zelfs geen realistisch ijs.

The Princess and the Pirate

Verenigde Staten 1944. Avonturenfilm van David Butler. Met o.a. Bob Hope, Virginia Mayo, Walter Brennan, Walter Slezak en Victor MacLaglen.

Een van Hope's meest doldwaze films. Hij en de charmante Mayo vluchten voor piraat McLaglen, maar potentaat Slezak vangt ze. Brennan is om te gieren als oprecht buitenissige piraat.

They Got Me Covered

Verenigde Staten 1943. Drama van David Butler. Met o.a. Bob Hope, Dorothy Lamour, Lenore Aubert, Otto Preminger en Eduardo Ciannelli.

Dit spionageverhaal uit Washington dat destijds veel aandacht trok, doet nu houterig aan. Hope is beter geweest.

Let's Face It

Verenigde Staten 1943. Komedie van Sidney Lanfield. Met o.a. Bob Hope, Betty Hutton, Zasu Pitts, Phyllis Povah en Dave Willock.

Een luidruchtige komedie met de lawaaierige Hutton die met Hope om het hardste strijdt wie de lachers op zijn hand krijgt in deze geforceerde oorlogskomedie over soldaten die ingehuurd worden als gezelschapsheren.

The Road to Morocco

Verenigde Staten 1942. Muziek van David Butler. Met o.a. Bing Crosby, Dorothy Lamour, Bob Hope, Anthony Quinn en Vladimir Sokoloff.

Een typische, grappige ROAD-film met Crosby die Hope verkoopt aan een slavenhandelaar in een exotisch en geheimzinnig Marokko, waar beiden achter prinses Lamour aan zitten. Onder de liedjes wordt 'Moonlight Becomes You' ten gehore gebracht.

Star Spangled Rhythm

Verenigde Staten 1942. Musical van George Marshall. Met o.a. Bing Crosby, Ray Milland, Bob Hope, Veronica Lake en Dorothy Lamour.

Een met sterren afgeladen buitenissige film van Paramount, volgepropt met liedjes en schetsen, zonder verbindende draad. Onder de goede nummers: 'That Old Black Magic' en 'Time To Hit The Road To Dreamland'

Road To Morocco

Verenigde Staten 1942. Drama van David Butler. Met o.a. Monte Blue, Vladimir Sokoloff, Dona Drake, Bing Crosby en Dorothy Lamour.

In de zesdelige komische 'Road-reeks' ergens tussen Singapore en Hong Kong vinden we Bing Crosby, Bob Hope en Dorothy Lamour in Marokko. De beroemde troepen-oppeppers spelen in zwartwit de verdwaalde dwazen Jeff en Turkey en prinses Shalmar en gaan er improviserend op los. Meestal schaamteloos flauw maar net zo gemakkelijk fris geestig. Soort humor: Jeff en Turkey noemen een kameel een kangeroe, en de kameel vertelt het publiek later dat dit de zonderlingste film is waarin hij ooit heeft gespeeld. (IdH/VPRO Gids)

My Favorite Blonde

Verenigde Staten 1942. Komedie van Sidney Lanfield. Met o.a. Bob Hope, Madeleine Carroll, Gale Sondergaard, George Zucco en Victor Varconi.

Middels titel, plot en ster Carroll (39 Steps) profileerde My Favorite Blonde zich als een satire op Hitchcockfilms. Maar eigenlijk is alles gewoon een ideale etalage voor de zich nog immer ontwikkelende komiek Bob Hope. Tijdens hun radio-samenwerking met Hope wisten de schrijvende vrinden Melvin Frank en Norman Panama donders goed hoe zij de super-komiek met zijn smetteloze timing het beste in stelling konden brengen. Hope speelt pinguïn-trainer en entertainer Larry, die in de kleedkamer wordt aangeklampt door de nerveuze spionne Karen (Carroll). Natuurlijk helpt rokkenjager Larry de blonde schoonheid, maar op meedogenloze nazi's had hij niet gerekend.

The Road to Zanzibar

Verenigde Staten 1941. Muziek van Victor Schertzinger. Met o.a. Bing Crosby, Bob Hope, Dorothy Lamour, Una Merkel en Eric Blore.

Een van de zwakkere ROAD-afleveringen, maar nog steeds onderhoudend met Bob en Bing als circusartiesten op weg door het oerwoud met Lamour en Merkel die op zoek zijn naar een diamantmijn.

Road To Zanzibar

Verenigde Staten 1941. Drama van Victor Schertzinger. Met o.a. Bing Crosby, Dorothy Lamour, Bob Hope en Una Merkel.

Een van de zwakkere ROAD-afleveringen, maar nog steeds onderhoudend met Bob en Bing als circusartiesten op weg door het oerwoud met Lamour en Merkel die op zoek zijn naar een diamantmijn.

Nothing But the Truth

Verenigde Staten 1941. Komedie van Elliott Nugent. Met o.a. Bob Hope, Paulette Goddard, Edward Arnold, Leif Erickson en Willie Best.

Een van de vele komische films van Hope uit de jaren veertig. In dit geval krijgt de naïeve Hope een bedrag van $ 10.000 in handen met de opdracht die te verdubbelen. In plaats daarvan komt hij in een weddenschap terecht waarbij hij twee dagen lang de waarheid moet vertellen. Het geheel is amusant en Hope was in die tijd zeer populair.

Louisiana Purchase

Verenigde Staten 1941. Komedie van Irving Cummings. Met o.a. Bob Hope, Vera Zorina, Victor Moore, Irene Bordoni en Dona Drake.

Een luidruchtige muzikale komedie van Irving Berlin met Hope's humor die heel erg leuk is, vooral de beroemde scène waarin een langdurige obstructie in het Congres wordt gepleegd door een lange redevoering. De openingsscène met koormeisjes die zingen dat de karakters fictief zijn, is waarschijnlijk voor het eerst... en het laatst.

Caught in the Draft

Verenigde Staten 1941. Drama van David Butler. Met o.a. Bob Hope, Dorothy Lamour, Lynne Overman en Eddie Bracken.

Het laatste dat filmster Hope wil is om opgeroepen te worden voor militaire dienst, maar hij neemt zelf per ongeluk vrijwillig dienst. Een leuke legerkomedie.

The Road to Singapore

Verenigde Staten 1940. Muziek van Victor Schertzinger. Met o.a. Bing Crosby, Dorothy Lamour, Bob Hope, Charles Coburn en Judith Barrett.

Crosby en Hope zweren geen vrouw meer aan te raken en zoeken hun onderkomen in Singapore. Dan komen zij de in sarong geklede Lamour tegen. De eerste ROAD-film, niet de beste maar nog steeds veel pret.

The Ghost Breakers

1940. Drama van George Marshall. Met o.a. Paulette Goddard, Richard Carlson, Bob Hope, Anthony Quinn en Paul Lukas.

Crosby en Hope zweren geen vrouw meer aan te raken en zoeken hun onderkomen in Singapore. Dan komen zij de in sarong geklede Lamour tegen. De eerste ROAD-film, niet de beste maar nog steeds veel pret.

Road to Singapore

Verenigde Staten 1940. Komedie van Victor Schertzinger. Met o.a. Charles Coburn, Jerry Colonna, Bing Crosby, Dorothy Lamour en Bob Hope.

Zanger-acteur Crosby en komiek Hope vormden in deze komedie voor het eerst een duo. Ze spelen playboys die in Singapore van het goede leven genieten en beiden in de ban raken van een inlandse schone (Lamour, natuurlijk onweerstaanbaar in een sarong). De formule van leuke liedjes, gekke grappen en een simpele plot op een exotische locatie bleek een hit. Het tweetal zou in de navolgende serie Road to-films nog onder meer Bali, Hong Kong, Rio en Utopia aandoen.

Ghost Breakers

Verenigde Staten 1940. Komedie van George Marshall. Met o.a. Bob Hope, Paulette Goddard, Richard Carlson, Paul Lukas en Anthony Quinn.

Bob en Paulette gaan op onderzoek uit in een griezelig huis op Cuba, dat zij heeft geërfd. Een paar echte rillers, maar ook een gulle lach in deze eersteklas film. Herverfilmd als SCARED STIFF.

The Cat and the Canary

Verenigde Staten 1939. Horror van Elliott Nugent. Met o.a. Bob Hope, Paulette Goddard, Gale Sondergaard, John Beal en Douglass Montgomery.

Bob Hope is op z'n best in deze komische - derde - filmbewerking van John Willard's fameuze toneelstuk over een excentrieke miljonair die zijn verwanten bij elkaar laat komen in een afgelegen villa. Hij blijkt zijn kleindochter tot enige erfgename benoemd te hebben, op voorwaarde dat ze na een nacht in het griezelhuis met haar onterfde familieleden niet krankzinnig verklaard wordt. 'Miss Goddard's screams would put a traffic snarl in Times Square,' stelde een Amerikaanse criticus destijds tevreden vast. (VM/VPRO Gids)

Some Like It Hot

Verenigde Staten 1939. Komedie van George Archainbaud. Met o.a. Bob Hope, Shirley Ross, Una Merkel, Gene Krupa en Richard Denning.

Kermisbaas Hope maakt gebruik van Ross om geld voor een show bij elkaar te krijgen. Deze luchtige klucht bevat het liedje 'The Lady's In Love With You'. Hertiteld: RHYTHM ROMANCE.

Never Say Die

Verenigde Staten 1939. Komedie van Elliott Nugent. Met o.a. Martha Raye, Bob Hope, Sig Ruman, Andy Devine en Gale Sondergaard.

In de Zwitserse badplaats Bad Gaswasser trouwt Bob met Martha, omdat hij meent nog slechts twee weken te leven te hebben. Een goede rolbezetting in een levendig, luchthartig werkje.

The Big Broadcast of 1938

Verenigde Staten 1938. Muziek van Mitchell Leisen. Met o.a. W.C. Fields, Martha Raye, Dorothy Lamour, Shirley Ross en Lynne Overman.

Allegaartje van slechte muzieknummers, van Tito Guizar tot en met Kirsten Flagstad; alleen de weinige scènes met Fields zijn het bekijken waard, evenals het optreden van Hope en Ross in het Oscarwinnende nummer 'Thanks For The Memory'.

Give Me a Sailor

Verenigde Staten 1938. Komedie van Elliot Nugent en Elliott Nugent. Met o.a. Martha Raye, Bob Hope, Betty Grable, Jack Whiting en Clarence Kolb.

Zich snel afwikkelende muzikale komedie over de gecompliceerde liefdesaffaires van de zeeman Hope. Raye is altijd het bekijken waard. De muziek is niet om over naar huis te schrijven.

College Swing

Verenigde Staten 1938. Musical van Raoul Walsh. Met o.a. George Burns, Gracie Allen, Martha Raye, Bob Hope en Edward Everett Horton.

Het lukt Gracie maar niet om haar diploma te behalen in deze onderhoudende muzikale komedie die zich op een college afspeelt met een prima rolbezetting, maar liedjes als 'What Did Romeo Say to Juliet?' zijn onbeduidend en moet je maar gauw vergeten als je ze nog net onthouden kan.