Tijdens het Tegenlicht-interview in haar hotelkamer trekt Ulrike Guérot al pratend haar yogabroek aan.

Ze blijft praten terwijl ze haar oefeningen doet. Ook als er op de deur wordt geklopt, blijft ze geconcentreerd, ‘m’n koffer’ zegt ze en legt de man uit wat er gerepareerd moet worden, voordat ze naar het vliegveld gaat. Ze is Duits, ze is professor, ze is rad van tong in Engels, Frans en Duits, ze heeft twintig jaar voor de Europese Unie gewerkt, ze reist rond met haar succesvolle boek Waarom Europa een republiek moet worden.
Er zijn misschien mensen die denken dat alle inwoners van Europa dit werelddeel zullen verlaten als de Europese Unie instort. Ze legt uit dat dit niet het geval zal zijn, iedereen blijft gewoon waar hij is.
We moeten het gaan proberen als republiek. Er komen provincies om de grote
urbane kernen. Iedere Europeaan heeft één stem, iedereen krijgt dezelfde uitkering bij werkeloosheid. Nu kiezen de staten voor hun eigenbelang – als Europa een republiek is, is er maar één eigenbelang.
Ze kijkt me aan vanuit haar yoga-oefening en vraagt of ik wel besef dat de grenzen ook maar getrokken zijn, ze behoren niet tot de natuur, ze zijn niet eeuwig. We moeten denken dat ze kunnen veranderen en zelfs in het niets kunnen oplossen. Niemand dacht dat de Muur ooit zou verdwijnen, Oost-Duitsland was een vast gegeven geworden in de geschiedenis van Europa. De Muur werd neergehaald, het ondenkbare gebeurde. Ulrike Guérot zegt dat het gebeurde omdat we eraan dachten.
De werkelijkheid ontstaat door het denken. Mij lijkt dat eigenlijk wel een goed idee. Wilders is natuurlijk ook een denker, maar een beperkte, een miezerige – zijn hoofdgedachte is ‘de deur op slot’.
Als ik moet kiezen, en dat moet ik, is het toch het utopisch-romantische rondrazen van de filosofe in yogabroek.
Ik heb een buurman die zijn hoop op
Wilders gevestigd heeft, ik vraag hem of hij Tegenlicht heeft gezien. Ik ken zijn antwoord zonder dat hij antwoord geeft, hij kijkt uit principe nooit naar de VPRO. Toch kan ik hem in dit geval overhalen Uitzending gemist te raadplegen. Hoort gij de rode zo hoort ook de witte.
De volgende dag komt hij naar me toe met de berustende zekerheid van de overwinnaar. Hij glimlacht en zucht: ‘Dat mens is gek. Laat jij je door zo iemand meeslepen? Dat is toch allemaal onhaalbare onzin?’
Ik zeg nog iets over de Muur die niet kon vallen. Dovemansoren.