Otar Iosseliani: regie, cast, scenario en montage.
Er zijn 15 films gevonden.

Jardins en automne

2006 | Komedie

Italië​/​​Frankrijk​/​​Rusland 2006. Komedie van Otar Iosseliani. Met o.a. Séverin Blanchet, Otar Iosseliani en Michel Piccoli.

Absurdistische komedie in de traditie van Jacques Tati over minister die in kraakpand gaat wonen.

Lundi Matin

2002 | Drama, Komedie

Frankrijk​/​​Italië 2002. Drama van Otar Iosseliani. Met o.a. Jacques Bidou en Pascal Chanal.

Absurdistische komedie in de traditie van Jacques Tati over minister die in kraakpand gaat wonen.

Adieu, plancher des vaches!

1999 |

Frankrijk 1999. Otar Iosseliani. Met o.a. Mirbelle Kirkland, Stéphanie Hainque, Philippe Bas, Lily Lavina en Nico Tarielashvili.

De eigenwijze auteurregisseur Otar Iosseliani (Pastorali) maakte Adieu, plancher des vaches (Farewell, home sweet home) met een prettig onbekende groep acteurs - veelal in hun debuut. Iosseliani neemt zelf de rol van vader van hoofdpersoon Nicolas voor zijn rekening. Nico probeert in zijn leven een balans te vinden tussen de invloed van zijn vader, een losbandige alcoholicus, en zijn moeder, een hardwerkende zakenvrouw. De film won de critici-prijs van de European Film Academy. (IdH/VPRO Gids)

Adieu, plancher des vaches !

1999 | Komedie

Frankrijk​/​​Italië​/​​Zwitserland 1999. Komedie van Otar Iosseliani. Met o.a. Nico Tarielashvili, Lily Lavina, Otar Iosseliani, Philippe Bas en Stephanie Hainque.

Een nieuwe film van de voormalige Russische dissident (uit Georgi[KA3]e), die sedert de jaren 1970 in Frankrijk leeft en werkt, is voor zijn aanhangers altijd een soort happening. Deze keer is het thema dat buurmans gras altijd groener is: de rijken willen gewoon en arm zijn en de armen willen belangrijk zijn. Nauwelijks een realistisch uitgangspunt. Aan de hand van de belevenissen van Nicolas (Tarielashvili), een telg uit een steenrijke familie, maken we mee hoe dit allemaal in elkaar steekt. Twintig jaar lang beschermde zijn ondernemende moeder (Lavina) hem, die van het ene zakelijke gesprek naar het andere snelt per helicopter, in een ommuurd, ouderlijk herenhuis in Parijs, maar dan gaat Nicolas er van tijd tot tijd toch zelf op uit. Hij wast borden in een caf[KA1]e in een asociale buurt en heeft een oogje op Paulette (Hainque), de dochter van de kastelein, maar zij ziet hem niet. Ze heeft wel oog voor Gaston (Bas), een hochstapler die zich uitgeeft voor de bezitter van een jacht (dat hij zou verhuren) en op een geleende motor rondrijdt. Paulette schijnt verrukt te zijn van het feit dat Gaston haar als oud vuil behandelt en zij lijkt te genieten van zijn hardhandige optreden. De vader van Nicolas (regisseur Iosseliani) wordt weggehouden door moeder en verdoet zijn tijd met de modelspoorbaan en bezat zich overmatig aan dure wijnen. Tenslotte neemt Nicolas een aantal vrienden van laag allooi mee, waarbij zijn vader een drinkebroer treft. Nadat Nicolas in de gevangenis is beland, besluit hij zijn leven te veranderen. Ook zijn vader besluit de vrijheid te kiezen, hoewel het meer een beschikking over het eigen lot is. Het scenario van regisseur Iosseliani is onsamenhangend, waardoor de film het moet hebben van de scène's, maar die zijn meestal veel te lang zijn en slaan dikwijls nergens op. De ironie ligt er soms duimendik bovenop en de humor is des duivels, maar niet kwetsend of storend. De spelprestaties zijn ondergeschikt aan de vertelling, die eigenlijk geen vertelling is. Al met al duurt deze film veel te lang en werkt hij in het laatste half uur op de zenuwen. Het camerawerk is van William Lubtchansky. De titel slaat op een uitdrukking van Franse zeelieden uit de 19e eeuw, die als ze uitvoeren de vaste bodem onder de voeten verloren, maar dan hoopten op nieuwe, betere gronden - wij zouden zeggen: op water kun je niet lopen.

Brigands: Chapitre VII

1996 |

Italië​/​​Rusland​/​​Frankrijk 1996. Otar Iosseliani. Met o.a. Guio Tzintzadze en Amiran Amiranasvili.

Een nieuwe film van de voormalige Russische dissident (uit Georgi[KA3]e), die sedert de jaren 1970 in Frankrijk leeft en werkt, is voor zijn aanhangers altijd een soort happening. Deze keer is het thema dat buurmans gras altijd groener is: de rijken willen gewoon en arm zijn en de armen willen belangrijk zijn. Nauwelijks een realistisch uitgangspunt. Aan de hand van de belevenissen van Nicolas (Tarielashvili), een telg uit een steenrijke familie, maken we mee hoe dit allemaal in elkaar steekt. Twintig jaar lang beschermde zijn ondernemende moeder (Lavina) hem, die van het ene zakelijke gesprek naar het andere snelt per helicopter, in een ommuurd, ouderlijk herenhuis in Parijs, maar dan gaat Nicolas er van tijd tot tijd toch zelf op uit. Hij wast borden in een caf[KA1]e in een asociale buurt en heeft een oogje op Paulette (Hainque), de dochter van de kastelein, maar zij ziet hem niet. Ze heeft wel oog voor Gaston (Bas), een hochstapler die zich uitgeeft voor de bezitter van een jacht (dat hij zou verhuren) en op een geleende motor rondrijdt. Paulette schijnt verrukt te zijn van het feit dat Gaston haar als oud vuil behandelt en zij lijkt te genieten van zijn hardhandige optreden. De vader van Nicolas (regisseur Iosseliani) wordt weggehouden door moeder en verdoet zijn tijd met de modelspoorbaan en bezat zich overmatig aan dure wijnen. Tenslotte neemt Nicolas een aantal vrienden van laag allooi mee, waarbij zijn vader een drinkebroer treft. Nadat Nicolas in de gevangenis is beland, besluit hij zijn leven te veranderen. Ook zijn vader besluit de vrijheid te kiezen, hoewel het meer een beschikking over het eigen lot is. Het scenario van regisseur Iosseliani is onsamenhangend, waardoor de film het moet hebben van de scène's, maar die zijn meestal veel te lang zijn en slaan dikwijls nergens op. De ironie ligt er soms duimendik bovenop en de humor is des duivels, maar niet kwetsend of storend. De spelprestaties zijn ondergeschikt aan de vertelling, die eigenlijk geen vertelling is. Al met al duurt deze film veel te lang en werkt hij in het laatste half uur op de zenuwen. Het camerawerk is van William Lubtchansky. De titel slaat op een uitdrukking van Franse zeelieden uit de 19e eeuw, die als ze uitvoeren de vaste bodem onder de voeten verloren, maar dan hoopten op nieuwe, betere gronden - wij zouden zeggen: op water kun je niet lopen.

Brigands, Chapitre VII

1996 |

Frankrijk​/​​Rusland​/​​Zwitserland​/​​Italië 1996. Otar Iosseliani. Met o.a. Amiran Amiranasvili, Guio Tzintzadze, Dato Gogibeidasvili, Nino Odzonikidze en Keti Kapanadze.

Een nieuwe film van de voormalige Russische dissident (uit Georgi[KA3]e), die sedert de jaren 1970 in Frankrijk leeft en werkt, is voor zijn aanhangers altijd een soort happening. Deze keer is het thema dat buurmans gras altijd groener is: de rijken willen gewoon en arm zijn en de armen willen belangrijk zijn. Nauwelijks een realistisch uitgangspunt. Aan de hand van de belevenissen van Nicolas (Tarielashvili), een telg uit een steenrijke familie, maken we mee hoe dit allemaal in elkaar steekt. Twintig jaar lang beschermde zijn ondernemende moeder (Lavina) hem, die van het ene zakelijke gesprek naar het andere snelt per helicopter, in een ommuurd, ouderlijk herenhuis in Parijs, maar dan gaat Nicolas er van tijd tot tijd toch zelf op uit. Hij wast borden in een caf[KA1]e in een asociale buurt en heeft een oogje op Paulette (Hainque), de dochter van de kastelein, maar zij ziet hem niet. Ze heeft wel oog voor Gaston (Bas), een hochstapler die zich uitgeeft voor de bezitter van een jacht (dat hij zou verhuren) en op een geleende motor rondrijdt. Paulette schijnt verrukt te zijn van het feit dat Gaston haar als oud vuil behandelt en zij lijkt te genieten van zijn hardhandige optreden. De vader van Nicolas (regisseur Iosseliani) wordt weggehouden door moeder en verdoet zijn tijd met de modelspoorbaan en bezat zich overmatig aan dure wijnen. Tenslotte neemt Nicolas een aantal vrienden van laag allooi mee, waarbij zijn vader een drinkebroer treft. Nadat Nicolas in de gevangenis is beland, besluit hij zijn leven te veranderen. Ook zijn vader besluit de vrijheid te kiezen, hoewel het meer een beschikking over het eigen lot is. Het scenario van regisseur Iosseliani is onsamenhangend, waardoor de film het moet hebben van de scène's, maar die zijn meestal veel te lang zijn en slaan dikwijls nergens op. De ironie ligt er soms duimendik bovenop en de humor is des duivels, maar niet kwetsend of storend. De spelprestaties zijn ondergeschikt aan de vertelling, die eigenlijk geen vertelling is. Al met al duurt deze film veel te lang en werkt hij in het laatste half uur op de zenuwen. Het camerawerk is van William Lubtchansky. De titel slaat op een uitdrukking van Franse zeelieden uit de 19e eeuw, die als ze uitvoeren de vaste bodem onder de voeten verloren, maar dan hoopten op nieuwe, betere gronden - wij zouden zeggen: op water kun je niet lopen.

Le fils de Gascogne

1995 | Komedie, Romantiek

Rusland​/​​Frankrijk 1995. Komedie van Pascal Aubier. Met o.a. Jean-Claude Dreyfus, Dinara Droukarova, Grégoire Colin, Pascal Bonitzer en Gérard Cherqui.

De jonge Harvey (Colin) moet een groep Georgische zangers begeleiden die een drietal dagen in Parijs zal verblijven. Tussen hem en de achttien-jarige tolk Dinara (Droukarova) ontluikt een romance. Door een toeval ontmoet het stel Marco Garciano (Dreyfus), een werkloze acteur, die iedereen onder tafel kan praten. Marco beweert dat Harvey sprekend lijkt op een zekere Gascogne, een overleden dichter en musicus, die vooral bekend werd omdat hij een speelfilm gemaakt zou hebben die niemand ooit heeft gezien. Onder het mom dat Harvey de zoon van deze Gascogne is, gaan ze op zoek naar die legendarische film. Hun speurtocht brengt hen in contact met een resem bekende regisseurs, schrijvers, technici en acteurs, die allemaal hun eigen rol spelen. Op de manier van Robert Altman`s THE PLAYER (1992) werden veel mensen, die naam in de Franse film hadden gemaakt, bereid gevonden een rolletje te vertolken in deze sympatieke rolprent die ons een beeld van de hedendaagse Franse filmwereld geeft, gekoppeld aan een tournee van een zanggroep uit Georgië, waarin twee tegengestelde culturen met elkaar worden geconfronteerd. Het scenario is van regissieur Aubier en Patrick Mondiano. Het camerawerk is van Jean-Jacques Flori.

La chasse aux papillons

1992 | Drama

Frankrijk​/​​Duitsland​/​​Italië 1992. Drama van Otar Iosseliani. Met o.a. Narda Blanchet, Alexandre Tcherkassof, Alexandra Liebermann, Emmanuel de Chauvigny en Anne-Marie Eisenschitz.

Hebt u wel eens de sfeer gesnoven van een wereld zonder stress en competitie? Dat is wat Iosseliani ons wil laten doen. Hij pootte zijn camera neer in een dorp midden in het echte Frankrijk. De kijker ziet een wereld zonder logica, waar tussen een verdwaalde groep Japanners, het aperitief om twaalf uur 's middags en de trombone-geluiden van de harmonie door, twee oude nichten op een kasteel, een diamanten tellende emir, Hare Krishna's en een drankzuchtige priester ongestoord hun leventje leiden. Iosseliani filmt dit wereldje met een schalkse knipoog en een dichterlijke, vaak nogal surrealistische toon, en geeft zo uitdrukking aan zijn heimwee naar bepaalde verdwenen waarden.

Und es ward Licht

1990 | Drama

Frankrijk​/​​Italië​/​​Duitsland 1990. Drama van Otar Iosseliani. Met o.a. Sigalon Sagna, Saly Badji, Binta Cissé, Marie-Christine Dieme en Moussa Sagna.

Een verhaal over het leven van de inwoners van een dorpje, dat diep in de wouden van Donker Afrika ligt. De vrouwen jagen en de mannen houden zich met de dagelijkse werkzaamheden bezig. Geen optimistisch verhaal, aangezien de blanken hun woud verwoesten en zij gedwongen zijn naar de stad te trekken. Een `ecologisch` scenario (van Iosseliani zelf) dat verder weinig opzien baart. Wat hier telt, is de treffende levensechtheid van de duizend jaar oude feiten en gebaren, vastgelegd door het zeer scherpe oog van een filmdichter (bijgestaan door cameraman Robert Alazraki), die heel goed de ziel van zijn personages en hun omgeving weet weer te geven, terwijl de kijker de tijd letterlijk aan zich ziet voorbij trekken. Bekroond in Venetië met de Grote Prijs van de Jury. De film ging in 1990 in première in de bioscoop.

Un petit monastère en Toscane

1988 | Documentaire

Frankrijk 1988. Documentaire van Otar Iosseliani.

Een documentaire over het dagelijks leven van vijf Franse Augustijner monniken die vastbesloten zijn het verlaten klooster van Castelnuovo del Abate in Toscane nieuw leven in te blazen. Met mystiek doordrenkt en prachtig gefilmd.

Les Favoris de la lune

1984 | Komedie

Frankrijk 1984. Komedie van Otar Iosseliani. Met o.a. Pascal Agier, Alexis de Montaigu, Gaspard Flori, Emilie Aubry en Peter Cloos.

Deze film kan onmogelijk samengevat worden omdat het een verzameling is van schetsen waarin tal van mensen elkaar tegenkomen, bij elkaar intrekken of elkaar voorgoed verlaten: een wapenhandelaar, clochards, naïve idealisten, kinderen, prostitueés, terroristen, dieven enz. De karaktertypes zijn sympathiek, het script lijkt op een muzikale fuga en is bovendien heel precies. De rode draad is de betrekkelijkheid van mensen, dingen en gebeurtenissen. Ongetwijfeld een zeer belangrijk werk van deze regisseur - hij kreeg de prijs in Venetieë niet voor niets - en bovendien mag het gelden als een schoolvoorbeeld hoe je een film moet maken. Om een dergelijke film te evenaren zou men moeten teruggrijpen naar het werk van de Pool Wojtiech Has die op meesterlijke wijze net zo gecompliceerde constructies in beeld aaneen weet te rijgen.

Ma blonde, entends-tu dans la ville...

1980 | Drama

Frankrijk 1980. Drama van René Gilson. Met o.a. Francine Carpon, Jacques Zanetti, Josette Hemsen, Elizabeth Chailloux en Cyril Robichez.

De enige afwisseling in het sleurbestaan van een provinciale fabrieksarbeidster anno 1936 is haar liefde voor een voor het fascisme gevluchte Italiaanse mijnwerker. De overwinning van het Front Populaire bij de verkiezingen resulteert in de invoering van doorbetaalde vakanties, zodat ze samen per fiets naar zee kunnen vertrekken. Deze met oog voor detail getekende sociale schets weet met een minimum aan dramatisering een treffend beeld te tekenen dat boven het naturalisme van de kleine gebeurtenissen uitstijgt.

Pastoral

1976 | Drama

USSR 1976. Drama van Otar Iosseliani. Met o.a. Rezo Tcharklashvili, N. Pipija, Lia Djugeli, Marina Karzivadze en Tamara Guabarashvili.

Een groep muzikanten uit de stad Tbilissi komt in een dorpje in Georgië, waar de bewoners een taal spreken die ze niet kennen. Een dorpsmeisje vormt de schakel tussen de twee culturen. Gelijkend op een antropologische film, waarin de kijker een beeld krijgt van het dagelijks leven van een afgelegen dorp in het verre Georgië. De prachtige zwart-witfotografie en de schone klanken van de muziek vormen een harmonische eenheid met de sfeer die het vervallen dorp uitademt. Pas in 1981 werd toegestaan de film buiten de Sovjet-Unie te vertonen.

Shil pewtschij drosd - Iko schaschwi mgalobeli

1970 | Drama

USSR 1970. Drama van Otar Iosseliani. Met o.a. Gela Kandelaki, Gogi Tscheidse, I Dshandierei, Dhansoeng Kachidse en Marina Karziwadse.

Een aangename psychologische komedie van de lichtvoetige Georgische regisseur. Een jongeman heeft zo'n druk sociaal leven dat hij steeds maar net op tijd komt om voor het orkest waarin hij speelt, in de slotakkoorden zijn bescheiden bijdrage te leveren. De dirigent dreigt er een maagzweer aan over te houden.

Gil Pevtchil drozd

1970 | Komedie

USSR 1970. Komedie van Otar Iosseliani. Met o.a. Gela Kandelaki, Gogi Cxeidze, Irina Dzandieri, Elena Landia en Dzansug Kaxidze.

Kandelaki is slagwerker in het orkest van Tbilissi. Hij staat erom bekend nooit op tijd te zijn. De orkestleider stuurt hem naar de directeur, die echter geen tijd heeft. Kandelaki moet in de namiddag terugkomen. In de tussentijd ontmoet hij zijn vrienden en gaat hij achter de meisjes aan, zodat hij te laat bij de directeur is. Hoewel zijn beste vriend horlogemaker is, heeft hij een hekel aan stiptheid. Een verrassend luchtige film uit de voormalige Soviet-republiek Georgië. Een warme, licht- ironische kijk op het leven in de hoofdstad, die Tati ongetwijfeld bevallen zou zijn. Het is een van die zeldzame voorbeelden van films waarin eigenlijk niets gebeurt, maar die toch niet vervelen. Ioseliani schreef het scenario in samenwerking met Dimitri Eristavi. Briljante beelden van Abesalom Maisouradze.