Leon Askin

Kubanisch Rauchen

Duitsland​/​​Oostenrijk 1999. Drama van Stephan Wagner. Met o.a. Simon Licht, Thomas Morris, Wolfgang S. Zechmayer, Eva-Maria Straka en Tatjana Alexander.

Die Bräute

Duitsland 1998. Misdaad van Johannes Fabrick. Met o.a. Wolfram Berger, Alexander Lutz, Gabriele Benesch, Franziska Sztavjanik en Heidelinde Pfaffenbichler.

Höhenangst

Oostenrijk 1994. Komedie van Houchang Allahyari. Met o.a. Fritz Karl, Dolores Schmidinger, Leon Askin, Michael Niavarani en Hanno Pöschl.

Mario uit Wenen is een loser. Door een vergrijp belandde hij in de gevangenis en deed daar traumatische ervaringen op. Na zijn vrijlating smeert Mario hem uit de stad van het Prater en belandt ergens in de provincie op een boerderij. Hij krijgt een relatie met de ongetrouwde dochter van de boer.

Odd Jobs

Verenigde Staten 1984. Komedie van Mark Story. Met o.a. Leon Askin, Paul Reiser, Robert Townsend, Scott McGinnis en Paul Provenza.

Een slappe komedie over vijf studenten die in de zomer voor een filmmaatschappij werken. Zonde van het goede jonge komedietalent. Let op Phillips als Reisers vriendin, en de radiopersoonlijkheid Don Imus in een gastrolletje.

Frightmare

Verenigde Staten 1981. Horror van Norman Thaddeus Vane. Met o.a. Jennifer Starrett, Nita Talbot, Jeffrey Combs, Luca Bercovici en Leon Askin.

Een griezelfilmacteur (Mayne) keert terug uit de dood en wreekt zich op de stomme studenten die zijn lijk hebben gestolen. De film lijkt te lijden aan rigor mortis, zo traag is hij. De merkwaardige geluidseffecten en cameratrucs kunnen daar niets aan veranderen.

The World's Greatest Athlete

Verenigde Staten 1973. Komedie van Robert Scheerer. Met o.a. John Amos, Jan-Michael Vincent, Tim Conway, Roscoe Lee Browne en Dayle Haddon.

Trainer Amos die alles tegenzit, keert terug naar Afrika, waar zijn wortels liggen, om er de superatleet Vincent te ontdekken. Een aardige Disney-film met prima speciale effecten. Conway is erg grappig in een scène waarin hij de proporties van Klein Duimpje krijgt. Scenario van Gerald Gardner en Dee Caruso. Camerawerk van Frank Phillips.

Hammersmith Is Out

Verenigde Staten 1972. Komedie van Peter Ustinov. Met o.a. Elizabeth Taylor, Richard Burton, Peter Ustinov, Beau Bridges en Leon Askin.

Groteske komedie over een geesteszieke, zijn verzorger en een bijeengeraapt stelletje anderen. Bewijst eens te meer dat Liz en Dick alles voor geld deden; de acteurs beleven er meer plezier aan dan de kijkers.

A Fine Pair

Verenigde Staten​/​​Italië 1969. Komedie van Francesco Maselli en Fransesco Masseli. Met o.a. Rock Hudson, Claudia Cardinale, Walter Giller, Leon Askin en Ellen Corby.

De dochter van een Italiaanse politieman wordt uit reactie op haar opvoeding een dievegge, maar raakt door haar gebrek aan routine in moeilijkheden. Ze doet een beroep op een Newyorkse collega van haar vader om de gestolen juwelen bij de eigenaar terug te bezorgen, maar deze ontdekt dat ze haar leven helemaal niet wil beteren en laat zich steeds meer door haar uitbundigheid meeslepen. De regie heeft geen vat op de tegenstrijdige elementen in het scenario en Hudson weet met zijn rol als een ontdooiende dienstklopper ook geen raad. De temperamentvolle Cardinale blijft daardoor in het luchtledige hangen. Ook bekend als RUBA AL PROSSIMO TUO.

La bataille de San Sebastian

Italië​/​​Mexico​/​​Frankrijk 1967. Avonturenfilm van Henri Verneuil, Andrew L. Stone en Henri Vernueil. Met o.a. Anthony Quinn, Anjanette Comer, Charles Bronson, Sam Jaffe en Fernand Gravey.

Leon Alastray, een Mexicaaans patriot wordt in 1750 door een pastoor gered van de soldaten als hij zich in zijn kerk verschuilt. Na diens dood voert hij in monnikspij de parochianen aan in hun strijd tegen plunderaars en Indianen. Quinn overacteert zijn heldhaftigheid en de film mist de vaart van de Hollywood-producties om onwaarschijnlijkheden in het scenario van Ennio Di Concini, Serge Ganze, James R. Webb en Miguel Moryata weg te werken. Naar de roman A Wall for San Sebastian van William Barby Faherty. Achter de camera stond Armand Thirard.

What Did You Do in the War, Daddy?

Verenigde Staten 1966. Oorlogsfilm van Blake Edwards. Met o.a. James Coburn, Dick Shawn, Sergio Fantoni, Aldo Ray en Harry Morgan.

Satirische oorlogsfilm over een Amerikaans regiment dat in 1943 het Siciliaanse stadje Valerno moet veroveren. Ze ondervinden niet de minste weerstand en de Italianen zijn zelfs bereid te capituleren zonder slag of stoot op voorwaarde dat hun overgave eervol wordt afgeschilderd en dat ze hun wijnfeest mogen houden. Het scenario van William Peter Blatty, naar een verhaal van regisseur Edwards en Maurice Rishlin bevat enkele zeer plezierige situaties, maar als geheel is het toch te doorzichtig en platvloers. De acteurs spelen hun rollen met het nodige enthousiasme, maar kunnen een zekere langdradigheid niet verhinderen. Goede fotografie van Philip Lathrop en een gezellige score van Henry Mancini. Gefilmd in Panavision.

Do Not Disturb

Verenigde Staten 1965. Sportfilm van Ralph Levy. Met o.a. Doris Day, Hermione Baddeley, Sergio Fantoni, Reginald Gardiner en Mike Romanoff.

Mike Harper (Taylor) is verkoopleider bij een wolfirma; hij wordt overgeplaatst naar Londen. Zijn vrouw Janet (Day) haalt hem over een landhuis buiten de metropool te kopen. Als gevolg ondervindt Mike grote problemen om zijn kantoor in de City te bereiken; de secretaresse Claire Hacket (McGibney) reikt haar Amerikaanse baas een helpende hand, waarop Janet jaloers wordt. Dan ontmoet Janet antiekhandelaar Paul Bellari (Fantoni), die een ruiker stuurt, omdat hij een afspraak vergeten was met als gevolg dat Mike naijverig wordt. Een brave, zo niet tamme komedie rondom echtpaar Day-Taylor over misverstanden, die hen op het punt van echtscheiding brengen.

Sherlock Holmes und das Halsband des Todes

Duitsland​/​​Frankrijk​/​​Italië 1962. Mysterie van Terence Fisher en Frank Winterstein. Met o.a. Thorley Walters, Hans Söhnker, Senta Berger, Ivan Desny en Hans Nielsen.

Sherlock Holmes (Lee) en Dr. Watson (Walters) onderzoeken een moord, die duidelijk het stempel draagt van professor Moriarty. En inderdaad, Moriarty is weer in Londen en hij geeft zich uit voor archeoloog. Verschillende leden van een Egyptische expeditie, die de mummie en een kostbare halsband van Cleopatra hebben gevonden, vinden de dood, totdat Moriarty uiteindelijk in het bezit is van de schat. Niet bepaald origineel, wel boeiend en plezierig uitgewerkt Sherlock Holmes-verhaal, met een schitterende Lee. Geschreven door Curt Siodmak (zonder dat een verhaal van Conan Doyle model stond). Het typische Duitse studio-Londen is niet erg realistisch en dat geldt ook voor de personages. Fisher draaide de film in Duitsland (met een dialoogregie van Winterstein) op het moment dat hij in de clinch lag met de Hammer-bazen. Richard Angst fungeerde als cameraman.

Das Testament des Dr. Mabuse

Duitsland 1962. Thriller van Werner Klingler. Met o.a. Gert Fröbe, Senta Berger, Wolfgang Preiss, Helmut Schmid en Charles Régnier.

Fritz Langs ijzersterke origineel uit 1933 werd lang verboden door de nazi's, vanwege de naziteksten die door schurken werden uitgesproken, en door de suggestie van overeenkomsten tussen Hitler en de megalomane meesterschurk Dr. Mabuse. In deze remake zonder politieke lading wordt een stad opgeschrikt door brute moorden. Alles wijst op bemoeienis van Mabuse, maar die zit veilig vast in een inrichting. Of zou het criminele genie een vorm van gedachtencontrole hebben ontwikkeld? Minder sterk dan de film van Lang, maar toch, dankzij capabel acteerwerk van de hoofdrolspelers, het bekijken waard.

Unter Ausschluß der Öffentlichkeit

Duitsland 1961. Misdaad van Harald Philipp. Met o.a. Marianne Koch, Peter van Eyck, Eva Bartok, Claus Holm en Wolfgang Reichmann.

In dit gecompliceerde, op een verwarde manier uitgewerkte verhaal, eist een procureur een nieuw onderzoek naar aanleiding van een voorgewende gerechtelijke dwaling die een zelfmoord tot gevolg had.

One, Two, Three

Verenigde Staten​/​​Duitsland 1961. Komedie van Billy Wilder. Met o.a. James Cagney, Arlene Francis, Horst Buchholz, Pamela Tiffin en Red Buttons.

Vrolijke, vlotte Wilder-film over een directeur van de Coca Cola fabriek in West-Berlijn. Cagney speelt wonderbaarlijk goed in zijn laatste film vóór RAGTIME, twintig jaar later. De muziek van André Previn maakt op originele wijze gebruik van de 'Sabeldans' van Chattsjaturian. Scenario van regisseur Wilder en I.A.L. Diamond naar een toneelstuk van Ferenc Molnár. Camerawerk vam Daniel L. Fapp.

Weit ist der Weg

Duitsland 1960. Muziek van Wolfgang Schleif. Met o.a. Freddy Quinn, Ingeborg Schöner, Leon Askin, Ann Savo en Edith Schultze-Westrum.

Zeeman Freddy gaat aan land in Brazili[KA3]e en leidt een idyllisch en feestend leventje, dat vertroebeld wordt door een kleverige wees, Nayantara. Als hij haar in een tehuis wil lozen, leert hij de fraaie Dr Sch[KA3]oner (mooier kan het niet!) kennen. Via de nodige omwegen belanden Schöner en Freddy in elkaars armen en is er een oplossing voor de kleine Nayantara. Typisch Quinn-vehikel opgeluisterd door menig liedje van gitaarspelende Freddy. Scenario van Kurt Nachmann. Camerawerk van Heinz Pehlke. Zie ook: Schlagerfilms.

Bis daß das Geld euch scheidet

Duitsland 1960. Drama van Alfred Vohrer. Met o.a. Gert Fröbe, Luise Ullrich, Corny Collins, Christiane Nielsen en Wolfgang Lukschy.

Een film die een tijdsbeeld schept aan de hand van een familie, die zich snel wist te verrijken in de opbouwperiode na WO II. De echtgenoot (Fröbe) neemt een maîtresse en het draait uit op een echtscheiding. In de finale keert hij als een gebroken man terug naar de verlaten en lege woning. Een niet al te subtiele film met goede vertolkingen van de maker van Edgar Wallace-krimis en Simmel verfilmingen. Scenario van Heinz-Oskar Wuttig.

Spy Chasers

Verenigde Staten 1955. Drama van Edward Bernds. Met o.a. Leo Gorcey, Huntz Hall, Bernard Gorcey, David Gorcey en Bennie Bartlett.

In deze ingestudeerde klucht helpen de 'Bowery Boys' een verbannen koning en zijn dochter in de strijd tegen de usurpators. David Gorcey is het pseudoniem van David Condon. Zie ook: 'Bowery Boys'-serie.

Valley of the Kings

Verenigde Staten 1954. Avonturenfilm van Robert Pirosh. Met o.a. Robert Taylor, Eleanor Parker, Carlos Thompson, Kurt Kasznar en Victor Jory.

Archeoloog Taylor helpt het echtpaar Parker en Thompson met het zoeken naar het graf van Farao Rahotep. Het is de bedoeling van Parker om een aantal theorieën van haar overleden vader te kunnen bewijzen, maar haar echtgenoot is er alleen maar op uit om de schatten te stelen, die zich in de graftombe bevinden. Avonturenfilm zonder veel actie of suspense, alleen geschikt voor fervente liefhebbers van Egypte en verloren graven uit de oudheid. De acteurs worstelen zich door het langdradige scenario van Robert Pirosh en Karl Tunberg, dat slechts enkele hoogtepunten te bieden heeft. Het enige dat de film waarde geeft zijn de prachtige locaties, gefilmd door Robert Surtees.

Knock on Wood

Verenigde Staten 1954. Komedie van Norman Panama en Melvin Frank. Met o.a. Danny Kaye, Mai Zetterling, Torin Thatcher, David Burns en Leon Askin.

Buikspreker Jerry Morgan (jaren '40 sterkomediant Danny Kaye) lijdt aan een ernstige vorm van beroepsdeformatie waarbij hij zijn poppen aan het woord laat wanneer hij er zelf niet meer uitkomt. Het kost hem zijn huwelijk en zijn gezond verstand maar gelukkig schiet de mooie psychiater Ilse Nordstrom (Mai Zetterling) hem te hulp. Helaas wordt zijn herstel bemoeilijkt door de plotselinge opkomst van spionnen, contraspionnen en zelfs lijken. Eén van zijn poppen blijkt gevuld met blauwdrukken van een geheim wapen en de onwetende Jerry moet zich in onmogelijke bochten wringen om aan zijn belagers te ontkomen. De komedie is misschien wat belegen en theatraal voor de hedendaagse filmconsument maar Danny Kaye is en blijft een begaafd entertainer met zijn onnavolgbare mimiek en lichaamstaal. Het beste bewijs is misschien wel de balletscène waarin de plompe Kaye probeert niet op te vallen tussen de frêle dansers, het bronmateriaal van een soortgelijke scène in Bill Murray's The Man Who Knew Too Little.

Desert Legion

Verenigde Staten 1953. Avonturenfilm van Joseph Pevney. Met o.a. Alan Ladd, Richard Conte, Arlene Dahl, Akim Tamiroff en Leon Askin.

De zachtaardige Ladd als Legionair in het Franse Vreemdelingenlegioen; superhelden en mooie woestijn-prinsessen. Scenario van Irving Wallace en Lewis Meltzer.

The Road to Bali

Verenigde Staten 1952. Muziek van Hal Walker. Met o.a. Bob Hope, Dorothy Lamour, Bing Crosby, Murvyn Vye en Ralph Moody.

Lach-helden Harold Gridley (Hope) en George Cochran (Crosby) verlaten Sidney aan boord van een oceaanstomer op weg naar het exotische eiland uit de titel. Aan boord lopen zij tegen steenrijke Lalah (Lamour) op, die belaagd wordt door een oplichter, die haar van al haar centjes probeert af te helpen. Uiteraard behoeden ze haar voor dit gevaar, en redden haar en passant nog uit de vleespot van kannibalen, de tentakels van een reuzeninktvis, roofdieren, bloeddorstige vrouwen en andere oerwoudgevaren. Dit is de enige kleurenfilm uit de ROAD-serie. Mooie decors, veel grappen en gastrolletjes van: Humphrey Bogart, Katherine Hepburn, Jerry Lewis, Dean Martin en Jane Russell. Debuut van Carolyn Jones. Scenario van Frank Butler, Hal Kanter en William Morrow. Camerawerk van George Barnes.