Kool
Vader en zoon stellen zich, elk op hun eigen manier en vanuit hun eigen levensfase, de vraag naar de zin van het bestaan. We volgen beiden in de cirkelgang leven-sterven-leven, vormgegeven in de cyclus van de jaargetijden, de boom die uit de aarde voortgetrokken is, gekapt wordt en weer in de vorm van een doodskist aan de aarde wordt teruggegeven. De kooloogst die langzaam wegrot en plaatsmaakt voor een nieuwe berg kolen, het maken van de kist door de zoon die de vader begraaft en op zijn beurt weer door zijn zoon naar het einde gebracht gaat worden