In het kader van de boekenweek schreven zeven schrijvers een verhaal over een gevonden voorwerp voor vpro.nl/dorst. Vandaag een verhaal van Aleid de Bruin over een vieze man en een speelgoedwagentje.

Voorwerp: Speelgoedwagen
Schrijver: Aleid de Bruin

dertig

Onlangs zag ik een man een speelgoedwagen van een jongetje stelen. Het was mijn dertigste verjaardag en die vierde ik in mijn eentje bij de La Place op de bovenste verdieping van de bibliotheek.

Tot half elf had ik op mijn bed gelegen en naar Youtube-filmpjes over seriemoordenaars gekeken. Dat is iets wat ik doe als ik me niet zo goed voel. Maar omdat ik me in die periode wel vaker niet zo goed voelde, was ik er alweer vrij snel doorheen. Ik merkte dat ik het jammer vond dat er niet méér psychopathische seriemoordenaars waren. Dat is zo’n moment waarop je iets moet ondernemen, vind ik, dus ik ging naar de bieb.

Ik moest nog een boek over synchroniciteit inleveren en ik wilde bij het restaurant appeltaart eten en zo'n klein flesje witte wijn drinken. Het was per slot van rekening mijn verjaardag.
Het was druk bij La Place. Ik rekende af en zocht een plek. Pas toen ik een hap taart wilde nemen, zag ik dat ik naast een man zat die me eerder al was opgevallen.

Tijdens het op slot zetten van mijn fiets had ik gezien hoe hij met licht gebogen knieën een rukgebaar richting een prullenbak naast de ingang maakte. Afsluitend keek hij triomfantelijk over zijn schouder en trippelde het gebouw binnen.

"onze lieve heer heeft vreemde kostgangers en uiteraard zat ik ernaast"


Onze lieve heer heeft vreemde kostgangers en uiteraard zat ik ernaast. Op Schiphol overkomt me dat ook vaak. Nog voor het inchecken signaleer ik in de mensenmassa één malloot waar ik niks mee te maken wil hebben en daar zit ik dan later op tien kilometer hoogte vier uur lang naast.

Ik probeerde hem te negeren, maar we hadden elkaar al aangekeken en hij zag zijn kans schoon. Met luide stem vroeg hij of ik de slagroom lekker vond en of ik die ook weleens ergens anders op spoot. Ik zei niks en werd rood. ‘Aha!’ riep hij. Zelf was hij een allround slagroomliefhebber. Hij nam nog een slok bier en ik was net van plan om mijn spullen te pakken toen hij omhoogschoot en met die theatrale trippelpasjes naar de lift liep.

Voor hem stond een jonge vrouw te bellen. Met haar andere hand hield ze de capuchon van een jongetje vast. Hij was een jaar of vier en droeg een speelgoedwagen. Toen ging het snel. De liftdeuren openden, de bellende vrouw trok het kind aan zijn capuchon mee naar binnen, de slagroomliefhebber jaste het stuk speelgoed uit de handen van het jongetje, het jongetje trok aan het vest van de bellende vrouw, de bellende vrouw keek geërgerd naar de jongen, de liftdeuren sloten.

Ik had één keer eerder iemand iets zien stelen. Dat was bij de Blokker en ging een heel stuk langzamer. Een enorme kerel in een keurige herenjas had kalm een kaasschaaf in zijn jaszak gestoken en liet zich daarna uitgebreid informeren over verschillende waterkokers.

De slagroomliefhebber draaide zich om, keek me schalks aan, en maakte opnieuw een aftrekgebaar. Dit keer in de richting van de speelgoedwagen, die hij op een kruk in de hoek bij het raam had gezet. Daarna rende hij de trap af.
Ik ben nog twee uur blijven zitten.
 

Elk gevonden voorwerp heeft een verhaal. De eigenaar reist door maar voor het voorwerp is de afdeling verloren en vergeten de eindbestemming. Dorst vroeg zeven schrijvers en een fotografe het verloren verhaal van een gevonden voorwerp uit de Openbare Bibliotheek Amsterdam te vertellen. Tijdens de boekenweek verschijnt er iedere dag een nieuw verhaal op vpro.nl/dorst