Toen de Iraanse cineast Mohammad Rasoulof (1972) in 2011 de regieprijs van het Un Certain Regard-programma in Cannes won voor zijn film Goodbye – over een jonge, uit haar ambt gezette advocate die bevoogdende instanties afstruint voor een uitreisvisum – mocht hij het land niet uit om die prijs op te halen.

Het jaar ervoor was hij samen met collega Jafar Panahi (bekend van bekroonde films The Circle en Offside) opgepakt door de veiligheidsdienst vanwege hun werk aan een film over de massale protesten na de betwiste presidentsverkiezingen van 2009, die harde-lijner Ahmadinejad aan de macht brachten. Beiden kregen een beroepsverbod opgelegd en werden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, later omgezet tot een jaar voor Rasoulof en huisarrest voor Panahi.

Nadat Rasoulof een tijd in Duitsland woonde, keerde hij september vorig jaar terug naar Iran, toen de gematigder president Rohani aan het roer kwam. Zijn paspoort werd niettemin meteen weer ingenomen. Enkele maanden voor zijn terugkeer was Rasoulof nog wel in Cannes om daar de FIPRESCI-prijs van de internationale filmkritiek in ontvangst te nemen voor zijn nieuwste, deels clandestien in Iran gedraaide Manuscripts Don't Burn: de vijfde speelfilm in een verboden oeuvre.

Daarin volgt Rasoulof enkele mannen van de veiligheidsdienst die jacht maken op een schrijver en diens manuscripten over een – waargebeurde! – poging tot moord van de veiligheidsdienst, in 1996, op een bus vol prominente, dissidente Iraanse schrijvers tijdens een reis naar Armenië.

Droog observerend registreert Rasoulof de alledaagse handelingen waarin het kwaad zich manifesteert. Een beul met geldzorgen eet met een collega een broodje op de kofferbak waarin een geblindeerde dissident ligt. Niet alleen de schrijver, ook de veiligheidsman legt verklaringen af over zijn leven. Beiden lijken  in surreële, zinsbegoochelende fracties van seconden hun stem kwijt.

Manuscripts Don't Burn is een beklemmende protestfilm over het belang van het hebben én gebruiken van een stem – om zicht te houden op gerechtigheid in een bleke wereld waar (zelf)censuur van burgers wezenloze mensen maakt.

De titel van de film is ontleend aan een beroemde sleutelzin uit de klassieke satire 'De Meester en Margarita' van de Russische schrijver Michail Boelgakov die lange tijd ongepubliceerd bleef onder het communistische regime. Want een kunstenaar die niet vrij getuigt van de wereld waarin hij leeft, bestaat niet. De titel slaat wat dat betreft evenzeer op de personages als op Rasoulof zelf.

Credits ontbreken grotendeels om de medewerkers aan de film te beschermen.