Petra Hinze

Gefährliche Nähe und du ahnst nichts

Duitsland 2002. Thriller van Hartmut Schoen. Met o.a. Hans-Michael Rehberg, Claudia Michelsen, Tobias Moretti, Felix Eitner en Johannes Bandrup.

Mädchen aus der Torte, Das

Duitsland 1999. Romantiek van Peter Weck. Met o.a. Rainhard Fendrich, Heio von Stetten, Max Tidof, Marion Mitterhammer en Friedrich von Thun.

Singles - Wieder allein

Duitsland 1997. Drama van Rainer Boldt. Met o.a. Jacques Breuer, Barbara Wussow, Michele Oliveri, Petra Zieser en Thomas Balou Martin.

Natascha - Wettlauf mit dem Tod

Duitsland 1996. Drama van Bernd Böhlich. Met o.a. Julia Jäger, Florian Martens, Luise Helm, Hans Peter Hallwachs en Maja Maranow.

Mutter mit 18

Duitsland 1995. Familiefilm van Horst Kummeth. Met o.a. Susanna Wellenbrink, Max Schneider, Jacques Breuer, Oliver Selke en Ygal Gleim.

Het vervolg op MUTTER MIT 16 met Wellenbrink, als Anja. Ze is prachtig meege[KA3]evauleerd. Ze heeft na omzwervingen een onderkomen gevonden als inwonend dienstmeisje met haar hummeltje Roger (Schneider) bij weduwe Franziska Hoffmann (Lemnitz). Als haar zoon Daniel (Dehmel-Huber) verliefd op Anja wordt, panikeert Frau Hoffmann en neemt contact op met de kinderbescherming.

Der Tölpelhans

Oost Duitsland 1993. Familiefilm van Bodo Schwarz. Met o.a. Thomas Schuch, Beatrice Bergner, Eberhard Mellies, Herbert Olschok en Peter Pauli.

Een onnozele hals met de bijnaam uit de titel is het mikpunt van spot als hij serieus dingt naar de hand van prinses Duizendschoon, maar het lachen vergaat mensen, die hem belachelijk maken als hij slim en sluw blijkt te zijn: hij laat vervaarlijke krijgers en gemene gifmengers het loodje leggen. De tandenloze verfilming van een sprookje van H.C. Andersen dat ruim vijf jaar op de plank bleef liggen omdat hij in 1988, vlak voor het vallen van de Muur van Berlijn gereed kwam. Hij ging pas op 7 februari 1993 op de voormalige Oostduitse tv, omgedoopt tot MDR, in première. Joachim Hürtgen pleegde het scenario en Alfred Kirchner was cameraman van dienst. Het verging deze film dus net zoals de luxe slee uit het arbeiderspardijs, de Trabant: de mensen lieten hem massaal in de steek - midden op de weg met open portieren - toen ze wisten dat ze iets anders en veel beters konden krijgen.

Alles Lüge

Duitsland 1991. Heiko Schier. Met o.a. Dieter Hallervorden, Peter Fitz, Billie Zöckler, Erich Honecker en Franziska Matthus.

Hallervorden speelt een komediant uit de voormalige DDR, die na het vallen van de Muur werkloos is geworden. Als hij ontdekt dat zijn vrouw hem bedriegt, is de maat vol en gaat hij zijn geluk in het 'Westen' beproeven. In Berlijn woont zijn dochter Matthus, die hem al ver voor de Duitse eenwording gesmeerd had. Hij heeft echter niet veel geluk. Niemand lacht om zijn komische nummer. Zijn dochter blijkt een teleurstelling: ze is beland in de prostitutie. Zijn nieuwe vlam Zöckler blijkt niemand minder dan de vervreemde vrouw van zijn ex-partner Fitz, die hem in de socialistische heilstaat op de bühne in de steek liet en thans in duistere zaakjes verwikkeld is. Als Hallervorden uit bittere teleurstelling zijn gal publiekelijk spuwt op consumptiemaatschappij van de Bondsrepubliek, heeft hij succes als satirist. Hij krijgt kennis aan een degenlijke vrouw, officier van justitie Kirchoff. Deze blijkt het echter uitsluitend gemunt te hebben op zwendelaar Fitz. De als parodie bedoelde film is niet meer dan een humorloze platte klucht; dat ligt niet aan de spelers, maar veel eerder aan het beroerde scenario van regisseur Schier en Gerd Weiss. Het camerawerk was in handen van Jörg Jeshel.

Polizeiruf 110: Der Fund

Oost Duitsland​/​​Duitsland 1989. Misdaad van Hans Knötzsch. Met o.a. Lutz Riemann, Andreas Schmidt-Schaller, Klaus Gehrke, Hans-Joachim Hanisch en Solveig Müller.

In het scenario van Gerhard St[KA3]ube wordt de Vopo weer eens ingezet in een fraaie streek langs de kustlijn van de Oostzee, waar het goed toeven is en waar vakantiebungalows staan. De charmante Oberleutnant Grawe (Schmidt-Schaller) moet in samenwerking met zijn onsympathieke collega Oberleutnant Zimmermann (Riemann) een reeks inbraken ophelderen in de vakantiehuisjes. Ze verlenen ter plaatse ondersteuning aan Major Hagen (Gehrke), die hen op zijn beurt helpt waar hij kan. Oberleutnant Grawe vertoont menselijke trekjes als hij Anita Schilling (Hinze) ontmoet, een archeologe. Ze is een knappe meid, ze bruist van de energie, Grawe is nog relatief jong en wil ook wel eens wat. Dan komt er een lijk uit de kast, of preciezer gezegd een skelet, dat niet tot de Germaanse oudheid behoort. Bovendien is er een samenhang met een kostbare oude munt. Behalve het feit dat Grawe nu eens met kleine pasjes op vrijersvoeten gaat, heeft deze aflevering niet veel nieuws te bieden; bovendien kennen we de vakantieoorden al uit en te na uit vorige avonturen van de volkspolitie. Aflevering 127.

Sachsens Glanz und Preußens Gloria - Gräfin Cosel

Oost Duitsland 1985. Drama van Hans-Joachim Kasprzik. Met o.a. Marzena Trybala, Dietrich Körner, Alfred Struwe, Jan Spitzer en Klaus Piontek.

De keurvorst van Sachsen, Adolf Magnus Freiherr von Hoym (Piontek) zet zijn gade Anna Constantia (Trybala) in bij een weddenschap. Hij verliest en hierdoor wordt Anna de ma[KA4]itresse van August de Tweede (K[KA3]orner), de koning van Polen, die haar de titel van gravin Cosel schenkt. Anna Constantia die August probeert zijn belofte te laten houden om haar te huwen, krijgt invloed aan het hof van Sachsen. Aan het Poolse hof wint een rivale aan invloed, terwijl Anna Constantia naar Pillnitz wordt verbannen. Ze gaat echter niet bij de pakken neerzitten en vlucht naar Pruisen, waar ze de aartsvijand van August, de koning van Pruisen Friedrich Wilhelm de Eerste (Mühlstädt), om hulp vraagt. Dit romantische melodrama dat speelt in 1712 in de barokperiode, is voor een kostuumstuk uit het boeren- en arbeidersparadijs van vadertje Honecker verrassend goed, net alsof de Oostduitse makers naar iets anders verlangden, hoger en beter, dat echter voor hen ongrijpbaar bleef. Werd uitgezonden in drie individuele delen die geproduceerd werden tussen 1983 en 1987 met verschillende titels, deels dezelfde hoofdrollen en verder een wisselende bezetting. Deze aflevering wordt meestal in twee delen uitgezonden. Het scenario is van Albrecht Börner en regisseur Kasprzik naar de roman van Josef I. Kraszewski. Het camerawerk is van Horst Hardt. Vervolg: SACHENS GLANZ UND PREUßENS GLORIA - BRŸHL.

Polizeiruf 110: Schwere Jahre

Oost Duitsland 1984. Misdaad van Hans-Joachim Hildebrandt. Met o.a. Friedhelm Eberle, Lothar Schellhorn, Günter Naumann, Evamaria Bath en Marga Legal.

Hauptmann Wolfgang Reichenbach (Eberle) wordt na een explosie naar een oude mijn in de Harz geroepen, waar twee dodelijke slachtoffers gevallen zijn. De twee mannen zouden een kunstschat hebben gezocht die de nazi`s tegen het einde van WO II verborgen zouden hebben. Dit voert Reichenbach naar een oude moordzaak, waarbij zijn vader Erwin (nogmaals Eberle) als machinist op een locomotief werd vermoord. De daders zijn nooit achterhaald en nu stelt Reichenbach zich tot taak om de moordenaar(s) van zijn vader te pakken. Met de hulp van zijn trouwe Oberstleutnant Brandner (Schellhorn) bereikt hij zijn doel. Enige Oostduitse aflevering uit de reeks die in twee delen is en meer dan drie uur duurt, maar officieel als twee aparte afleveringen geteld, 90 en 91. Het tweede, kortere deel werd zelfs beter bekeken indertijd (in de toenmalige DDR) dan het eerste deel. Het scenario is van regisseur Hildebrandt.

Csak semmi panik

Hongarije 1982. Actiefilm van Sandor G. Szȁngi. Met o.a. Istvan Butjor, Andras Kern, Gyula Bodrogi, Petra Hinze en Laslo Banhindy.

Inspecteur van politie Kardos (Kern) hoort van een Duitse vrouw hoe haar vader ooit de koninklijke Hongaarse juwelen uit het land trachtte te smokkelen, maar daarbij met een vliegtuigje in een meer stortte. Zij weet de vindplaats, en de gebruikelijke jacht op de schat (inclusief ongure Oosteuropese gangsters en blauwe Lada's) begint.

Cask semmi pǎnik

Hongarije 1982. Avonturenfilm van Gyula Bornyi. Met o.a. Istvǎn Bujtor, Andrǎs Kern, Gyula Bodrogi en Petra Hinze.

Een stel gangsters en de Hongaarse politie, die door een Duitse vrouw geholpen wordt maken jacht op een vliegtuigwrak met de Hongaarse kroonjuwelen aan boord. De vrouw heeft op het sterfbed van haar vader een geschetst landkaartje gekregen waarop de plaats staat waar het vliegtuigje (in een meertje) is neergestort. Een clich[KA1]ematige avonturenfilm op een niveau, waarop de niet al te kritische jeugd het (nog net) leuk vindt.

Des kleinen Lokführers grosse Fahrt

Oost Duitsland 1977. Familiefilm van Hans Werner. Met o.a. Erwin Geschonneck, Maik Stewart, Petra Hinze en Wolfgang Winkler.

Een jongetje wiens opa treinmachinist is, schept op over de avonturen die je meemaakt als je dit beroep (wat hij ook ambieert) uitoefent. Zijn kameraadjes schofferen hem hierom en dan mag hij met grootva mee op reis. Brave produktie uit Oost- Duitsland zonder al te veel pretenties en produktiewaarden.

Das Schilfrohr

Oost Duitsland 1974. Drama van Joachim Kunert. Met o.a. Walfriede Schmitt, Klaus-Peter Thiele, Carl-Hermann Risse, Petra Hinze en Günter Wolf.

In 1945 vlak voor de Russische bezetting van het oostelijke deel van het Duizendjarige Rijk der nazi`s redt Marta Emrich (Schmitt) het leven van een vluchteling. Door deze heldendaad, die zij eerder tegen wil en dank beging, verandert haar leven drastisch. De man die zij redde, wordt later door haar voorbij gestreefd. De verfilming van een verhaal van Anna Seghers, dat voor de DDR-tv werd geproduceerd en vele jaren na de Duitse hereniging in een archief werd teruggevonden. Het camerawerk is van Jürgen Heimlich. Een curieuze film, die voor Seghers-liefhebbers van belang is.

Polizeiruf 110: Der Fall Lisa Murnau

Oost Duitsland 1971. Misdaad van Helmut Krätzig. Met o.a. Peter Borgelt, Sigrid Göhler, Petra Hinze, Hans Lucke en Hans-Dieter Knaup.

Er gebeurt een overval op het postkantoor in de Herderstraße. De brandkast wordt leeggeroofd. De voor de hand liggende verdachte is een kermisklant, maar dan wordt de ex- kantoorbeheerder van Lisa Murnau aan de tand gevoeld. De jongens van de Oostduitse Kripo zijn niet mals. Het scenario is van regisseur Krätzig en Hans-Jürgen Faschina. Eerste aflevering van het DDR-antwoord op de succesvolle Westduitse TATORT-serie, die een jaar eerder gestart was met TAXI NACH LEIPZIG. Men dient te bedenken dat deze misdaadfilms moesten laveren tussen enorme klippen die in de uitgebreide catalogus van taboethema's uit het Oostduitse arbeiderspardijs stonden. Ze moesten evenwel spanning en amusement bieden en waren derhalve ietsje vrijer dan de gewone film- en theaterproducties. De producties die in 1990 werden gemaakt ademen al heel wat vrijheid uit die ontstond toen dramaturgen, scenarioschrijvers en producenten van de ARD en DFF ervaringen en ideeën met elkaar gingen uitwisselen. Er werden in de DDR totaal 148 films uitgezonden; de laatste dateert van 31 maart 1991; daarna nam de ARD ze over, want er waren er 153 gedraaid. Nummer 153 werd op 22 december 1991 uitgezonden. Toen werd het een paar jaar stil rondom de serie. Na de Duitse hereniging werd de officiële DDR-omroep de regionale zender MDR en de andere regionale zenders begonnen mee te helpen om vanaf 1993 in TATORT-traditie POLIZEIRUF 110 afleveringen te maken en zo moest de 'moord na het nieuws van zondagavond' gedeeld worden met DIE MÄNNER VON K3 en TATORT. Rond het jaar 2000 was men al ver over de tweehonderd afleveringen, maar TATORT bereikte in augustus van dat jaar nummer 450. Het grote verschil tussen TATORT en POLIZEIRUF 110 is dat de eerste serie in grote steden speelt en te maken heeft met zware jongens, terwijl de laatste reeks in de provincie speelt, meer te maken heeft met de kleine misdaad en veel aandacht besteedt aan de verbinding dader-slachtoffer.