A demain
Parijs 1963. In een ruim appartement wonen drie huisartsen: het oude echtpaar Bouddha en Tete en hun zoon Gilles. Gilles en zijn vrouw Helène hebben twee kinderen: de 8-jarige Pierre en zijn zusje Isabelle. Met drie dokters in huis is het geen wonder dat er de hele dag patiënten in en uit lopen. Nog meer drukte in huis wordt veroorzaakt door onderlinge haat en nijd en door vreemde hobbies en obsessies. Kleine Pierre denkt veel aan oorlogen. Hij is altijd bang of er wel een dag van morgen zal zijn. 's Avonds in bed probeert hij die angst te bestrijden door steeds maar A demain (Tot morgen) te roepen, vaker dan zijn ouders lief is. Hij heeft een speciale band met zijn grootmoeder, die hem leert dat ook dokters dood kunnen gaan. Deze kennis is een stap naar volwassenheid, maar het maakt er het 'Tot morgen' alleen maar vragender door