Bernard Dumaine: cast.
Er zijn 5 films gevonden.

La mort en sautoir

1989 | Misdaad

Frankrijk 1989. Misdaad van Pierre Goutas. Met o.a. Danielle Darrieux, Bernard Dumaine, Louise Colpeyn, Frédérique Tirmont en Patrick Guillemin.

Het zeer geregelde leven van een vrouw van in de veertig die al jarenlang getrouwd is met een toneelacteur, die op dat moment net op tournee is, wordt overhoop gegooid, wanneer ze een telefoontje krijgt van een meisje dat zegt dat ze zwanger is van haar man. Daarna volgen de gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op in dit futloze verhaal, dat geschreven werd door een onbekende en met veel moeite geregisseerd werd door een andere onbekende. Alleen de acteerprestaties van Darrieux in de hoofdrol en Dumaine als politie-inspecteur beletten dat de kijker zich stierlijk verveelt.

Maine Océan

1985 | Experimenteel

Frankrijk 1985. Experimenteel van Jacques Rozier. Met o.a. Bernard Menez, Luis Rego, Yves Alfonso, Lydia Feld en Rose-Marie Gomès.

Een jonge Braziliaanse topless-danseres reist eersteklas in de expresstrein Maine Océan. Bij controle door twee gekke treinconducteurs blijkt er iets niet in orde te zijn met haar ticket, maar het meisje spreekt Frans noch Engels. Een advocate in hetzelfde compartiment zorgt ervoor dat alles in orde komt. Ze nodigt het meisje uit om enkele dagen met haar door te brengen op het île d'Yeu. Onderweg ontmoeten ze nog allerhande vreemde figuren. Een schijnbaar alledaags avontuur met heel wat komische verwikkelingen, vooral door de taalverwarringen. De film toont aan dat verschillende culturen, hoever ze ook uit elkaar liggen, best kunnen samenleven. Een vermakelijke kroniek geschreven door Rozier en Lydia Feld en stijlvol in beeld gebracht door Acacio De Almeida.

Un chien dans un jeu de quilles

1982 | Komedie

Frankrijk 1982. Komedie van Bernard Guillou. Met o.a. Pierre Richard, Jean Carmet, Julien Guiomar, Béatrice Camurat en Hélène Surgère.

De Parijse psycholoog Pierre Cohen (Richard) keert terug naar zijn Bretonse geboortedorp om zijn broer Joseph (Carmet) die bedreigd wordt met de onteigening van zijn boerderij, bij te staan. De komiek Richard produceerde zelf deze plattelandskomedie in een welkome en geslaagde afwijking van zijn verstrooide stuntelaarsimago. Hij kreeg goed tegenspel van Carmet en vooral van Camuret, als resp. zijn broer en schoonzus Françoise. Het scenario van Claude Gallot en regisseur Guillou vermijdt de gebruikelijke vulgaire pastorale humor, maar de regie had meer flair kunnen hebben. Niettemin was de desinteresse van het Franse bioscooppubliek toentertijd onverdiend en onverklaarbaar. Het camerawerk is van Claude Agostini.

Les fantômes du chapelier

1982 | Thriller

Frankrijk 1982. Thriller van Claude Chabrol. Met o.a. Michel Serrault, Charles Aznavour, Monique Chaumette, François Cluzet en Isabelle Sadoyan.

Een hoedenmaker heeft zijn verlamde vrouw vermoord en brengt daarna ook één voor één haar oude schoolvriendinnen om. Zijn status als dorpsnotabele plaatst hem boven iedere verdenking, maar is ook onderwerp van nieuwsgierigheid van zijn buurman die als emigrant altijd buitenstaander is gebleven. Deze betrapt hem bij een moord, maar weet dat zijn beschuldiging niet geloofd zal worden zodat er een troebele medeplichtigheid tussen beide mannen ontstaat. Deze vrije verfilming naar een verhaal van Simenon wordt in Chabrols gestileerde aanpak meer een Fantastische Vertelling dan een regelrechte thriller, met naast zijn sarcastische kritiek op de bourgeois-respectabiliteit uiterst complex getekende - en briljant geacteerde - personages. Camerawerk van Jean Rabier.

Le cheval d'orgeuil

1980 | Drama

Frankrijk 1980. Drama van Claude Chabrol. Met o.a. François Cluzet, Bernadette Le Saché, Jacques Dufilho, Arnel Hubert en Ronan Hubert.

Apocriefe en minst bekende titel van Chabrol, die in het boekje 'Pensées, répliques et anecdotes' er met gortdroge ironie over opmerkt: 'Er zitten enkele van de beste dingen in die ik ooit heb gedaan, maar ze zijn zo subtiel dat ik de enige ben die ze heeft opgemerkt.' Inderdaad: de nogal vrije bewerking van Pierre-Jakez Hélias' succesroman over straatarme Bretonse boeren aan het begin van de twintigste eeuw flopte genadeloos. Aan de acteurs en het 'postkalenderrealisme' van Jean Rabiers fotografie heeft het niet gelegen, volgens de regisseur, die achteraf berouwde te hebben verzuimd om in het Bretonse dialect te draaien.