Félix Oudart: cast.
Er zijn 28 films gevonden.

Trois jours de bringue à Paris

1953 | Komedie

Frankrijk 1953. Komedie van Emile Couzinet. Met o.a. Lucien Baroux, Milly Mathis, Catherine Cheyney, Pierre Larquey en Félix Oudart.

Een provinciale vriendenclub heeft haar winst, behaald met het kaartspel, opgepot om een aantal dagen naar Parijs te gaan. Daar stapelt zich door hun onervarenheid het ene misverstand op het andere en ze belanden zelfs in de gevangenis. Zonder dat ze van het geld plezier hebben gehad eindigen ze totaal berooid. Deze fantasieloze verfilming van Eugène Labiche's klassieke klucht Het Spaarvarken doet het origineel geen enkel recht, ook omdat de acteurs spelen alsof ze het schellinkje moeten bereiken in plaats van de camera.

Atoll K

1950 | Komedie

Italië​/​​Frankrijk 1950. Komedie van Léo Joannon en John Berry. Met o.a. Stan Laurel, Oliver Hardy, Suzy Delair, Adriano Rimaldi en Max Elloy.

Stan en Ollie hebben een jacht geërfd en lijden schipbreuk met twee medepassagiers bij Zuidzee-eiland, waar rust van het viertal eerst wordt verstoord door kokette zangeres en vervolgens door een uraniumexpeditie. Historisch document - laatste en langste film en eerste Europese van beroemd duo - stemt treurig. Scenario en regie zijn lamlendig, maar niet slechter dan sommige eerdere films die ze door hun aanwezigheid wèl redden. Volledige uitgeblustheid kan nu niet één lachje wekken. Bovendien was Laurel vóór de opnamen ziek geweest, en zag hij er allerminst lachwekkend uit. In USA uitgebracht in een verkorte versie van 82m. Ook bekend als UTOPIA en ROBINSON CRUSOELAND.

On demande un assassin

1949 | Komedie

Frankrijk 1949. Komedie van Ernest Neubach. Met o.a. Noëlle Norman, Claude Chenard, Zenie Aubier, Denise Roux en Evelyne Salmon.

Een pure en eenvoudige bewerking van het stuk van Ernest Neubach. Andr é Tabet schreef de dialogen. Bob huurt een moordenaar in voor 'zijn zelfmoord' want hij kotst van het leven. Plotseling krijgt hij echter weer hoop en wil niet meer gedood worden, terwijl de moordenaar om hem heen sluipt. Typisch een thema voor een klucht met een Fernandel in dit geval als zichzelf maar wel leuk. De film is overigens alleen de moeite waard vanwege de acteurs want het is theater, dat zich af en toe in de buitenlucht afspeelt en er wordt de draak mee gestoken. De internationale producent en scenarist van Oostenrijkse nationaliteit Neubach maakte slechts vier films.

Jo la Romance

1949 | Drama, Muziek

Frankrijk 1949. Drama van Gilles Grangier. Met o.a. Georges Guétary, Ginette Leclerc, Noëlle Norman, Suzanne Grey en Nina Myral.

Een waardeloos scenario geeft Guétary gelegenheid een liefdesliedje te kwelen. Het niveau van een fotoroman uit dezelfde periode. Het spel van Guétary is ook niet om over naar huis te schrijven. De andere acteurs trachten de meubels te redden in deze weeë geschiedenis over een onmogelijke liefde, die tenslotte natuurlijk alle hindernissen overwint. Een van de meest smakeloze films van Grangler, ook al zit het technisch allemaal wel goed in elkaar. Ook bekend als CELLE QUE J'AIME.

Eve et le serpent

1949 | Komedie

Frankrijk 1949. Komedie van Charles-Félix Tavano. Met o.a. Gaby Morlay, Jacqueline Gauthier, Marguerite Deval, Elyane Saint-Jean en Hélène Garaud.

Die slang uit de titel is in elk geval niet gevaarlijk, want het is de rechtschapen en belachelijke Monsieur Grombat. Hij wordt verliefd op Eve, die hij in dienst heeft genomen en die hij als minnares wil hebben. De liefde is echter niet wederzijds want zij houdt van Georges. Deze slechte imitatie van de komedies van Molière, waarin oude kerels die gek zijn op jonge vrouwen belachelijk worden gemaakt, is zo vlak als maar kan verfilmd door een grote onbekende. Als er niet een paar scènes buiten waren opgenomen, waande men zich in het theater. Gaby Morlay is op haar retour als de voormalige vriendin van de oude sok.

Clochemerle

1949 | Komedie

Frankrijk 1949. Komedie van Pierre Chenal. Met o.a. Armontel, Mady Berry, Jean Brochard, Jean-Roger Caussimon en Saturnin Fabre.

De installatie van een pissoir tegenover de dorpskerk leidt tot twisten tussen 'klerikalen' en 'progressieven' die zo hoog oplopen dat het leger er zich mee moet bemoeien. De kolderieke dorpsschetsen van Gabriel Chevalier kregen een, vanwege de onbenullig afgeschilderde geestelijkheid, destijds controversiële verfilming waarvan de scherpte inmiddels grotendeels verloren is gegaan, zodat alleen de sjeuïge mannetjesmakerij van een reeks karakterspelers is overgebleven.

Le voleur se porte bien

1948 | Komedie, Misdaad

Frankrijk 1948. Komedie van Jean Loubignac. Met o.a. Jeanne Fusier-Gir, Milly Mathis, Michèle Philippe, André Alerme en Pierre Mingand.

Teneinde zijn vrouw te bewijzen dat zij onnodig bang is, pleegt haar echtgenoot samen met een medeplichtige een zogenaamde inbraak. Het huis is helemaal overhoop gehaald en de politie verdenkt iedereen. Variaties op een thema die bijna tot een tweede thema uitgroeien. Leuke dialogen van Fernand Sardou. Zonder pretenties maar in scène gezet door een vakkundig technicus en iemand die goed met acteurs kan omgaan.

L'impeccable Henri

1948 | Komedie

Frankrijk 1948. Komedie van Charles-Félix Tavano. Met o.a. Marcelle Derrien, Mona Goya, Yvette Lucas, Hélène Garaud en Claude Dauphin.

Met de bedoeling hen te bestelen treedt Henri als stijlvolle butler bij een familie in dienst. Geleidelijk aan raakt hij bevriend met zijn werkgevers en, eenmaal eerlijk geworden, trouwt hij de dochter des huizes. Dit dodelijk saaie thema leidde tot een onschuldige en praktisch onbeduidende film, gemaakt door een volslagen onbekende regisseur. Het spel maakt nog wat goed. Ook bekend als L'IMPECCABLE MONSIEUR HENRI.

Une Nuit à Tabarin

1947 | Komedie, Musical

Frankrijk 1947. Komedie van Karl Lamac. Met o.a. Jacqueline Gauthier, Margo Lion, Denise Bosc, Janette Batti en Robert Dhéry.

Een vaag, onbelangrijk verhaaltje dient vooral om eenheid te brengen in de opeenvolgende nummers in de Parijse nachtclub Tabarin, beroemd in zijn tijd. Een middelmatige verfilming maar de film is het aanzien waard vooral dankzij de humor van Dhéry - hier alleen acteur - en de show in het café natuurlijk. Het is onbedoeld een documentaire over de showstijl van vlak na de oorlog geworden.

Le Charcutier de Mâchonville

1947 | Komedie

Frankrijk 1947. Komedie van Vicky Ivernel. Met o.a. Bach, Milly Mathis, Nina Myral, Colette Vivia en France Degand.

Deze film is een bewerking van de bestseller van Marcel-Eric Grancher en is op het lijf geschreven van de komiek Bach. Niet alleen slaat de moord op de hoofdpersoon als een tang op een varken, maar bovendien is de film ordinair, grof en platvloers, geregisseerd door een onbekende knoeier.

Emile l'Africain

1947 | Komedie

Frankrijk 1947. Komedie van Robert Vernay. Met o.a. Fernandel, Noëlle Norman, Alexandre Rignault, Félix Oudart en Bernard Lajarigge.

Een requisiteur in een filmstudio is jaren geleden verlaten door zijn vrouw die haar dochter in de waan heeft gebracht dat haar vader ontdekkingsreiziger in Afrika is. Nu het meisje gaat trouwen is zijn handtekening nodig. De filmploeg komt in actie om Emile de overtuigende Afrikaanse entourage te geven. Een grappig gegeven biedt mogelijkheden die in de film niet allemaal worden gebruikt zodat de toneelafkomst te duidelijk zichtbaar blijkt. De acteurs -met Fernandel voorop - storten zich echter met animo op de dwaze rollen en situaties. Scenario van Gérard Carlier en Herbert Victor naar het theaterstuk van Paul Nivoix.

Trente et quarante

1946 | Musical, Komedie, Muziek

Frankrijk 1946. Musical van Gilles Grangier. Met o.a. Martine Carol, Jeanne Fusier-Gir, Georges Guétary, André Alerme en Jean Parédès.

Een getrouwe (?) verfilming van de weinig bekende roman van Edmond About. Overigens zonder enig belang want deze eentonige film over de variaties in het spel, de liefde en het geld in de gegoede kringen van die tijd is zonder pretenties. Onbeduidende personages en alles nauwkeurig maar zonder gevoel verfilmd.

Tombé du ciel

1946 | Komedie, Musical

Frankrijk 1946. Komedie van Emile E. Reinert. Met o.a. Claude Dauphin, Jacqueline Gauthier, Giselle Pascal, Félix Oudart en Renaud Mary.

Een vage komedie met liedjes rond een sjofel provincie- orkest. Een al even sjofele film met een dosis sentiment, zoetsappig genoeg om het toenmalige publiek aan te spreken.

Monsieur chasse

1946 | Komedie, Misdaad

Frankrijk 1946. Komedie van Willy Rozier. Met o.a. Noëlle Norman, Marguerite Deval, Jany Laferrière, Cynette Quero en Maria Dhervilly.

Een eenvoudige en eerlijke verfilming van de komedie van Georges Feydeau. Deze film heeft alles te danken aan de schrijver. Willy Rozier, regisseur van Belgische oorsprong, heeft een grotendeels commerciële carrière achter zich. Onevenwichtig spel.

Macadam

1946 | Misdaad, Drama

Frankrijk 1946. Misdaad van Marcel Blistène en Jacques Feyder. Met o.a. Françoise Rosay, Paul Meurisse, Simone Signoret, Andrée Clément en Jacques Dacqmine.

Hotelhoudster Rose (Rosay, echtgenote van Feyder), behept met een crimineel verleden, geeft onderdak aan Victor (Meurisse), een oude kameraad die naar Zuid-Amerika wil vluchten. Ze verraadt hem aan de politie om zijn geld in te pikken, maar hij ontsnapt en neemt wraak. Duistere en weinig opgewekte misdaadfilm dankt de sfeervolle en strakke vorm waarschijnlijk meer aan de supervisie van veteraan Feyder (die wel wordt gezien als grote inspirator van het poëtisch realisme) dan aan de regie van Blistène. De eerste belangrijke rol van Signoret.

Le Café du Cadran

1946 | Drama

Frankrijk 1946. Drama van Jean Gehret. Met o.a. Blanchette Brunoy, Nane Germon, Colette Vepierre, Jane Morlet en France Descaut.

Een drama over jaloezie bij de eigenaars van het café du Cadran in hartje Parijs. Eigenlijk gaat het vooral om een intieme kroniek, omdat het belangrijkste deel de nauwlettende half- grappige, half-tragische schildering van de bezoekers van het café is. Eerste film van Gehret, regisseur van een opmerkelijk oeuvre dat maar vijf films omvat. Hij stierf te vroeg op 56-jarige leeftijd.

Gueux au Paradis

1946 | Komedie

Frankrijk 1946. Komedie van René Le Hénaff. Met o.a. Gaby Andreu, Michèle Philippe, Pepita Jiménez, Gerlatta en Raimu.

Bewerking van een educatieve komedie, toegeschreven aan een zekere G.M. Martens. Twee rondzwervende soldaten die in een vrolijke bui verkeren, zien zich de toegang tot het paradijs geweigerd en moeten terugkomen op aarde. Een afgezaagd thema. Ren[KA1]e le H[KA1]enaff was een briljant editor maar een veel minder briljant regisseur. Het is aan de bruisende Raimu en Fernandel (ook al stellen zij zich onnoemelijk aan) te danken dat deze lompe klucht als het moet nog wel uit te zitten is. Hoe dan ook, Gaby Andreu als de Maagd Maria en André Alerme als de heilige Petrus moet je zien en dan pas zul je het geloven!

Dorothée cherche l'amour

1945 | Komedie, Fantasy

Frankrijk 1945. Komedie van Edmond T. Gréville. Met o.a. Suzy Carrier, Claude Dauphin, Henri Guisol, Jules Berry en Samson Fainsilber.

Voordat hij het Paradijs mag betreden wordt een overleden miljardair naar de aarde teruggestuurd om iemand gelukkig te maken. Hij kiest daarvoor de mooie, jonge Dorothée, want haar aanstaande huwelijk is het onderwerp van een soort koehandel. De film is niet bepaald vlekkeloos, maar Gréville maakte wel naam met deze scherpe satire op dergelijke praktijken.

Les cinq sous de Lavarède

1939 | Komedie

Frankrijk 1939. Komedie van Maurice Cammage. Met o.a. Fernandel, Josette Day, Jean Dax, Marcel Vallée en Andrex.

Armand Lavar[KA2]ede (Fernandel) schept graag op met fictieve avonturen om indruk te maken op de vrouwen. Zijn oom, die ook op de hoogte is van de 'ervaringen' van zijn neef, sterft. Hij laat hem een fortuin na, maar er is een voorwaarde: om de erfenis te kunnen opstrijken moet hij binnen de honderd dagen een reis rond de wereld hebben gemaakt, met op zak niet meer dan vijf stuivers. Twee vrienden van de overledenen moeten hem controleren. Slaagt hij niet erin dan krijgen zij de erfenis. Materie genoeg om met Fernandel een geslaagde komedie te maken, die op zijn beurt een echte one-man show ervan heeft gemaakt. De film heeft veel vaart en de climax - de tocht naar Parijs - is knap gefilmd. Een van de betere resultaten van de samenwerking Fernandel-Cammage. Jean- Louis Bouquet, René Wheeler, Jean Rioux en Claude Legentil baseerden hun scenario op een werk van Paul d'Ivoi en Henri Chabrillat. Fotografie van Géoges Clerc, Jean-P. Goreaud en Edouard Meyer. Al eerder verfilmd in 1928 met dezelfde titel door Maurice Champreux.

Je chante

1939 | Komedie, Musical

Frankrijk 1939. Komedie van Christian Stengel. Met o.a. Charles Trenet, Janine Darcey, Nina Sinclair, Jean Tissier en Félix Oudart.

Een zingende muziekleraar weet een noodlijdend meisjesinternaat uit de financiële moeilijkheden te helpen. De chansons van Trenet hebben de tand des tijds beter doorstaan dan de film zelf: de braafheid en opgewektheid van de kostschoolmeisjes geeft anderszins aanleiding tot glimlachen dan destijds was bedoeld.

J'étais une aventurière

1938 | Avonturenfilm

Frankrijk 1938. Avonturenfilm van Raymond Bernard. Met o.a. Edwige Feuillère, Jean Murat, Jean Max, Jean Tissier en Félix Oudart.

Vera Vronsky, een Russische prinses, geruïneerd door de revolutie, begeeft zich op het pad van de oplichterij en vormt een trio met de avonturier Désormeaux en de zakkenroller Paulo. Hun volgend slachtoffer bevindt zich aan de Rivièra en die gaan ze 100.000 francs trachten armer te maken. Maar door de onhandigheid van Paulo verloopt niet alles volgens plan. Ook bekend als LES GRANS MOYENS.

Tout va très bien, madame la marquise

1936 | Komedie

Frankrijk 1936. Komedie van Henry Wulschleger. Met o.a. Noël-Noël, Colette Darfeuil, Marguerite Moreno, Félix Oudart en Simone Bourday.

Ray Vee uit Bretagne beproeft zijn geluk in Parijs waar hij een rol krijgt in een revue over de Franse provincies. Zijn theatercarrière mislukt en hij zoekt onderdak bij zijn zuster die in plaats van een degelijke huishoudster de maintenée van een rijkaard blijkt te zijn. Deze op zichzelf staande komedie over de provinciaal in het losbandige Parijs speculeert op een vooroorlogse tophit en wisselt aardige scènes af met flauwiteiten. Ook de destijds beroemde show- band van Ray Ventura is te zien en te horen.

Ne t'promène donc pas toute nue !

1936 | Komedie

Frankrijk 1936. Komedie van Léo Joannon. Met o.a. Arletty, Félix Oudart, Sinoël, Charles Redgie en Jean Tissier.

Volksvertegenwoordiger Ventroux (Oudart) is niet erg gelukkig met het feit dat zijn vrouw Clarisse (Arletty) graag schaars gekleed rondloopt in hun appartement, temeer daar hun knecht hier duidelijk helemaal geen aanstoot aan neemt. Maar ze heeft het ook altijd zo warm en haar man heeft de tijd niet om met haar naar het strand te gaan. Zo is het zesendertig graden en ze zijn nog altijd in een uitgestorven Parijs dank zij het parlement. Maar Ventroux ontvangt belangrijke mensen en Clarisse blijft maar rondlopen in haar lingerie. Erg theatrale, maar leuk gespeelde komedie met goede dialogen. Het geheel is sterk verouderd, maar is een waardevol document dat een idee geeft van wat de mensen ontspannend vonden in de jaren voor de televisie en bovendien geeft het de gelegenheid om Arletty nog eens te bewonderen. Georges Feydeau baseerde het scenario op zijn eigen eenakter. Achter de camera werd plaatsgenomen door Christian Matras.

Ferdinand le noceur

1935 | Komedie

Frankrijk 1935. Komedie van René Sti. Met o.a. Fernandel, Paulette Dubost, André Alerme, Félix Oudart en Julien Carette.

Een welgestelde oude man selecteert een deugdzame werknemer als echtgenoot voor zijn dochter, die echter een frivool aardje naar haar vaartje heeft en niets ziet in haar saaie verloofde. Door een misverstand rond vurige liefdesbrieven die hij geschreven lijkt te hebben, vermoedt zij dat hij een geheim leven als rokkenjager heeft en daardoor gaat ze hem met andere ogen bezien. Fernandel-komedie volgens vooroorlogs recept waarin zijn naïviteit het vermoeden van het tegendeel oproept.

Debout là-dedans!

1935 | Komedie, Drama

Frankrijk 1935. Komedie van Henry Wulschleger. Met o.a. Bach, Félix Oudart, Simone Héliard, Pierre Moreno en Paul Ollivier.

Erbarmelijke militaire klucht, speciaal geschreven voor de toen zeer populaire en dikke komiek Bach. Anders gezegd: afgezaagde soldatengein op z'n vulgairst.

Toto

1933 | Komedie

Frankrijk 1933. Komedie van Jacques Tourneur. Met o.a. Albert Préjean, Renée Saint-Cyr, Jim Gérald, Robert Goupil en Félix Oudart.

De derde lange speelfilm van Tourneur. Hij erkende zelf dat TOTO het niveau van het broddelwerk niet ontstijgt. Hij kon niet goed met dit erg groffe scenario overweg, het nadrukkelijk dolkomische genre past helemaal niet bij hem. De acteurs sloven zich naar hartelust uit. Het scenario is van Hermann Kosterlitz. Het camerawerk is van Raymond Agnel Colas.

Théodore et Cie

1933 | Komedie

Frankrijk 1933. Komedie van Pière Colombier. Met o.a. Alice Field, Germaine Auger, Raimu, Albert Préjean en Pierre Alcover.

Komedie der verwisselingen en misverstanden. Th[KA1]eodore (Pr[KA1]ejean) werkt bij zijn oom Clodomir (Raimu), die goed geboerd heeft in de kaas. In plaats van zich in te spannen en in het zweet des aanschijns de kaas op zijn brood te verdienen, wringt Théodore zich in allerlei bochten om met niets doen carrière te maken. Zo moet de schlemielige Clodomir horen dat zijn vrouw hem bedriegt en dat zijn neef misbruik van hem maakt. Hij wil berusten in de feiten, maar dan nemen de gebeurtenissen een onverwachte wending. Deze verfilmde boulevardklucht is alleen maar interessant voor de liefhebbers van het werk van Raimu. Het scenario is van René Pujol naar het toneelstuk van Paul Armont en Nicolas Nancey. Het camerawerk is van Victor Arménise en Henri Barreyre. Mono.

Tire-au-flanc

1928 | Komedie, Drama

Frankrijk 1928. Komedie van Jean Renoir. Met o.a. Georges Pomiès, Michel Simon, Fridette Fatton, Félix Oudart en Jeanne Helbling.

Eerste filmbewerking van een toneelstuk van Mou[KA1]ezy- [KA1]Eon en Sylvane, dat toentertijd en nog lang daarna enorm populair was. De film is een kluchtige schets van het kazerneleven en beschikt over alle traditionele elementen: de tirannieke kolonel, die niet van `slappelingen` houdt, de pesterijen, de talloze incidenten die het bestaan van een dienstplichtige kleur geven, enz. Aan het einde van het verhaal voeren de soldaten een (niet minder rommelige) show op om het einde van hun rekrutentijd te vieren. Het toneelstuk en de film zijn al wat ouder, maar de film blijft het bekijken waard, want hoewel Renoir naar zichzelf op zoek is, blijkt de montage dankzij haar vloeiende verloop heel modern te zijn en komen de acteurs heel natuurlijk over. Marc Perrone verzorgde in 1996 een versie met muziek. Regie-assistenten waren Lola Markovitch, André Cerf en Alberto Calvacanti. Het scenario is van Renoir, André Cerf en Claude Heymann. Het camerawerk is van Jean Bachelet.