Jon Pertwee: cast.
Er zijn 16 films gevonden.

Carry On Columbus

1992 | Komedie

Verenigd Koninkrijk 1992. Komedie van Gerald Thomas. Met o.a. Jim Dale, Peter Richardson, Sara Crowe, Alexei Sayle en Bernard Cribbins.

In het Columbusjaar neemt het CARRY-ON-team na veertien jaar de draad weer op met een satire over de grote ontdekker, die met een stelletje ongeregeld een nieuwe zeeweg zoekt naar India. Gerald Thomas voert als vanouds de regie, ditmaal over een keur van nieuwe komieken, omdat vele medewerkers van vroeger jammer genoeg zijn gestorven of opgehouden. Jim Dale maakt een juweeltje van de titelrol en er valt onderweg heel wat te lachen. Zeker niet het beste, maar toch een waardige aanvulling van de serie.

The Boys in Blue

1983 | Komedie

Verenigd Koninkrijk 1983. Komedie van Val Guest. Met o.a. Bobby Ball, Tommy Cannon, Suzanne Danielle, Roy Kinnear en Eric Sykes.

Povere komedie opgezet als bioscoopdebuut voor de televisiekomieken Cannon & Ball. Hun toch al beperkte komische talenten worden zwaar op de proef gesteld in dit ondermaatse politieverhaaltje, overigens bijna letterlijk overgenomen van ASK A POLICEMAN, waaraan veteraan Guest meeschreef in 1939. Het geheel doet ongemakkelijk ouderwets aan en vertoont hier en daar zelfs storende montagefouten. Roy Kinnear als een excentrieke kunstverzamelaar is af en toe leuk. Maar dan nog.

Dr. Who: The Five Doctors

1983 | Sciencefiction

Verenigd Koninkrijk 1983. Sciencefiction van Peter Moffatt. Met o.a. Peter Davidson, Jon Pertwee, Patrick Throughton, Richard Hurndall en Tom Baker.

Ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de populaire science fiction tv-serie DR. WHO werden vijf van de acteurs die deze rol hebben vertolkt, bijeengebracht. Veel tijd wordt verknoeid met de her-introductie van de dokters en een groot aantal schurken uit het verleden. Een mager eerbetoon.

Number One of the Secret Service

1977 | Actiefilm

Verenigd Koninkrijk 1977. Actiefilm van Lindsay Shontoff. Met o.a. Richard Todd, Nicky Henson, Aimi MacDonald, Geoffrey Keen en Dudley Sutton.

Een clochard die in Hyde Park een aantal rijke, vooraanstaande zakenlui beschuldigt van allerlei hoogst onfrisse transacties is de hoofdverdachte als plots de door hem bezochte heren één voor één worden vermoord. Topspion Arthur Loveday zal zich met de zaak bezighouden. Het is niet helemaal duidelijk of deze film een parodie dan wel een serieuze spionagefilm is, waaruit u meteen kunt afleiden dat de film als geen van beide een bepaald overweldigende indruk maakt.

No.1 of the Secret Service

1977 | Thriller

Verenigd Koninkrijk 1977. Thriller van Lindsay Shonteff. Met o.a. Nicky Henson, Richard Todd, Aimi Macdonald, Geoffrey Keen en Dudley Sutton.

Geheim agent Charles Bind (Henson) in de slag met een geheime, para-militaire groep moordenaars, die zich KRASH (Killing, Rape, Arson, Slaughter & Hits) noemt. Deze ietwat achterhaalde James Bond-persiflage neemt in hoog tempo alle bekende genregrappen nog eens door. Alleen voor de onverbeterlijke liefhebbers.

Doctor Who And The Silurians

1971 | Sciencefiction, Avonturenfilm, Familiefilm

Verenigd Koninkrijk 1971. Sciencefiction van Timothy Combe. Met o.a. Jon Pertwee, Caroline John, Nicholas Courtney, Fulton Mackay en Norman Jones.

Brigadier Lethbridge Stewart (Courtney) van UNIT roept de hulp in van de dokter (Pertwee) en Liz Shaw (John) bij de controle van de fabriek van Dr. Lawrence (Miles) waar met electronische versnelling van protonen een goedkopere manier gezocht wordt voor de aanmaak van atoomenergie. Er werd gemeld dat ergens een lek was. Nadat er bij een dode en een gewonde vielen kwam de zaak onder de aandacht van UNIT. De gewonde blijkt krankzinnig te zijn van angst. De dokter onderzoekt de grotten onder de fabriek. Hier ontdekt hij een aantal reptielachtige wezens uit voorhistorische tijden, Silurians, die door de stroom van de fabriek uit hun hibernetische slaap ontwaakt zijn en die nu deze stroom nodig hebben om hun plan ten uitvoer te brengen: de mensheid vernietigen zodat de aarde geschikt wordt voor hun levensvorm. Pertwee's ironische benadering van de rol maakt deze film ook geschikt voor volwassenen, want de primitieve speciale effecten van James Ward waren zelfs voor de vroege jaren 1970 niet erg overtuigend. De Silurians hebben zichtbaar moeite om hun rubberen pakken op hun plaats te houden terwijl ze zich bewegen en het labo van de atoomcentrale lijkt meer op een speelplaats voor kleuters. Toch is het verhaal te angstwekkend voor de allerkleinsten. Malcolm Hulke schreef het scenario. Fotografie is van Fred Hamilton. Oorspronkelijk uitgezonden in zeven afleveringen.

Doctor Who: Spearhead From Space

1970 | Sciencefiction, Avonturenfilm, Familiefilm

Verenigd Koninkrijk 1970. Sciencefiction van Derek Martinus. Met o.a. Jon Pertwee, Caroline Johns, Nicholas Courtney, Hugh Burden en Neil Wilson.

Liz Shaw (Johns), ruimtevaartdeskundige uit Cambridge, wordt door Brigadier Lethbridge-Stewart (Courtney) van de speciale eenheid UNIT opgeroepen omdat er een reeks geheimzinnige meteoren op aarde gevallen zijn. Op de plaats van impact wordt een vreemd personage (Pertwee) bewusteloos aangetroffen voor een politie- telefoonhokje. Bij onderzoek blijkt de man niet menselijk te zijn en Lethbridge-Stewart vermoedt dat het de `Time Lord` is, bekend als `de dokter` met zijn vermomd ruimteschip de Tardis. Inderdaad de dokter werd in een nieuwe gedaante naar de aarde gezonden, want deze is weer in gevaar. Uit de ruimte vielen vreemde containers met een onbekende inhoud. In een poppenfabriek in de buurt, geleid door de mysterieuze Channing (Burden) gebeuren eigenaardige dingen. De introductie van de derde gedaante van Doctor Who, nu gespeeld door Jon Pertwee, de eerste in kleuren, die het vier seizoenen zou volhouden. Ondanks het duidelijke low budget-karakter slagen John Horton en zijn crew er toch in om enkele verbazingwekkende speciale effecten op het scherm te toveren. Het verhaal zit uitstekend in elkaar, maar kan jongere kinderen wel nachtmerries bezorgen (vooral de griezelige climax). Robert Holmes schreef het scenario. Fotografie is van Stan Speel en Robert McDonnell. Uitgezonden in vier delen.

Up In The Air

1969 | Familiefilm, Avonturenfilm

Verenigd Koninkrijk 1969. Familiefilm van Jan Darnley Smith. Met o.a. Gary Smith, Jon Pertwee, Felix Felton, Mark Colleano en Susan Payne.

Drie schooljongens en de dochter van de werkster ontsnappen in een luchtballon aan de tyrannieke greep van een gewetenloze schoolmeester. Weinig origineel avonturenverhaal van de Children's Film Foundation.

Carry On Screaming

1966 | Komedie, Horror

Verenigd Koninkrijk 1966. Komedie van Gerald Thomas. Met o.a. Harry H. Corbett, Kenneth Williams, Fenella Fielding, Joan Sims en Jim Dale.

Spookhuizen, vampiers, verdwijnende lijken, monsters, enge catacomben en mummies moesten door het CARRY ON-team nog behandeld worden; in deze film gebeurt dat allemaal. De inspanning resulteert in een vermoeid, nadrukkelijk werkje. De inspiratie is volledig zoek.

I've Gotta Horse

1965 | Muziek

Verenigd Koninkrijk 1965. Muziek van Kenneth Hume. Met o.a. Billy Fury, Michael Medwin, Amanda Barrie, The Bachelors en Bill Fraser.

De obsessie van een zanger voor een paard verstoort de repetities voor een show. Een fascinerende, hoewel niet geheel gelukte poging om popidool Billy Fury om te toveren in een entertainer voor het hele gezin. Leuk.

How to Undress in Public without Undue Embarrassment

1965 | Komedie, Erotiek

Verenigd Koninkrijk 1965. Komedie van Bob Compton-Bennett. Met o.a. Jon Pertwee, Reginald Beckwith, Zelma Malik, Kenneth Connor en Christine Child.

Een historisch overzicht van de ontkleding als publiek ritueel, vanaf Eva via Salomé tot aan de moderne striptease-technieken. Een best aardige, hoewel wat oubollige, Engelse komedie. Er komen enkele gewaagde grappen in voor, maar de film wordt nergens banaal.

Dr Who

1963 | Sciencefiction

Verenigd Koninkrijk 1963. Sciencefiction van Sydney Newman. Met o.a. William Hartnell, Patrick Troughton, Jon Pertwee, Tom Baker en Peter Davison.

Op 23 november 1963, [KA1]e[KA1]en dag na de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy, zond de BBC de eerste aflevering uit van wat de populairste Britse SF-serie aller tijden zou worden: DOCTOR WHO, AN UNEARTLY CHILD, met William Hartnell in de titelrol, een leeftijdsloze reiziger-in-de-tijd- en-in-de-ruimte, ook bekend als de buitenaardse Time Lord. Het is een creatie van de producer Sydney Newman. Via een mengsel van fantasy, avontuur en komedie werd de serie in de jaren zestig zo goed als een verplichte kijkervaring, vooral toen de buitenaardse Daleks hun opwachting maakten in hun peperbus-achtige tuigen (een creatie van de schrijver Terry Nation). Hartnell was tussen 1963 en 1966 Doctor Who in 134 afleveringen. Sommige van de verhalen bevatten een historische knipoog naar de Azteken, de Romeinen of de Kruisvaarders maar het werd al bij de tweede aflevering duidelijk dat de Daleks het meest tot de verbeelding van jong en oud spraken. De genadeloze, robotachtige Cybermen maakten hun opwachting in oktober 1966, in de aflevering THE TENTH PLANET, meteen ook de zwanegang van Hartnell. Tussen 1966 en 1969 volgde Patrick Troughton als Doctor Who Hartnell op voor 119 afleveringen. Hij maakte er een soort cosmische zwerver, een grappig mannetje van, met een Chaplin-eske manier van lopen. Zijn nieuwe monsters waren de Yetis en de Ice Warriors. De speciale effecten verbeterden en werden occasioneel wat akeliger. UNIT, het priv[KA1]eleger van de serie, met de scherpschutterskunst van een kind, verscheen voor het eerst in de aflevering THE INVASION, met Cybermen in de buurt van de Londense St. Paul`s Cathedral. Van 1970 tot 1974 werd Jon Pertwee Doctor Who, zijn pilootaflevering was de eerste die in kleur werd uitgezonden. Pertwee was te zien in 128 afleveringen en kennis kon gemaakt worden met de Who-mobile en de gele old-timer Bessie. Nieuw waren ook de echte wormen (op miniatuursets!) en de creaturen Sontarans en de Daemons. Tom Baker nam tussen 1974 en 1981 het grootst aantal afleveringen als Doctor Who voor zijn rekening: 172, met de robot-hond K-9, de Zygons, de Robots of Death en de Mummies, met verbanden bedekte reusachtige robots. In 1979 ging Doctor Who voor het eerst naar het buitenland. In Parijs werd CITY OF DEATH gedraaid, meteen ook de meest bekeken aflevering (14,5 miljoen Britten) van de reeks. Intussen werd ook de eerste Doctor Who op video uitgebracht: REVENGE OF THE CYBERMEN, met Tom Baker. Van 1982 tot 1984 werd Peter Davison een jongere Doctor Who in 69 afleveringen met de Silurians, die onvoorstelbaar populair werden, net als hun onderwaterneefjes, de Sea Devils. Colin Baker volgde tussen 1984 en 1986 Davison op als Doctor Who in 31 afleveringen. Hij maakte van de Time Lord een arrogant, neerbuigend en onaangenaam iemand. Op de planeet Varos ontmoette hij voor het eerst de boosaardige monsters Mentors. De populariteit van de serie verminderde en tussen 1987 en 1989 trachtte Sylvester McCoy als Doctor Who via 42 aflevceringen nog het tij te doen keren. Maar het hielp niet, ook het blauwhoofdige creatuur Destroyer en de vrolijke robot Kandyman konden niet beletten dat de laatste aflevering (de 695ste), SURVIVAL, in december 1989 werd uitgezonden. Het verhaal werd ingeblikt nog v[KA1]o[KA1]or de beslissing viel met de serie te kappen, officieel wegens gebrek aan fondsen. Profetisch waren Doctor Who`s laatste woorden: `Come on, Ace, we`ve got work to do`. Toch verdween de Doctor sindsdien nooit echt. Zijn oude tv-avonturen werden hits op video, naast computerspelletjes, magazines, tentoonstellingen, Doctor Who-conventies, stripverhalen, een spin-off, K-9 AND COMPANY (1981), geschreven door Terence Dudley, geregisseerd door John Black, met Elisabeth Sladen, een toneelstuk en twee domme speelfilms met telkens Peter Cushing als The Doctor: DR. WHO AND THE DALEKS (1965) en DALEKS: INVASION EARTH 2150 A.D.(1966). Naar aanleiding van de twintigste verjaardag van de serie draaide Peter Moffatt in 1983 DR. WHO: THE FIVE DOCTORS, een mager eerbetoon aan de vijf acteurs die Doctor Who speelden: de in 1975 overleden Hartnell werd vervangen door Richard Hurndall. Steven Spielberg wilde in 1994 in Amerika een nieuwe reeks draaien maar er kwam voorlopig niets van in huis. In 1996 werd met een nieuwe 85 minuten lange tv-film DOCTOR WHO opnieuw geprobeerd de Amerikaanse markt te veroveren.

Nearly a Nasty Accident

1961 | Komedie

Verenigd Koninkrijk 1961. Komedie van Don Chaffey. Met o.a. Jimmy Edwards, Kenneth Connor, Shirley Eaton, Richard Wattis en Ronnie Stevens.

RAF-kapitein Edwards zit met de handen in het haar. Juist op het ogenblik dat hij voor een belangrijke promotie staat wordt uitgerekend zijn regiment versterkt met Connor, de grootste sukkel van het Britse leger. Na amper een dag heeft hij de auto van de kapitein al in de prak gereden, een puinhoop gemaakt van diens bureau en voor vijf miljoen pond aan vliegtuigen vernield, en dat is nog maar het begin. Drukke, stupide komedie, gemaakt voor weinig veeleisende toeschouwers. Scenarioschrijvers Jack Davies en Hugh Woodhouse haalden hun inspiratie uit het toneelstuk Touch Wood van David Stringer en David Carr, maar ze blijven zo oppervlakkig dat de Carry On-reeks een meesterwerk van humor lijkt. Verschrikkelijke overacting maakt de zaken nog erger. Fotografie van Paul Beeson.

The Ugly Duckling

1959 |

1959. Lance Comfort. Met o.a. Jess Conrad, John Harvey, Michael Ward, Norma Marla en Harold Goodwin.

RAF-kapitein Edwards zit met de handen in het haar. Juist op het ogenblik dat hij voor een belangrijke promotie staat wordt uitgerekend zijn regiment versterkt met Connor, de grootste sukkel van het Britse leger. Na amper een dag heeft hij de auto van de kapitein al in de prak gereden, een puinhoop gemaakt van diens bureau en voor vijf miljoen pond aan vliegtuigen vernield, en dat is nog maar het begin. Drukke, stupide komedie, gemaakt voor weinig veeleisende toeschouwers. Scenarioschrijvers Jack Davies en Hugh Woodhouse haalden hun inspiratie uit het toneelstuk Touch Wood van David Stringer en David Carr, maar ze blijven zo oppervlakkig dat de Carry On-reeks een meesterwerk van humor lijkt. Verschrikkelijke overacting maakt de zaken nog erger. Fotografie van Paul Beeson.

A Yank in Ermine

1955 | Romantiek, Komedie

Verenigd Koninkrijk 1955. Romantiek van Gordon Parry. Met o.a. Peter Thompson, Noelle Middleton, Jon Pertwee, Harold Lloyd Jr. en Diana Decker.

Genietbaar, maar o zo dun niemendalletje over Amerikaanse piloot Turner (Thompson), die verneemt dat hij een Engelse graaf is. Hij besluit in Jolly Old England zijn erfgoed te gaan bekijken, begeleid door een bont gezelschap Yankies. Ze belanden midden in een hevige familievete, maar het eindigt ermee dat onze held trouwt met een adellijke dame van een naburig kasteel. Wie van de etnische verschillen tussen Groot-Britannië en Amerika houdt, kan aan de originele versie z'n hart ophalen. Regisseur Parry bewerkte het boek Solid Said the Earl van John Paddy Carstairs tot scenario. Arthur Grant stond achter de camera.

Murder at the Windmill

1949 | Komedie, Mysterie, Muziek

Verenigd Koninkrijk 1949. Komedie van Val Guest. Met o.a. Garry Marsh, Jack Livesey, Jon Pertwee, Diana Decker en Donald Clive.

Een man die op de eerste rij naar een naaktrevue zit te kijken wordt vermoord, en de politie wordt erbij gehaald. Het schot moet van het toneel zijn gekomen, en dat is een prachtig excuus om de show te laten overdoen. Onzinnig maar smakelijk verhaal.