Kumiko Aso: cast.
Er zijn 5 films gevonden.

Zebraman

2004 | Komedie

Japan 2004. Komedie van Takashi Miike. Met o.a. Sho Aikawa, Kumiko Aso, Akira Emoto, Arata Furuta en Kyoka Suzuki.

De Japanse veelfilmer Takashi Miike zoekt keer op keer taboes rond geweld en seks op. Films als Audition, Ichi the Killer en de trilogie Dead or Alive worden ook in het Westen gewaardeerd. Zebraman is een curieuze komedie over Shinichi, een niet al te beste leraar wiens privéleven er ook al niet florissant bij staat. Hij leeft zich uit in zijn passie voor Zebraman, een superheld van televisie. Voor zichzelf maakt hij een Zebraman-kostuum en trekt er 's nachts op uit om het kwaad te bestrijden. Hij stuit op buitenaardse wezens. Behoorlijk maf allemaal.

Casshern

2004 | Avonturenfilm, Actiefilm, Sciencefiction, Drama

Japan 2004. Avonturenfilm van Kazuaki Kiriya. Met o.a. Yûsuke Iseya, Kumiko Aso, Akira Terao en Kanako Higuchi.

Eind 21ste eeuw. Japan is de overwinnaar van een slopende chemische en nucleaire oorlog met nazi-Europa, ten koste van het welzijn van de wereldbevolking die gebukt gaat onder epidemieën en vervuiling. Tot overmaat van ramp slaan de alomaanwezige robots op tilt. Biomechanisch supermens Casshern moet de orde herstellen. Casshern werd geschoten tegen een groene wand die in de postproductie werd ingevuld met de meest bombastische panorama's. Live action anime, aldus de makers die het vak leerden met de productie van videoclips en commercials. Een ongekend spektakel.

11'09''01 - September 11

2002 | Drama, Documentaire

Frankrijk​/​​Verenigd Koninkrijk​/​​Israël​/​​Japan​/​​Verenigde Staten​/​​Ethiopië​/​​Mexico​/​​Iran 2002. Drama van Youssef Chahine, Alejandro G. Iñárritu, Shohei Imamura, Claude Lelouch en Ken Loach. Met o.a. Maryam Karimi, Emmanuelle Laborit, Jérôme Horry, Nour El-Sherif en Ahmed Seif Eldine.

Elf regisseurs uit verschillende landen en culturen, onder wie Ken Loach, Sean Penn, Samira Makhmalbaf, Alejandro Gonzálex Iñárritu en Danis Tanovic, geven hun visie op de aanslagen in New York. Ze hadden volledige artistieke vrijheid; alleen de symbolische lengte van elke bijdrage stond vast: elf minuten, negen seconden en één frame (11''09''01). Niet alle bijdragen zijn even sterk, maar dat doet er eigenlijk niet toe. Samen laten de elf filmpjes zien op hoeveel verschillende manieren filmmakers kunnen reageren en reflecteren op de wereld om hen heen.

Kairo

2001 | Fantasy, Horror

Japan 2001. Fantasy van Kiyoshi Kurosawa. Met o.a. Masatoshi Matsuo, Kurume Arisaka, Koyuki, Kumiko Aso en Haruhiko Kato.

Sinds jaar en dag leunt het horrorgenre op variaties van het donkere bos uit de sprookjes van weleer. Het Japanse Pulse trekt de lijn door naar het donkere bos van nu: internet. In Tokyo dwaalt een handjevol vereenzaamde jongelingen van het pad via een website die lijkt te worden bediend vanuit het uit de voegen barstende rijk der geesten. Regisseur Kiyoshi Kurosawa (geen familie van Akira) borduurt met Pulse voort op het thema van de dolende, eenzame mens, die zelfs in de dood geen verlossing vindt. Kurosawa maakte eerder Cure en Seance, net als Pulse publiekstrekkers op het Rotterdamse filmfestival.

Kanzô sensei

1998 | Drama, Oorlogsfilm

Japan​/​​Frankrijk 1998. Drama van Shohei Imamura. Met o.a. Akira Emoto, Kumiko Aso, Jacques Gamblin, Masanori Sera en Keiko Matzuzaka.

Dr. Akagi (Emoto) is de dorpsarts van Hibi, een klein Japans dorpje in de marge van het oorlogsgeweld van WO II. Hij hoedt over een wonderlijk ensemble van bonte personages, onder wie een dronken priester, een drugsverslaafde, een Nederlandse krijgsgevangene en een prostituee/doktersassistente (Aso). Akagi is een toegewijd medicus. Gekleed in een smetteloos wit pak rent hij van de ene naar de andere patiënt en zijn diagnose is steevast geelzucht (behalve bij de Nederlander!), een aandoening die in de film de verziekte Japanse oorlogsmaatschappij symboliseert. Het is de vermeende zwanenzang van veteraan Imamura (1926), een indrukwekkend en gelaagd werk waarin vitaliteit en apathie vechten om voorrang. De vele personages, plotwisselingen en genreoverschrijdingen (van oorlog tot horror) maken het niet makkelijk voor de eurocentrische toeschouwer maar zelfs zonder begrip van de Oosterse subtiliteiten wordt de visie van nestor Imamura glashelder in de laatste scène. Zelfs de ultieme terreur (De Bom) kan de mens niet losweken uit zijn zorgvuldig gecreëerde innerlijke wereld.