Roger Delgado: cast.
Er zijn 9 films gevonden.

Underground

1970 | Oorlogsfilm, Thriller

Verenigd Koninkrijk​/​​Verenigde Staten 1970. Oorlogsfilm van Arthur H. Nadel en Arthur Nadel. Met o.a. Robert Goulet, Lawrence Dobkin, Carl Düring, Joachim Hansen en Roger Delgado.

Een Amerikaanse officier tot geheim agent gemaakt, moet een verrader bij het Franse verzet liquideren. Als dat gelukt is, beraamt een aantal verzetsstrijders met hem een plan om een Duitse generaal te kidnappen. Verrassend sterke karakterschetsen in een goed gemaakt en spannend oorlogsavontuur. De ontvoeringsactie is indrukwekkend. Scenario van Ron Bishop en Andy Lewis. Achter de camera stond Kenneth Talbot.

The Mummy's Shroud

1967 | Horror

Verenigd Koninkrijk 1967. Horror van John Gilling. Met o.a. André Morell, John Phillips, David Buck, Elizabeth Sellars en Maggie Kimberley.

Archeologen op zoek naar de graftombe van een Egyptische farao van 4000 jaar geleden, uit welke periode ook dit scenario schijnt te stammen.

Hot Enough for June

1964 | Komedie

Verenigd Koninkrijk 1964. Komedie van Ralph Thomas. Met o.a. Dirk Bogarde, Sylva Koscina, Leo McKern, Robert Morley en Roger Delgado.

James Bond-parodie met Dirk Bogarde als de noodlijdende broodschrijver Whistler die een eenvoudig baantje krijgt aangeboden in Praag. Zijn werkgever blijkt de Britse geheime dienst, zijn chauffeur is een bevallige Tsjechische spion en zijn voorganger wijlen 007. Bogarde vermaakt als onwennige spion en de actie is alleraardigst. Buiten Engeland uitgebracht als Agent 008 3/4. Gebaseerd op het boek 'The Night Before Wenceslas' (1960) van Lionel Davidson, in Nederland uitgebracht als Even naar Praag.

Dr Who

1963 | Sciencefiction

Verenigd Koninkrijk 1963. Sciencefiction van Sydney Newman. Met o.a. William Hartnell, Patrick Troughton, Jon Pertwee, Tom Baker en Peter Davison.

Op 23 november 1963, [KA1]e[KA1]en dag na de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy, zond de BBC de eerste aflevering uit van wat de populairste Britse SF-serie aller tijden zou worden: DOCTOR WHO, AN UNEARTLY CHILD, met William Hartnell in de titelrol, een leeftijdsloze reiziger-in-de-tijd- en-in-de-ruimte, ook bekend als de buitenaardse Time Lord. Het is een creatie van de producer Sydney Newman. Via een mengsel van fantasy, avontuur en komedie werd de serie in de jaren zestig zo goed als een verplichte kijkervaring, vooral toen de buitenaardse Daleks hun opwachting maakten in hun peperbus-achtige tuigen (een creatie van de schrijver Terry Nation). Hartnell was tussen 1963 en 1966 Doctor Who in 134 afleveringen. Sommige van de verhalen bevatten een historische knipoog naar de Azteken, de Romeinen of de Kruisvaarders maar het werd al bij de tweede aflevering duidelijk dat de Daleks het meest tot de verbeelding van jong en oud spraken. De genadeloze, robotachtige Cybermen maakten hun opwachting in oktober 1966, in de aflevering THE TENTH PLANET, meteen ook de zwanegang van Hartnell. Tussen 1966 en 1969 volgde Patrick Troughton als Doctor Who Hartnell op voor 119 afleveringen. Hij maakte er een soort cosmische zwerver, een grappig mannetje van, met een Chaplin-eske manier van lopen. Zijn nieuwe monsters waren de Yetis en de Ice Warriors. De speciale effecten verbeterden en werden occasioneel wat akeliger. UNIT, het priv[KA1]eleger van de serie, met de scherpschutterskunst van een kind, verscheen voor het eerst in de aflevering THE INVASION, met Cybermen in de buurt van de Londense St. Paul`s Cathedral. Van 1970 tot 1974 werd Jon Pertwee Doctor Who, zijn pilootaflevering was de eerste die in kleur werd uitgezonden. Pertwee was te zien in 128 afleveringen en kennis kon gemaakt worden met de Who-mobile en de gele old-timer Bessie. Nieuw waren ook de echte wormen (op miniatuursets!) en de creaturen Sontarans en de Daemons. Tom Baker nam tussen 1974 en 1981 het grootst aantal afleveringen als Doctor Who voor zijn rekening: 172, met de robot-hond K-9, de Zygons, de Robots of Death en de Mummies, met verbanden bedekte reusachtige robots. In 1979 ging Doctor Who voor het eerst naar het buitenland. In Parijs werd CITY OF DEATH gedraaid, meteen ook de meest bekeken aflevering (14,5 miljoen Britten) van de reeks. Intussen werd ook de eerste Doctor Who op video uitgebracht: REVENGE OF THE CYBERMEN, met Tom Baker. Van 1982 tot 1984 werd Peter Davison een jongere Doctor Who in 69 afleveringen met de Silurians, die onvoorstelbaar populair werden, net als hun onderwaterneefjes, de Sea Devils. Colin Baker volgde tussen 1984 en 1986 Davison op als Doctor Who in 31 afleveringen. Hij maakte van de Time Lord een arrogant, neerbuigend en onaangenaam iemand. Op de planeet Varos ontmoette hij voor het eerst de boosaardige monsters Mentors. De populariteit van de serie verminderde en tussen 1987 en 1989 trachtte Sylvester McCoy als Doctor Who via 42 aflevceringen nog het tij te doen keren. Maar het hielp niet, ook het blauwhoofdige creatuur Destroyer en de vrolijke robot Kandyman konden niet beletten dat de laatste aflevering (de 695ste), SURVIVAL, in december 1989 werd uitgezonden. Het verhaal werd ingeblikt nog v[KA1]o[KA1]or de beslissing viel met de serie te kappen, officieel wegens gebrek aan fondsen. Profetisch waren Doctor Who`s laatste woorden: `Come on, Ace, we`ve got work to do`. Toch verdween de Doctor sindsdien nooit echt. Zijn oude tv-avonturen werden hits op video, naast computerspelletjes, magazines, tentoonstellingen, Doctor Who-conventies, stripverhalen, een spin-off, K-9 AND COMPANY (1981), geschreven door Terence Dudley, geregisseerd door John Black, met Elisabeth Sladen, een toneelstuk en twee domme speelfilms met telkens Peter Cushing als The Doctor: DR. WHO AND THE DALEKS (1965) en DALEKS: INVASION EARTH 2150 A.D.(1966). Naar aanleiding van de twintigste verjaardag van de serie draaide Peter Moffatt in 1983 DR. WHO: THE FIVE DOCTORS, een mager eerbetoon aan de vijf acteurs die Doctor Who speelden: de in 1975 overleden Hartnell werd vervangen door Richard Hurndall. Steven Spielberg wilde in 1994 in Amerika een nieuwe reeks draaien maar er kwam voorlopig niets van in huis. In 1996 werd met een nieuwe 85 minuten lange tv-film DOCTOR WHO opnieuw geprobeerd de Amerikaanse markt te veroveren.

Terror of the Tongs

1961 | Horror, Thriller

Verenigd Koninkrijk 1961. Horror van Anthony Bushell. Met o.a. Christopher Lee, Geoffrey Toone, Bert Kwouk, Brian Worth en Richard Leech.

Een Engelse thriller vol sfeer. Een kapitein zoekt naar de moordenaars van zijn dochter om tenslotte de gehele Tongbroederschap in Hongkong open te breken. Goed spel, maar wellicht voor sommige kijkers wat te gruwelijk. Oorspronkelijk in de bioscopen uitgebracht in zwart/wit. Scenario van Jimmy Sangster.

The Stranglers of Bombay

1960 | Horror

Verenigd Koninkrijk 1960. Horror van Terence Fisher. Met o.a. Andrew Cruickshank, Marne Maitland, Guy Rolfe, Paul Stassino en Jan Holden.

Gruwelijk verhaal over fanatieke Indiërs die de Engelsen uit hun handelsposten proberen te verjagen. De enge scène waarin Devereux als indiaas meisje toekijkt hoe een slang in de richting van Rolfe kronkelt, bezorgt de toeschouwer kippevel en doen de koude rillingen over diens rug gaan. Een goede rolbezetting ondersteund door strakke regie. Scenario van David Zelag Goodman.

Third Party Risk

1955 | Mysterie

Verenigd Koninkrijk 1955. Mysterie van Daniel Birt en Daniel Brit. Met o.a. Lloyd Bridges, Finlay Currie, Maureen Swanson, Simone Silva en Ferdy Mayne.

Philip Graham (Bridges) loopt in Zuid-Spanje een slapie uit WO II, Tony Roscoe (Dineley), tegen het lijf. Door Tony leert hij internationale financier Darius (Currie) en diens lieve nicht Lolita (Swanson) kennen. Philip wordt op slag verliefd op Lolita. Darius moet ijlings naar Londen per vliegtuig en vraagt Philip zijn fraaie sportwagentje, een Sunbeam Alpine, naar Engeland te rijden. Daarin zit hem de clou: een enveloppe met een microfilm. Dit leidt tot de onnatuurlijke dood van Tony Roscoe en Philip dreigt op een gegeven moment in de val gelokt te worden. Ten slotte wordt de hele zaak weer in Spanje opgelost door Philip en commissaris van politie ter plaatse Se[KA6]nor Gonzales (Delgardo). Typisch misdaadverhaal uit de jaren 1950 dat door Michael Carreras aan de lopende band per voet (deze film is 6.278 ft) werd geproduceerd voor het B-circuit. Achter de camera stond Jimmy Harvey.

Blood Orange

1954 | Mysterie, Misdaad

Verenigd Koninkrijk 1954. Mysterie van Terence Fisher. Met o.a. Tom Conway, Mila Parély, Naomi Chance, Eric Pohlmann en Cleo Rose.

De juwelen die uit een kledingzaak werden gestolen en voor een modeshow gebruikt moesten worden, veroorzaken veel problemen. Een mannequin maakt een dodelijke val van haar balkon, een klant wordt dood aangetroffen in haar badkamer. En daarmee is het nog niet afgelopen. Detective Conway wordt aangewezen om de affaire op te lossen. Onbeduidende wie-is-de-dader van horror-filmer Fisher (DRACULA, FRANKENSTEIN, THE MUMMY) die (dus) betere dingen heeft gemaakt. Scenario van Jan Read.

Broken Horseshoe

1953 | Mysterie, Misdaad

Verenigd Koninkrijk 1953. Mysterie van Martyn C. Webster. Met o.a. Robert Beatty, Elizabeth Sellars, Peter Coke, Janet Butler en Hugh Kelly.

Mayne is slachtoffer van een verkeersongeval. Arts Beatty redt hem op het nippertje. De dader is doorgereden. Een jonge vrouw, Sellars, geeft bloemen af in de vorm van een gebroken hoefijzer, maar Mayne beweert haar niet te kennen. Voordat hij het ziekenhuis verlaat overhandigt Mayne Beatty een envelop, met het verzoek die te posten als hem iets mocht overkomen. En ja hoor: een week later treft Beatty hem vermoord aan. De geheimzinnige dame verschijnt weer ten tonele, en ze haalt Beatty over de politie niets over haar te vertellen. Zo komt Beatty terecht in een draaikolk van moord en bedrog, met de inhoud van de envelop als inzet. Efficiënte thriller met tal van onverwachte wendingen en mysterieuze personages. A.R. Rawlinson liet zich vrij inspireren door de tv-serie van Francis Durbridge. In beeld gebracht door Gerald Gibbs.