Het grimmige misdaaddrama Hardcore Never Dies dompelt je onder in de onstuimige leefwereld van een stel gabbers in de jaren negentig. Met een ijzersterke hoofdrol voor Jim Deddes. ‘Als acteur was dit een ervaring die ik niet eerder heb gehad.’

Met Hardcore Never Dies brengt Jim Taihuttu – schrijver en regisseur van ambitieuze en succesvolle Nederlandse films als De Oost (2020) en Wolf (2013) – een ode aan de gabbercultuur die ontstond in het Rotterdam van de jaren negentig. Maar meer nog dan een feest der herkenning voor mensen die het decennium bewust meemaakten en die zich de kale, in Australian-trainingspakken gehulde hardcoreliefhebbers nog goed kunnen herinneren, is de film een spannende en rauwe vertelling geworden over twee broers die verzeild raken in drugscriminaliteit.

De zeventienjarige Michael (Joes Brauers) droomt van een carrière als pianist. En hoewel zijn traditionele ouders dat maar niets vinden, schrijft hij zich stiekem in voor het conservatorium. Hij doet auditie en mag tot zijn verbazing door naar de volgende ronde. Maar dan staat plots zijn van huis weggelopen broer Danny (Jim Deddes) bij hem op de stoep, die Michaels leven compleet op zijn kop zet. Danny introduceert zijn jonge broertje in de gabberscene en Michael raakt compleet in de ban van de energieke hardcorefeesten en de vrijgevochten mentaliteit van zijn nieuwe gabbervrienden. Maar deze nieuwe wereld brengt ook gevaren met zich mee: Danny dealt in xtc-pillen en zijn handel, waar hij Michael meer en meer bij betrekt, neemt steeds grotere en gevaarlijke proporties aan.

In het grimmige drama dat volgt is het Jim Deddes (1986) die de film draagt. Het overtuigende acteerwerk en charisma van de acteur, die bekend werd met droogkomische sketches die hij publiceerde op zijn YouTube-kanaal Joardy Film, en bijrollen speelde in onder andere Mocro Maffia, Bestseller Boy en De Oost, tillen de film naar een hoger niveau. Aan de telefoon vertelt Deddes over zijn eerste grote hoofdrol in een film.

‘Ik heb gewerkt aan mijn Rotterdamse accent en ben ook afgevallen om er wat jonger en ruiger uit te zien’

Jim Deddes
Wat voor iemand is Danny?

Deddes: ‘Danny is niet op zijn mondje gevallen en gedraagt zich nogal roekeloos. Na een moeilijke jeugd gaat hij vroeg uit huis en moet hij zijn eigen boontjes doppen. Hij zoekt zijn heil in de gabberscene, maar is eigenlijk heel erg op zoek naar liefde en bevestiging. Omdat Danny zich niet gezien voelt en onzeker is, overcompenseert hij. Hij heeft vaak een te grote mond en maakt de verkeerde keuzes.’

Hoe heb je je voorbereid op de rol?
‘Het was eerst goed zoeken naar de juiste toon. Ik wilde Danny niet spelen als zomaar een doorgeslagen gek, want dat is te plat. Dus ging ik samen met Jim [Taihuttu, red.] nadenken over de redenen waarom hij sommige dingen doet. De relatie met zijn vader is daarbij belangrijk, want die ziet Danny als verloren en Michael als zijn laatste hoop. Daarom ging ik op zoek naar een balans tussen overschreeuwen en het laten zien van die onzekerheid en het verdriet. Ik ben daarnaast ook veel research gaan doen naar de gabbercultuur: ik heb veel documentaires gekeken en ben op YouTube gaan zoeken naar filmpjes van gabbers uit die tijd. Ook heb ik gewerkt aan mijn Rotterdamse accent en om er wat jonger en ruiger uit te zien, ben ik een beetje afgevallen. En we kregen bijvoorbeeld ook les in hakken en zijn met de cast naar hardcorefeesten geweest.’

Jim Deddes als Danny in Hardcore Never Dies

Dat klinkt als een veeleisende rol.

‘Ja, het was zeker intens, maar vooral ook gewoon heel leuk. Jim is een maker die heel erg duidelijk voor ogen heeft wat hij wil. Die staat niet op de set om een paar geinige scènetjes te filmen. Nee, hij vraagt een bepaald niveau van je. Dat is aanvankelijk misschien wennen, maar uiteindelijk laaft iedereen zich daaraan en word je beter als acteur. Het voelt alsof je steeds net boven je niveau speelt. Een ervaring die ik als acteur nog niet eerder heb gehad.’

In een interview uit 2016 met Het Parool hekel je het gebrek aan creativiteit en durf in de Nederlandse filmwereld. Is er sindsdien iets veranderd?
‘Ik hoorde laatst over een onderzoek waaruit blijkt dat Nederlandse films in vergelijking met producties uit landen als België, Oostenrijk en Zweden ontzettend veel moeite hebben om een internationaal publiek te vinden. Geen van de speelfilms die we in de laatste tien jaar uitbrachten kreeg het keurmerk high excellence [daarbij wordt gekeken naar de artistieke waarde van een film, de vertegenwoordiging op filmfestivals en het aantal filmbezoekers in Europa, red.]. Dat geeft denk ik wel iets aan. Nederland zou meer moeten investeren in scenario’s, in scriptontwikkeling. Dat is toch de basis van een film. Er loopt zo veel talent rond in Nederland, zo veel enorm goede regisseurs, schrijvers en acteurs, maar dat strookt niet met hoe onze films het doen. Het is knap als je veel bezoekers trekt met weer een Nederlandse romcom vol BN’ers, maar dat is niet de enige manier waarop je een goede film kunt maken. Gelukkig laten filmmakers als Jim zien dat het ook anders kan: door eigen scripts te schrijven zonder concessies te doen.’

elke vrijdag