Herbert Kiper: cast.
Er zijn 4 films gevonden.

Rauschende Melodien

1954 | Muziek, Komedie

Oost Duitsland 1954. Muziek van E.W. Fiedler. Met o.a. Jarmila Ksirova, Sonja Schöner, Erich Arnold, Josef Egger en Gerhard Frickhöffer.

Wenen rond 1900. Het echtpaar Von Eisenstein (Arnold- Ksirova) kent geen zorgen. Ze leven er blijelijk op los en gunnen zichzelf menig zijsprongetje. Ze treden gezamenlijk op als ze iemand belachelijk kunnen maken. Een van hun slachtoffers is society-arts Dr. Falke (Kiper). Hij zint op wraak en weet ze uit te nodigen op het bal van de depressieve prins Orlofsky (Frickhöffer). De komedie der verwisseling kan dan pas goed beginnen. Bewerking van de operette Die Fledermaus van Johann Strauss die niet direkt als geslaagd bestempeld kan worden.

Das Tanzende Herz

1953 | Historische film, Musical

Duitsland 1953. Historische film van Wolfgang Liebeneiner. Met o.a. Gertrud Kückelmann, Gunnar Möller, Paul Henckels, Paul Hörbiger en Maria Fris.

Een bankier probeert beslag te leggen op de levensechte pop Susanne èn de echte Susanne, dochter van een geleerde die zich te diep in de schulden stak om die pop te maken. Een mislukte vrije versie van het Coppelia-verhaal. Scenario van de regisseur. Camerawerk van Igor Oberberg.

Die Spur führt nach Berlin

1952 | Mysterie, Thriller

Duitsland 1952. Mysterie van Frantisek Cáp. Met o.a. Gordon Howard, Irina Garden, Kurt Meisel, Hans Nielson en Paul Bildt.

In het Berlijn van 1952 worden in de zakken van een dode man valse dollarbiljetten uit 1944 gevonden. Een Amerikaanse advocaat raakt toevallig betrokken bij de zaak, terwijl hij op zoek is naar ene Dornbrink, die een hoop geld zal erven. Er wordt zo overdreven geacteerd, dat het af en toe net lijkt of je naar een zwijgende film zit te kijken.

Der Onkel aus Amerika

1952 | Komedie, Muziek

Duitsland 1952. Komedie van Carl Boese. Met o.a. Georg Thomalla, Hans Moser, Grethe Weiser, Waltraud Haas en Arno Paulsen.

Ondernemer Hermann Hartung (Paulsen) heeft zijn gehele vermogen gestoken in een oliewinningsproject dat door bankdirecteur Brenner (St[KA3]ockel) was aanbevolen. De aandelen blijken waardeloos, Hartung dreigt het faillissement, zijn vrouw Gertrud (Weiser) is met stomheid geslagen en zijn dochter Elisabeth (Haas) kan een huwelijk met een goede partij op haar buik schrijven. Ook de bank dreigt eraan kapot te gaan. Op dat moment komt het bericht in Groditzkirchen dat oom Thomas Theodor Hoffmann (Moser) uit Amerika terugkeert en het gerucht gaat dat hij aan de overkant van de grote plas miljonair geworden is en zijn geld in Groditzkirchen gaat investeren, hetgeen de redding van Brenners handelsbank zou betekenen. Oom Thomas Theodor heeft in Amerika helemaal niet het grote fortuin gemaakt, maar is teruggekeerd naar de heimat met slechts enkele luttele dollars op zak. Niettemin besluit Bodo Schmidt (Thomalla), een bankbediende, oom Thomas Theodor over te halen zich als miljonair uit te geven, waardoor het vertrouwen in de bank wordt teruggewonnen zodat andere beleggers er hun geld inleggen. Dat gaat goed, zelfs zo goed dat Bodo Elisabeth voor zich kan inpalmen, totdat oom Thomas Theodor met de waarheid voor de dag wil komen. Het wordt dan nog eventjes heel spannend voordat de goede afloop zijn beloop kan krijgen. Er zijn mensen, die zich hebben afgevraagd waarom Boese zijn behoorlijk gemaakte en succesvolle film uit 1931 MAN BRAUCHT KEIN GELD zonodig opnieuw moest maken. Hij had gebrek aan een behoorlijk draaiboek en meende met een aanpassing op de 'huidige' tijd, het na-oorlogse Duitsland, dat hij weer een slag kon slaan. Het is helaas niet gelukt, want deze film is beslist minder dan de vorige, waarin de ongeslagen Heinz Rühmann de rol van Bodo met verve speelde. Het zijn vooral de flauwe satire en de misvattingen vol clichés over Amerika die de film de das om doen. De grappen zijn niet leuk en de parodieën zijn nog erger. Vijftig jaar na dato digitaliseerde omroep ZDF de oorspronkelijke prent zodat de vertoning op tv er heel goed uitziet, maar helaas is de inhoud even slecht gebleven. Het scenario is van Curth Flatow en Peter Paulsen naar het toneelklucht Man braucht kein Geld van Ferdinand Altenkirch. Het camerawerk is van Albert Benitz.