Oostenrijk 1921. Drama van Michael Curtiz. Met o.a. Lucy Doraine, Alphonse Fryland, Jean Ducret, Max Devrient en Mathilde Danegger.

VPRO Cinema

Edward Stephenson (Fryland) is de zoon van een rijke industrieel, die verliefd wordt op fabriekarbeidster Maud Hartley (Doraine). Zijn vader wil echter dat hij met de dochter van een vermogende zakenman trouwt en Edwards relatie met Maud wordt verbroken. Maud keert terug naar haar moeder en haar broer George (Devrient). Ondertussen doodt Edward een politieman en zoekt hij bij Maud een veilig onderkomen, maar George heeft een diefstal gepleegd, waarvan Maud de schuld heeft gekregen. Als George en Maud de trein nemen, vliegt hij in brand en verandert in een brandende fakkel. Dit grandioze melodrama uit de zwijgende periode van de film is tegenwoordig niet meer haalbaar, maar het scenario van Fred Wallace is op zijn minst fascinerend, net zoals het spel van de hoofdrollen. De 33-jarige Curtiz, die CASABLANCA zou maken in 1943, regisseerde als Miháli Kertész. De 23-jarige Doraine is zijn vrouw, maar het paar ging in 1923 uit elkaar en in 1926 recruteerde Harry Warner hem voor zijn studio in Hollywood. Het camerawerk is van Gustav Ucicky.

credits

Regie:
Michael Curtiz
Cast:
Lucy Doraine, Alphonse Fryland, Jean Ducret, Max Devrient, Mathilde Danegger
Scenario:
Fred Wallace
Camera:
Gustav Ucicky
Jaar:
1921
Alt. titels:
Labyrinth des Grauens, Labyrinth of Horror
Genres:
Drama
Trefwoorden:
Melodrama
Landen:
Oostenrijk