Sophie en Jason (Miranda July en Hamish Linklater) zijn niet de meest stabiele types. De timide dertigers wonen samen in een Amerikaanse voorstad en zijn schijnbaar met elkaar vergroeid: ze hebben dezelfde kapsels, dezelfde slome manier van praten en aarzelende manier van doen. Hij beantwoordt thuis een technische hulplijn, zij geeft zonder veel plezier dansles aan kinderen. Ze wekken de indruk zelden hun appartement te verlaten.

Op een dag vinden Jason en Sophie een zieke straatkat, die ze naar een asiel brengen. Impulsief besluiten ze het beest te adopteren; zodra het over een maand is aangesterkt mogen ze het komen ophalen. Eenmaal thuis landt het besef dat ze nu nog maar een maand hebben om van hun oude, vrije leven te genieten. Ze nemen zich voor er het beste van te maken: Jason gaat op zoek naar nieuw, betekenisvol werk en Sophie, die al jaren droomt van een professionele danscarrière, belooft dagelijks een nieuwe improvisatie op YouTube te zetten.

The Future is enerzijds een typische droogkomische Amerikaanse indiefilm over typische dertigers met typische dertigersdilemma’s – is dit het nu, zijn we wel gelukkig, welke richting gaan we op? – maar anderzijds volstrekt unieke cinema. Hoofdrolspeler, regisseur en scenarist Miranda July debuteerde in 2005 met de eigenzinnige mozaïekfilm Me and You and Everyone We Know, die internationaal in de prijzen viel. Gold voor die film al de aanduiding ‘an acquired taste’, deze tweede gaat nog een paar stapjes verder.

Om te beginnen is er de voice-over van de kat Paw-Paw (door July ingesproken met een soort Muppetstem), die om de zoveel scènes commentaar op het verhaal levert vanuit het asiel. Gaandeweg krijgt de film steeds meer van dit soort magisch-realistische trekjes: een T-shirt komt tot leven, de tijd staat zomaar stil en de maan begint te praten. Bizar, maar July, die tevens performance- en videokunstenaar is, weet zulke elementen op een haast vanzelfsprekende wijze in de film te integreren. The Future had zomaar een melig rariteitenkabinet kunnen worden, maar het absurdisme gaat gepaard met een beklemmende sfeer vol existentiële onzekerheid.

Daarin doet de film denken aan het werk van scenarist/regisseur Charlie Kaufman, en dan vooral aan Eternal Sunshine of the Spotless Mind en Synecdoche, New York. Dat is geen toeval: ook in die producties lopen droom en werkelijkheid door elkaar en klinkt opvallende, melancholieke muziek van componist Jon Brion, die excelleert in het soort soundscapes dat niet na te fluiten is maar wel onder de huid kruipt. Een dergelijke omschrijving gaat ook op voor The Future.