Hubert von Goisern: cast en muziek.
Er zijn 2 films gevonden.

Wia die Zeit vergeht

1995 | Documentaire, Muziek

Duitsland 1995. Documentaire van Joseph Vilsmaier en Dana Vávrová. Met o.a. Hubert von Goisern, Sabine Kapfinger, Stefan Engel, Wolfgang Maier en Reinhard Stranzinger.

Op het hoogtepunt van hun populariteit besluit de rockband Die Alpinkatzen van Hubert von Goisern in 1994 een punt te zetten achter hun zangcarrière. In het Circus Krone te München geven ze hun legendarische afscheidsconcert, dat bijgewoond wordt door duizenden fans. Hun muziek, Alpenrock genoemd, is een kruising tussen volksmuziek, jodelen en hardrock, gezongen in een soort onverstaanbaar Duits dialect. De inleiding, gesproken door Goisern, is al even onbegrijpelijk. Vilsmaier, een bewonderaar van Martin Scorsese's THE LAST WALTZ, tracht de sfeer van dit unieke concert over te brengen op de toeschouwer, maar kan toch niet verhinderen dat het een film werd die uitsluitend gesmaakt zal worden door de fans van Die Alpinkatzen. De band heeft weinig uitstraling naar niet-Duitse rockliefhebbers. Beelden van het concert worden doorsneden met zichten van de Alpen, waar Goisern zorgeloos de toekomst tegemoet gaat. Idee en scenario zijn van Dana Vavrova. Voor de schitterende fotografie tekenden Peter von Haller, Klaus Moderegeer en Peter Refle. De film kreeg een korte bioscoopcarrière, maar kende in Duitsland vooral succes op de videomarkt. Dolby Stereo S.R. Digital.

Schlafes Bruder

1995 | Drama, Romantiek, Mysterie

Duitsland 1995. Drama van Joseph Vilsmaier. Met o.a. André Eisermann, Dana Vávrová, Ben Becker, Angelika Bartsch en Michael Mendl.

Zwaarmoedig, voor menigeen wellicht bombastisch boerendrama over de zonderlinge belevingswereld van dorpskind Elias. Aan het begin van de negentiende eeuw komt hij in het Oostenrijkse Vorarlberggebied ter wereld met een absoluut gehoor. Buitenbeentje Elias heeft zowel de interesse van leeftijdgenote Elsbeth als van haar broer Peter. In zijn picturale bergmystiek herinnert Vilsmaiers eigen fotografie aan Caspar David Friedrich-doeken en aan Leni Riefenstahls meesterwerk Das blaue Licht (1932). De subtiliteiten en archaïsche taal- en dialectfinesse van Robert Schneiders roman bleken minder goed naar cinema transportabel. Diverse prijzen, Golden Globe-nominatie.